Montreal - Calgary mei-juni 2014

Reisverslag Montreal - Calgary 2014
Word – 106,5 KB 346 downloads

In januari stond er wederom een dusdanig mooie aanbieding op de CruiseAmerica-site dat we ‘m meteen geboekt hebben. Een one-way van Montreal naar Calgary, 95% korting, oftewel nog geen € 70,- pp voor de compacte C19-camper voor een periode van 4 weken = € 2,5 pppd. Dat konden we natuurlijk niet laten liggen! Goedkoop ticket geboekt, en wegwezen maar. O ja, wel nog even 4,5 maand wachten… maar die waren gelukkig zo om! Grootste wens: dit keer eindelijk de wolven van Yellowstone zien!

 
Dag 1 : Woensdag 14 mei
Na exact een week geleden de koopakte te hebben getekend vanwege de verkoop van ons huisie (in 3,5 week tijd verkocht!), en van het weekend nog even snel wat spullen bij elkaar gezocht en in twee rugzakken gepropt te hebben, is het vandaag dan eindelijk vliegdag! We hoeven pas rond half3 inde middag op Schiphol te zijn, dus in de ochtend werken we nog gewoon. Maar wel lekker met de kop al bij de vakantie natuurlijk. We doen rustig aan, nemen een taxi naar Den Bosch Centraal, op Schiphol was het erg rustig dus inchecken en douane ging soepel en snel, vliegtuigje naar Londen, soepele overstap, en vervolgens met BA naar Montreal waar we zo’n 7 uur later aankwamen. De service van BA was prima, al kwamen ze wel 14 maaltijden tekort en werden er vrijwilligers gezocht die in plaats daarvan vouchers konden krijgen. Aan ons niet besteed want we hadden allebei behoorlijke trek. Na een rustige vlucht kwamen we rond 20:30 aan op de bestemming. Onze biologisch klok stond echter op 2:30 dus tijd om direct naar het hotel te gaan, wat op2 kmafstand ligt van het depot van CA. Om daar te komen namen we een taxi, al was het wel even slikken bij het afrekenen, 60 CAD, zo’n € 40,-. Ach ja, wel zo comfortabel en we wilde maar één ding… slapen! In het hotel kregen we echter niet zo’n hele goede kamer toegewezen, meteen de eerste bij de deur aan de wegkant. Om 22:00 lagen we in bed, klaar voor een goede nachtrust.
 
Dag 2 : Donderdag 15 mei
We weten echter inmiddels uit ervaring dat het met name de eerste paar nachten doorkomen is. En ja hoor, we worden allebei rond 1 uur klaarwakker, daarna weer wat slapen, maar vanaf 5 uur was het echt gedaan met de nachtrust, klaarwakker en maar wakker gebleven. Het hielp ook niet mee dat het vrij druk was op de weg en aan de overkant waren ze bezig met renovatie van een spa- en wellness gebouw. Om 7 uur zaten we dan ook al aan het ontbijt, nogeeneens zo heel erg brak. Dat kwam ook door de ambiance. Een strakke ontbijtkamer, gericht op wellness en rust, met uitzicht over een buitenterras met een zwembadje en een meer. In de tuin rende wat eekhoorns en een groundhog (bosmarmot) rond, en het was prachtig weer. Toch was wel duidelijk te zien dat de lente hier nog niet zo lang geleden is aangevangen, echt heel veel bladeren zaten er nog niet aan de bomen. Het is in dit deel van Canada/US een extreem strenge winter geweest met erg veel sneeuw. Vandaar dat ook overal het water hoog staat. Maar vandaag zou het zowaar een klamme 29 graden worden. Na het ontbijt besluiten we langzaamaan richting CA te lopen waar we eigenlijk pas vanaf 1 uur de camper kunnen gaan ophalen, maar je weet maar nooit. Onderweg zien we nog twee schildpadden die lekker liggen te zonnen. We merken dat het inderdaad broeierig warm begint te worden.
 
Bij CA aankomend krijgen we te horen dat we zowaar vanaf 10 uur al welkom zijn, dus we lopen nog even een blokje om, maar het is inmiddels zo warm en benauwd aan het worden dat we teruglopen naar het depot en bezweet buiten op een bankje in de schaduw gaan zitten. Vòòr ons is nog een Duits ouder stel aan de beurt dat een C19 naar Vancouver gaat brengen, alleen zij hebben geen discount offer en kunnen flink betalen. Als wij aan de beurt zijn lacht de vriendelijke CA-import-Canadees (Mexicaan?) ons toe ‘you guys got a good deal!’, tja dat horen we wel vaker. We checken de RV, die is zowaar nagenoeg prima, poetsen de ramen nog wat, en zijn vrij rap weg. Dat ging soepel! Omdat we bij de reservering in januari eigenlijk eerst een grote RV hadden vastgelegd, waar de 95% korting voor gold, en we in de tussentijd deze hadden omgewisseld voor een kleinere, compacte, zuinigere RV, waar maar 80% korting op zat, hielden we er rekening mee dat we nog eens 400$ moesten bijbetalen. Maar… er was duidelijk iets niet goed gegaan in het verwerken van de boeking, want we hadden én de kleine RV én de 95% korting. Als zunnige Hollanders waren we hier uiteraard erg blij mee en hielden stijf onze lippen op elkaar. Alle beetjes helpen… scheelt toch weer ruim 3 volle brandstoftanks.
 
Na de rugzakken opgehaald te hebben in het hotel, konden we dan eindelijk aan de tocht beginnen. We zullen niet veel tijd in Canada door brengen, waarschijnlijk alleen de eerste en laatste dag. In de tussentijd zal de route in grote lijnen zijn: Niagara Falls – Chicago – South Dakota – Yellowstone – Calgary. We knijpen elkaar nog even allebei in de armen dat we toch weer zoiets moois als dit mogen gaan doen, en tuffen rustig Montreal uit. Via de 20 rijden we zuidwaarts, we steken bij Salaberry-de-Valleyfield de Sint-Lawrence rivier over en bij Fort Covington verlaten we Québec, Canada en rijden we New York, USA in. Bij de grensovergang betalen we de $6 voor de verblijfsvergunning en hebben een leuke babbel met de beambten. Het gaat er relaxt aan toe. Het is echt bloedheet, achteraf blijkt het 33 graden geweest te zijn. We hadden thuis al gezien dat het vandaag zo warm zou worden, maar dat we de rest van de vakantie waarschijnlijk de kachel aan zullen hebben.
 
We rijden nog een uurtje door langs de rivier, zien hier en daar wat wilde kalkoenen en Amish in paardenkar, en komen rond 7 uur aan op Coles Creek State Park, een verzorgde campground aan het water. Alleen nadat we dachten dat we $15 kwijt zouden zijn, kwamen daar nog allerlei toeslagen bij en was het uiteindelijk toch nog $23. Maar we hadden een leuke plek, tussen de groene weiden en uitzicht over de rivier. Omdat we ’s middags voor het boodschappen doen nog even snel wat McDrek hadden genuttigd, hadden we allebei niet echt heel veel trek en gaan we aan de nachos met saus en sourcream, geserveerd met een koud biertje. Een lekker vakantiegevoel zo buiten zittend, alleen jammer van de muggen die daar hetzelfde over dachten en wel eens in wat anders wilde bijten dan dikke Amerikanen. We zitten dan ook al rond half10 inde camper en merken nu toch wel dat we behoorlijk moe zijn. Om 10 uur gaat het licht dan ook uit… om vervolgens allebei om 1 uur weer wakker te zijn. Lang leve de jetlag! Helaas zit ook nog de camper vol met muggen dus het werd een onrustige, wederom korte nacht. Maar de vakantie is begonnen!!
 
Dag 3 : Vrijdag 16 mei
Na dus een dramanacht en 15 muggenbeten verder, zijn we om 6 uur opgestaan. Het is inderdaad flink afgekoeld en zelfs best wat frisjes geworden. Rustig ontbeten met eieren met spek, koffie en een sjuutje, de verschillende soorten eekhoorns gadegeslagen die hier rond rennen, en rond 9 uur eens langzaam aangetuft. We willen vandaag in de buurt van de Niagara watervallen komen, maar zien het eigenlijk wel. We volgen nog een stuk de route 12 langs de rivier, maar het regent inmiddels zo hard, dat het niet zo heel veel zin heeft deze hele route af te rijden. Bij Clayton besluiten we dan ook een stuk af te snijden, zien wederom wilde kalkoenen en wat hertjes (en van alles doods), en rijden over leuke, niet al te grote wegen, door agrarisch gebied met kleine dorpjes. De uitstraling van de diverse dorpjes verschilt nogal, het ene moment rij je langs enkel oude, vervallen, houten krotten met trailerparken en geschifte leipen, het andere moment door leuke verzorgde plaatsen met mooie houten paleisjes met grote veranda’s ervoor.
 
Vlak voor Rochester bekijken we wat we willen gaan doen. We merken namelijk dat er iets niet helemaal deugt aan het rechtervoorwiel. Deze wiebelt een beetje en dat zorgt voor enige onstabiliteit en geschud binnenin, en da’s niet prettig als je nog6.000 kmte gaan hebt. Ten zuidoosten van Buffalo ligt een CA-depot en we besluiten om daar naar toe te rijden. Alleen is het net te ver om dat vandaag nog te doen. Op de map zien we dat op een half uurtje afstand van het depot een state park is en daar gaan we dan maar eens kijken. We arriveren vrij vroeg, het is net 4 uur geweest, maar we vinden het eigenlijk wel best zo, het zijn twee lange dagen geweest. Het is wederom een net, nog vrijwel geheel leeg, state park, Darien Lakes SP. We babbelen weer even wat met de opzichters en zoeken een rustige plek uit. Het is nu toch echt wel fris geworden, hier en daar zitten wat mensen buiten bij hun RV, maar allemaal met dikke jas en/of muts op. We hebben allebei geen zin om echt nog iets actiefs te gaan doen, dus Roy gaat koken (lekkere curry met kip en broccoli) en ik ga aan het verslag beginnen. Tis tot nu toe mugvrij, de verwarming kan aan, we drinken nog een biertje met wat nachos en het wordt vroeg slapen…
 
Dag 4: Zaterdag 17 mei
Na een goede nachtrust, maar wel nog steeds jetlag-verschijnselen, worden we weer vroeg wakker, ontbijten rustig en rijden eerst naar East Aurora, waar een CA-depot zit. We zijn er rond 9 uur en er is gelukkig al een monteur aan het werk die ons graag wil helpen. Het is voor het eerst dat hij een C19 camper ziet dus hij is helemaal happy. Na de rechtervoorband gewisseld te hebben voor de reserveband, en $ 38 betaald te hebben (krijgen we terug als het goed is), tuffen we verder en het rijd inderdaad een stuk beter. Het karkas van het wiel was waarschijnlijk gebroken, je zag ook een kleine bolling in de band zitten, maar we hebben het idee dat één van de achterbanden ook kuren vertoont. We kijken het even aan.
 
Ten noorden van Buffalo gaan we de 90 af, en volgen een tijdje de Niagara River. Op een gegeven moment zien we in de verte de dampwolken opstijgen en al gauw zijn we in toeristisch gebied. Voor $ 5 parkeren we voor een hele dag, dus dat valt nog mee ook. We lopen een tijdje rond, maken veel foto’s, ontwijken de Aziaten, gaan met een lift naar beneden naar wat platforms (Windcave) waar je dicht bij de watervallen kunt komen (helaas veel nog gesloten vanwege oude sneeuw en ijs) en genieten van dit natuurspektakel. Het is erg indrukwekkend, maar wel behoorlijk toeristisch.
Aan het eind van de middag besluiten we toch alvast een stukje westwaarts te rijden. We nemen een klein deel van de tolweg van de 90, en rijden een uurtje door een nieuwe staat, Pennsylvania, waarna we in de volgende staat, Ohio belanden. Hier gaan we ter hoogte van Geneva ervan af en rijden naar het Geneva State Park. Het blijkt een vrij groot State Park te zijn aan Lake Erie, maar de camperplekken met elektriciteit zijn wederom zo duur dat we besluiten om een gewone basic plek te nemen. We staan dan wel vooraan bij het rangergebouwtje, maar we kunnen wel mooi wifi ontvangen. Even wat berichtjes gestuurd naar het thuisfront en de mail gecheckt. Toch wel handig zo af en toe eens een wifi spot.
 
Dag 5 : Zondag 18 mei
De komende dagen staan in het teken van kilometers maken. Tussen Niagara watervallen en ons volgende hoofddoel Badlands National Park in South Dakota, zit zo’n2.200 km en daar tussenin is het enkel saaie landbouw. We denken hier zo’n 3 dagen mee bezig te zijn. We besluiten de tolweg te nemen want anders schiet het helemaal niet op. Uiteindelijk zijn we zo’n 20 $ aan tol kwijt voor het stuk over de 90 en 80 tussen Cleveland en Chicago, dus dat viel allemaal wel mee.
Onderweg passeren we de volgende staat Indiana, zien een keer een levende wasbeer en wat hertjes, en onder Chicago, in de staat Illinois, besluiten we de 80 af te gaan en richting Davenport te rijden. Vanaf daar willen we een stuk de Mississippi rivier naar het noorden toe volgen. Maar dat is voor vandaag te ver. In de buurt van Ottawa gaan we de 80 af en rijden naar het Illini State Park. Dit is gelegen langs de Illinois-rivier en bestaat uit twee eenvoudige campgrounds. Op de ene staan een viertal andere gasten, de ander is geheel leeg, daar gaan we dan ook staan. We hebben een leuke plek aan een groot grasveld waar de hertjes, kalkoenen en vliegenvangers rondhangen.      
 
Dag 6 : Maandag 19 mei
Vandaag weer een volle rijdag. We volgend in eerste instantie de 67 langs de westoever van de Mississippi, maar het blijkt dat we er steeds dusdanig ver vanaf rijden dat het niet echt de moeite waard is. Het is op zich wel een mooie route zo door Iowa, maar voor ons gevoel schiet het niet echt op en we hebben nog zoveel kilometers te gaan.
Dus besluiten we binnendoor toch maar weer naar de 90 te rijden, richting de volgende staat Minnesota. Veel gebeurd er niet vandaag, we maken wat filmpjes onderweg, zien veel dooie coyotes, wasberen, skunks, stekelvarkens, dassen en herten langs de weg, en besluiten ter hoogte van Jackson de highway af te gaan (overigens belabberde kwaliteit highways hier) en naar Killen Woods State Park te rijden. Dit blijkt zowaar een erg leuk gelegen State Park te zijn, midden op de prairie. Alleen er is niemand en het ziet er gesloten uit. We zoeken een leuk plekje tussen de hertjes en besluiten pas te betalen als morgenochtend blijkt dat de boel wel open is, $ 18 vinden we namelijk allebei nogal erg veel aangezien de toiletten, douches, brandhout etc. niet toegankelijk zijn. Maar het is wel een heerlijke rustige plek, overal vogeltjes, kalkoenen en herten.
 
Dag 7 : Dinsdag 20 mei
Na de afgelopen twee dagen meer dan1.500 kmgereden te hebben, hopen we vandaag dan toch echt de Badlands te bereiken, maar dan moeten we wel nog zo’n 650 kmtuffen. We worden weer vroeg wakker, ontbijten wat, besluiten niet te betalen, en vervolgen onze weg. Vlak voor Sioux Falls komen we South Dakota binnen en het landschap veranderd hier langzaamaan van landbouw naar steeds meer prairie. Na het passeren van de brede Missouri rivier, gaan we daarna voor een tweede keer door een tijdzone heen. Zo duren de dagen wel lekker lang!
 
Rond 3 uur bereiken we dan eindelijk Badlands National Park. We willen op de Saga Creek campground gaan staan, deze is gratis en ligt prachtig verscholen tussen de prairies. Het is een basic campground, geen water, enkel pit toilets, maar geweldig rustig en de buffalo lopen over de campground heen. Om daar te komen hobbelen we rustig zo’n 65 kmdoor het park heen over de Badlands Loop Road, en stoppen onderweg meerdere malen om te genieten van de prachtige vergezichten en spectaculaire rotsformaties. We besluiten morgen diverse wandelingen te maken.
 
   
Tot aan het onverharde gedeelte van de weg zien we niet zo heelveel wildlife (wel bighornsheep), maar daarna begint het pas echt. We staan dan ook binnen no time tussen de buffalo en overal om ons heen rennen de prairiehondjes fluitend rond. Op de prairie dog vlakte zien we zowaar een hele mooie wit/grijze coyote rondsnuffelen! Verder lopen er hier en daar mule deer rond, zien we wat proghorns (antilopen) en een aantal kalkoenen waarvan de mannetjes de vrouwtjes aan het imponeren zijn met hun verentooi de lucht in. We doen bijna 3 uur over dit kleine stukje, maar er is dan ook zoveel te zien. Het is de tweede keer dat we hier zijn (april 2005), maar het is en blijft prachtig mooi allemaal.
 
   
Op de campground aangekomen is het best vol aan het raken. Het bestaat uit niet veel meer dan een vlakte met een onverharde loop, waarbij een tiental overdekte bankjes staan, en nog een handjevol normale bankjes. Je kunt gaan staan waar je wilt, maar echt vlak is het niet echt. We vinden een leuk plekje aan de rand, precies tussen een paar grote buffalo in. Het blijft machtig om deze prachtige dieren van zo dichtbij te zien. Het zijn allemaal stieren die hier nu rondlopen, en ze zijn hun wintervacht aan het verliezen. Zo af en toe rolt er eens eentje op z’n rug of schuurt langs paaltjes om de vacht eraf te krijgen. Er is er eentje duidelijk de baas (grootste bull) en als andere bij hem in de buurt komen gaat z’n staart omhoog en begint ie te snuiven. Wat jongere stieren zijn nog wat speels aan het bokken met elkaar. Het is een leuk tafereel allemaal, we maken wat eten klaar, en genieten er buiten van onder het genot van een wijntje. Wat een prachtplek. Tevreden vallen we, wederom niet al te laat, dan ook in slaap. In de verte horen we nog een coyote huilen.
 
Dag 8 : Woensdag 21 mei
Vandaag rijden we een rondje door het park en maken we wat korte wandelingen. We rijden de Badlands Loop nog een keer, maar zien dit keer beduidend minder beesjes. Wel zien we voor het eerst een badger (das). Blijkbaar hadden we gisteren geluk, want de buffalo staan nu veel verder van de weg af en de coyote zien we ook niet meer. We zijn redelijk op tijd terug op de campground, maar de leuke plekjes zijn toch al bezet. Vandaar dat we aan de binnencirkel zelf gaan staan waar gelukkig wel nog een overdekte picknicktafel beschikbaar is. Na vanmiddag bij een uitkijkpunt een uitgebreide lunch te hebben gehad, hebben we beide niet echt honger, we maken dan ook een eenvoudig soepie klaar met wat bammetjes en potato salad. Buiten genieten we wederom onder het genot van een rood wijntje van de omgeving en bekijken we alles en iedereen hun doen en laten, af en toe gestoord door een snuivende bizon. Rond 9 uur wordt het toch echt wel donker, en na nog even naar het coyotegehuil te hebben geluisterd, gaan we de camper in, sorteren de foto’s en filmpjes, en duiken weer vroeg het bedje in.
 
Dag 9 : Donderdag 22 mei
Om 6 uur zijn we alweer wakker. We ontbijten buiten lekker in het zonnetje, het ziet er naar uit dat het een mooie dag wordt. Vandaar dat we twijfelen wat we gaan doen, veel zin om bij dit mooie weer te gaan rijden hebben we niet. We besluiten eerst een stuk over de prairie te gaan wandelen. We gaan heuvel op en heuvel af en hebben regelmatig prachtige vergezichten, je ziet overal om je heen wel wat buffalo staan. Terug bij de camper besluiten we hier nog een paar uurtjes te blijven en dan maar eens kijken wat we aan het eind van de dag gaan doen. We komen de tijd door met wandelingen, verslag bijwerken, heerlijk in het zonnetje zitten, suffen etc. etc. Het leven is dan goed.
 
Aan het eind van de middag besluiten we toch een kort stukje te gaan rijden. We willen namelijk de komende dagen wat tijd gaan doorbrengen in Custer SP en er komt een weekend aan waarin de Amerikanen op maandag vrij zijn vanwege een Memorial Day. Vandaar dat het er wel eens druk kan gaan worden. Na iets meer dan twee uur rijden komen we bij Custer SP aan. Vlak voor het tolhuisje steekt er een hele grote slang, zeker2 meter, de weg over die Roy helaas niet meer kan ontwijken. Jammer maar helaas, hebben de aasgieren ook weer wat te eten. We komen over de 36 het park in, en nemen de eerste campground die we tegen komen, de Game Lodge CG. Deze ligt aan het begin van de Wildlife Loop die we graag een paar keer willen rijden. We hebben niet de noodzakelijke reservering, maar via de campinghost komen we er achter dat we een toll-free reserveringsnummer via de aanwezige telefoon kunnen bellen en op die manier wat kunnen vastleggen. We rijden eerst even de CG rond, noteren een aantal leuke plekken, bellen en we hebben onze plek. Het is best al druk dus we hebben geluk. In de avond rijden we de Wildlife Loop een stukje, nemen wat onverharde B-roads en zien behoorlijk wat buffalo met jongen, veel pronghorns en deer. Het is een leuke rit, maar zo komend vanaf het ongerepte, wildere Badlands, voelt het wat gemaakt aan. Omdat we morgen toch de rest willen doen en verder Custer SP helemaal willen gaan verkennen, besluiten we naar Custer te rijden en daar de tank alvast vol te gooien. Midden in het dorp vinden we een open wifi verbinding, we updaten de emails en krijgen zowaar een berichtje binnen van de kopers van ons huisie dat ze definitief de hypotheek rond hebben, dus het is nu echt verkocht! We doen nog even boodschappen, potatosalad met gefrituurde kip (niet zo’n succes), en kopen een goedkoop flesje champagne. Dit mag gevierd worden!
 
Dag 10 : Vrijdag 23 mei
Na een rustige nacht, en geen champagne want die was nog niet koud genoeg, gaan we vandaag Custer SP ontdekken. We rijden nu de hele Wildlife Loop en zien niet zo veel als gister, enkel de standaard beesjes. Terug op de 16A rijden we de 87 op, de Needles Highway. Deze bergroute heeft een 3-tal tunnels die nogal smal en laag zijn, de laagste is10,7 ft(3,2 m) en de smalste8,4 ft(2,5 m). Aan het begin van de route laten we de RV even opmeten. In het camperboekje staat dat deze12 ftis, alleen daar hadden we onze vraagtekens al bij. De hoogte blijkt inderdaad circa10,5 ftte zijn. Dus dat ken-net. We gokken het erop, rijden een mooie route, en de tunnels zijn inderdaad geen probleem, het inklappen van de spiegels was voldoende en qua hoogte zat er ook nog meer dan genoeg ruimte. We maken ook nog even een wandelingetje naar de Cathedral Spires met hun mooie piekige rotsformaties. Het is hier mountainlion gebied maar poes laat zich helaas niet zien.
 
Vervolgens vervolgen we de route over de 244 langs Mount Rushmore, we stoppen hier niet want we zijn er al een keer geweest, maken wat fotootjes vanaf de weg, en rijden de 16A weer op over de Iron Mountain Road. Ook dit is een mooie weg, met zogenaamde wooden winding bridges, en ook hier een paar nauwe tunnels met zicht op Mount Rushmore. We besluiten weer naar dezelfde campground te rijden, en hebben mazzel want bij het telefonisch reserveren blijken er nog maar twee plaatsen vrij te zijn, waarvan de tweede een uur later ook bezet wordt door toevallig een Nederlands stel. De rest staat helemaal vol met Amerikaanse gezinnen met hun trailer die hier hun Memorial Weekend komen vieren. Het is dan ook vrij rumoerig met veel kinderen en we besluiten na het eten weg te wezen en de Wildlife Loop nog een keer te doen zo tegen het vallen van de avond. Een goede keus want we zien veel beesjes, inclusief nu voor het eerst Elk (edelherten?) met jongen en veel, heelveel herten. Om 9 uur, in het donker komen we terug op de CG en toosten voor het slapen gaan met (zoete) champagne op het verkoop van het huis. Proost!

Dag 11 : Zaterdag 24 mei
Omdat we best nogal wat dagen over hebben, besluiten we wat meer naar het zuiden te rijden richting de Rocky Mountains. We verlaten South Dakota, rijden een stukje over de 85 en de 25 door Wyoming, en belanden uiteindelijk in Colorado. Bij Estes Park, aan de oostzijde van het Rocky Mountain NP, volgen we een stukje de 7 en besluiten op de Olive Ridge CG te gaan staan, een leuke eenvoudige CG tussen de dennenbomen. Om ons heen zien we de besneeuwde toppen van de Rockies… het gaat een frisse nacht worden.
 
Dag 12 : Zondag 25 mei
Het was inderdaad een frisse nacht, maar we rijden vroeg weer weg dus we hebben het zo weer warm in de auto. Het heeft vannacht zo’n beetje de gehele tijd geregend en niet al te ver boven ons is verse sneeuw gevallen.
Als we terugrijden naar Estes Park en aan het begin van het Rocky Mountain NP vragen of we het park in kunnen, blijkt dat de hoofdweg dan ook inderdaad dicht is vanwege de sneeuw en hagel. Jammer maar helaas.
Omdat het weer niet echt best is besluiten we een stukje te gaan rijden, weer wat meer naar het westen toe. We rijden eerst zuidwaarts naar de 70, en volgen dan de 40. Dit is een hele mooie route door de Rockies heen en we passeren dan ook een aantal malen de3000 metergrens waar nog een dik pak sneeuw ligt. Er zouden hier en daar campgrounds moeten zijn maar die liggen waarschijnlijk nog onder de sneeuw of waren niet toegankelijk vanwege de vele overstromingen die hier geweest zijn. Het water in de rivieren is erg woest en staat erg hoog, en hier en daar zien we dan ook huisjes die half zijn verdwenen.
 
Het is zo’n typische regenachtige vakantiedag waarvan we weten dat die gaat eindigen op een parking. Om toch nog hopelijk een leuke plek te vinden, gaan we bij Hayden de 40 af en rijden een, deels onverharde, B-weg door het binnenland. Ook hier zien we weer elk, pronghorn en veel deer. Het is een erg hobbelweg langs de wilde Yampa rivier, maar helaas geen plekjes om te staan. Bij Hamilton komen we op de 13 en rijden maar noordwaarts richting Craig. Het is dan wachten op een plekkie, en ja hoor, opeens zien we een gravel vlakte een stukje van de weg af en we besluiten hier ‘wild’ te gaan staan. Tis een prima plek, mooi langs een okergele rotswand waar we ineens een gek beest zien rondrennen. Het blijken er meer te zijn en volgens ons zijn het klipdassen, maar dat moeten we thuis nog maar even nakijken. Wel weer heel erg leuk want deze fluitende schatjes hadden we nog niet gezien. We drinken nog een wijntje en vallen lekker in slaap.
 
Dag 13 : Maandag 26 mei
We willen vandaag naar het Dinosaur NM gaan, niet al te ver hier vandaan. We rijden wederom kilometers lang door enorme golvende graslanden, al gaat het hier al wat meer richting woestijnachtig gebied toe, lage dorre vegetatie en indrukwekkende rotsformaties. Vlak voor het plaatsje Dinosaur slaan we noordelijk de route naar het park in en stoppen nog even bij het visitor centre. Hier krijgen we te horen dat enkel aan de westzijde van het park een campground ligt die bedoeld is voor RV’s, de rest is enkel voor tenten. We zien wel waar we eindigen, we gaan eerst het canyondeel van dit park bezoeken. Het is wederom een hele mooie route met hier en daar uitkijkpunten en aan het eind maken we een leuke wandeling die leidt naar een spectaculair uitkijkpunt over de canyon waar de Green River door heen gaat. Het is een beetje Grand Canyon in het klein, erg mooi. Het is inmiddels behoorlijk warm geworden, we schatten tegen de 30 graden aan, dus toch wel ff wennen zo na de sneeuw van gister. De chocolat icecream smaakt dan ook errug goed! Lang leven het diepvries vakje in ons campertje.
 
We tuffen langzaamaan terug en nemen een onverharde binnendoorweg, de Blue Mountain Road, richting de hoofdweg. Het is nog niet echt heel erg laat, maar we komen onderweg een paar hele leuke plekjes tegen aan deze gravelweg, met prachtige vergezichten over de onder ons liggende vallei, dat we besluiten te stoppen bij één en hier ons kamp op te zetten. En zo zitten we tussen de konijnen, met een koud biertje, genietend van het imposante uitzicht, op een doodstille prachtige plek.
 
Dag 14 : Dinsdag 27 mei
Vandaag bezoeken we het westelijke deel van het park. We verlaten dit heerlijke rustige plekje en hobbelen de gravelweg af terug naar de 40. Bij het Quarry Visitor Center lopen we wat rond en besluiten twee dino-petjes te kopen want het is erg warm en de zon brand op de koppies. Vanaf het Visitor Center loopt een korte Fossil Discovery Trail, die we dan ook aflopen (terug gaan we met de toeristische shuttlebus, en we voelen ons, zo met de Dino- petjes op, erg… toeristisch… het is wel een lachwekkend tafereel). Op de Fossil Trail zien we niet zo heelveel, maar op één punt is een wand waar wat versteende dino-botten uitsteken, toch wel leuk om te zien. Je kunt ze nog aanraken ook, 15 miljoen jaar oud! Een stukje verderop is dan het echte klapstuk te zien van dit gebied, een overdekte hal met een wand van circa 10 meterhoog en 50 meterlang, vol met dino-skeletten. Het blijkt een oude rivierbedding geweest te zijn, enkele skeletten zijn nog helemaal intact. Bij het binnenlopen van de hal overkomt ons toch een wauw-gevoel… dit is wel erg indrukwekkend. We maken dan ook veel foto’s en filmpjes en lopen meerdere keren door de hal rond om alles goed te bekijken. We hadden al gelezen dat indien je ook maar enigszins in de buurt van dit park komt, een omweggetje absoluut de moeite waarde is, en dat is het ook. Geweldig om te zien!
 
Na deze bijzondere ervaring besluiten we een kijkje te gaan nemen op de Green River Campground, een stukje verderop in het park. Het ziet er prima uit, genoeg schaduwrijke plekken, en we besluiten dan ook te blijven staan. De CG ligt aan de Green River in een dalletje waar het meteen ook groen is, het wemelt er dan ook van de beesjes, m.n. de eekhoorns zijn erg brutaal en komen zelfs even de camper in. Verder zit het vol met hagedissen en allerlei vogels, het is een erg leuke plek, nog niet voor een kwart gevuld met kampeerders.
Na de avondmaaltijd besluiten we nog een stukje te gaan rijden verder de weg af, dieper het park in. Het is een prachtige omgeving met geweldige rotsformaties waar je zonder al te veel fantasie zo de dino’s omheen ziet rondrennen. Aan het eind van de Cub Creek Road zit één rostwand vol met petroglyphen, rotstekeningen gemaakt door de oorsponkelijke indianen 1000 jaar geleden, sommige zijn nog helemaal onaangetast en stellen dieren, kleding en dagelijkse taferelen voor, erg mooi om te zien. Ook hier maken we wat wandelingen en genieten van de omgeving. We besluiten nog een stukje door te rijden en komen helemaal aan het eind van deze mooie route uit bij Josie Morris Cabin. Een houten hutje waar een behoorlijk geëmancipeerd vrouwke vanaf 1914 tot haar overlijden op 89-jarige leeftijd in 1964 helemaal only-the-lonely geleefd heeft, volledig zelfonderhoudend, zomer en winter. Het is een prachtige plek en erg leuk om rond te lopen. Vanaf de cabin maken we nog een wandeling de Box Canyon in, we klimmen een heel stuk naar boven totdat we volledig omringd zijn door drie gigantisch hoge steile rotswanden, we staan dan ook midden in een kom. Het enige wat er nog mist is een waterval aan het eind, maar het is een klein, koel, paradijsje. We rijden rustig terug naar de CG en zijn het er allebei stellig mee eens; wat een geweldig mooi park. Het heeft een beetje ons hart gestolen. Terug op de CG zitten we nog lekker een tijdje buiten met een wijntje en vallen uiteindelijk tevreden in slaap.
 
Dag 15 : Woensdag 28 mei
Vandaag willen we de omgeving van Salt Lake City gaan verkennen. Na een paar dagen van rust komen we al weer veels te snel in de drukte van een grote stad. Het is erg warm en voor het eerst hebben we de airco aan. De mormonenstad boeit ons echter niet zo en we rijden snel door naar Great Salt Lake State Park. Ook dit blijkt echter niet bijster interessant te zijn zodat we al rap onze weg over de 80 vervolgen. We willen het liefst een leuk plekje zo dicht mogelijk bij het meer zien te vinden, maar dat blijkt bepaald niet mee te vallen. Er gaan geen wegen naar het meer toe aan deze zuidzijde, waarschijnlijk omdat het simpelweg niet mogelijk is een goede weg over het uitgedroogde zout te leggen.
 
Toch zien we op de kaart een weggetje naar ‘Lakeside’ en slaan die dan ook in. Het is een nagenoeg kaarsrechte, grotendeels onverharde weg, vrijwel geheel door militair grasland. Het blijkt dat dit een oefenterrein is voor defensie waar ze kunnen spelen met het laten ontploffen van alles en nog wat. We mogen dan ook niet de weg af, en blijkbaar mogen de coyotes dat ook niet want we zien er twee dood langs de weg liggen, zo te zien neergeschoten. Helemaal aan het eind van de weg komen we niet, zoals we hadden verwacht, in een dorpje uit, maar bij een rangeerterrein en een bijbehorende afgegraven berg. Hier blijkt ook een spoordijk te liggen voor de treinen over het zoutmeer. Het is compleet uitgestorven en er hangt een bijna surrealistische sfeer. We komen niet echt in de buurt van het meer en proberen nog één weggetje uit die op de Tomtom wel een stuk langs het meer schijnt te lopen. Het is een onverharde hobbelweg, hier en daar slecht, en op een gegeven moment lijkt het ons dan ook niet verstandig om een ietwat steile afdaling te nemen. We zijn er niet 100% zeker van dat we hier namelijk ook weer omhoog kunnen komen. En omdat de grote weg inmiddels zo’n50 km van ons verwijderd is, besluiten we niet verder te gaan. Toevallig ligt er vlak voor het slechte deel een vlak stukje grond waar we mooi met de camper kunnen staan. We hebben een prachtig uitzicht over de vlaktes om ons heen met in de verte het zoutmeer en de spoorlijn. Het is doodstil, we zien wat pronghorns, er vliegen meeuwen rond die achter de sprinkhanen aanzitten en verder is het middle-of-nowhere-land. We maken avondeten klaar, turen nog wat over de vlaktes of we grote beesten zien, maar het is en blijft leeg. Een aparte plek met een geweldig uitzicht. We zijn weer happy en vallen wederom lekker in slaap. O ja, we hebben een huisdier, een housemouse die lekker van de Knäckebröd zat te snoepen.
 
Dag 16 : Donderdag 29 mei
Het heeft vannacht erg hard gewaaid en Roy heeft een ochtendhumeurtje want die heeft daardoor niet echt goed geslapen. Ikke heb oordopjes dus ikke heb als een roosje geslapen. Na Roy ietwat opgevrolijkt te hebben besluiten we naar het meer toe te wandelen. Er staat nog steeds een harde wind, en ondanks dat het best al weer warm begint te worden, voelt de wind koud aan. We slenteren voort, lopen naar de spoordijk toe, volgen een stuk de oever van het zoutmeer en gaan dan weer rustig terug naar de camper. Na ons opgefrist te hebben rijden we terug over de hobbelweg naar de interstate 80. We komen al gauw op een deel van de zoutvlakte waar we enkel rechts en links wit zien, het is een apart gezicht. We stoppen nog even bij een parking en lopen een stuk de zoutvlakte op, het is bloedheet en het felle, witte licht doet pijn aan de ogen.
Een stukje verderop gaan we nog even crossen over de vlakte bij de ‘Bonneville Speedway’, waar recordpogingen snelheid gehouden worden, alleen de camper zit daarna wel helemaal onder het zout. Maar het is wel leuk! We zien dat tevens ter hoogte van Wendover een shortcut over de zoutvlakte naar het noorden gaat, we rijden deze een stukje in, maar de weg wordt na een paar kilometer toch echt veels te slecht om te vervolgen. Dus er zit weinig anders op dan de 80 te blijven volgen en in de volgende staat, Nevada, de 233/30 te volgen naar het noorden. Ook dit is weer een rare weg, kilometerslange kale vlaktes afgewisseld met rotsformaties en vergezichten over de zoutvlakte. Het blijft een vreemde hoek van de US, maar wel fascinerend. Uiteindelijk komen we bij alweer een nieuwe staat uit, Idaho, en we besluiten naar het Curlew National Grassland te rijden, daar moet een campground bij zijn. En die blijkt nog leuk te zijn ook. Klein, aan het water, maar heel netjes en alleen de camphost is er, en een grote slang waar Marcel niet zo blij mee was. Er zijn nog wat jongens met een motorbootje aan het spelen, maar al snel horen we ze niet meer en even later komen ze vloekend teruggeroeid, motortje deed het blijkbaar niet meer. Mouse heeft het ook voor gezien gehouden, die was waarschijnlijk het geschud zat.
 
Dag 17 : Vrijdag 30 mei
Vandaag willen we Teton National Park halen, dus we rijden op tijd weg. Via wat binnendoorweggetjes rijden we naar Soda Springs en vanaf daar vervolgen we een prachtige route (89) langs de Snake River. Onderweg zien we veel vogels, waaronder kraanvogels, en we lunchen ook nog even bij één van de vele stroomversnellingen van deze woeste rivier. Daar genieten we even van, wederom, het heerlijke weer en bekijken de kano’s en raften die moedig de klasse 4 (van 5) stroomversnellingen bedwingen. Het levert spectaculaire foto’s en filmpjes op en een babbel met een leuke safety-kano-man. We zijn inmiddels alweer in Wyoming en volgen de 26/89 naar het behoorlijk toeristische Jackson, een plaatsje direct onder Teton NP. We doen hier boodschappen en omdat we optimaal willen profiteren van de gecombineerde 7-dagen toegangspas voor Teton-Yellowstone, en het al wat later begint te worden, besluiten we naar een afgelegen campground te rijden, nog buiten het NP. De mooie hobbelweg er naar toe loopt zowaar door een heel belangrijk gebied voor de Elk (wapitiherten). Hier overwinteren ze met z’n 1000’den tegelijk, in de gaten gehouden door wolven die de zwakke exemplaren uit hun lijden verlossen. Het moet een spectaculair beeld zijn en we willen dat best eens gaan zien, dus wie weet, misschien eens terug komen in de winter. In de lente trekt de hele meute naar het noorden, naar de Yellowstone vallei, dus nu zitten er geen Elk. Wel een verdwaalde pronghorn en we zien zowaar een dozijn mannetjes bighornsheep van heel dichtbij, een prachtig gezicht die stoere koppen met hun grote gekrulde horens. Als we uiteindelijk de campground naderen, na eerst door een met gele bloemen bezaaide meadow en een hobbelpad de berg op gereden te hebben, steekt er een coyote de gravelweg over. Hij is helaas te snel weg om een foto van te maken.
 
Bij de kleine campground lukt het ons maar niet om een leuk plekje te vinden waar we recht kunnen staan met de camper. Op twee tentjes na is het er compleet uitgestorven, zelfs de camphost is afwezig. Wel zien we overal om ons heen op uitkijkpunten tentjes staan. Een meisje die toevallig voorbij loopt vertelt ons dan ook dat dat hier heel normaal is en gedocht wordt. We besluiten dan ook niet op de muskietenvolle campground te gaan staan maar het nog hoger op te zoeken. Onderweg zien we diverse prachtige uitkijkpunten over de vallei en de Teton Mountains in de verte, maar de beste plekken zijn allen bezet. Uiteindelijk bereiken we dan een kleine vlakte waar we redelijk recht kunnen staan, het uitzicht is werkelijk waar geweldig. We staan op zo’n2.400 meterhoogte, het is best fris, hier en daar ligt nog wat sneeuw, maar de plek is wonderschoon.
 
Dag 18 : Zaterdag 31 mei
Marcel heeft vannacht niet zo heel best geslapen, dus heeft dit keer wat last van een humeurtje. Het prachtige uitzicht zo in de ochtend met de zon op de pieken van de Tetons vergoed wel het één en ander. We hobbelen terug naar Jackson en vlak voordat we Teton NP binnenrijden zien we twee coyotes door een meadow rennen en jagen, prachtig om te zien. In het NP slaan we al snel rechtsaf naar de Gros Ventre campground. Het is nog vroeg maar we willen weten of we moeten reserveren om in ieder geval een plek te hebben. Het blijkt echter een erg grote, leuke, campground te zijn en er is plaats zat. We reserveren dus niets, maar zien wel waar we vanavond eindigen. Onderweg zien we onze eerste grote eland van deze vakantie die lekker staat te snoepen van de berkenboompjes, er staat meteen een hele horde mensen het beesje te filmen en fotograferen. Ook lopen hier de echte wilde bizons rond, die dus niet binnen hekken lopen, maat overal naar toe kunnen. We rijden ook nog een stukje over de Gros Ventre Road naar een campground buiten het park (Atherton Creek), deze is best leuk maar toch wel wat afgelegen van alles.
 
Wel passeer je hier de Gros Ventre Slide, een deel van een berg is in het verleden na hevige regenval geheel naar beneden gekomen en heeft de complete omgeving veranderd en een meer laten ontstaan. Fascinerend om te zien. Op de Antelope Flats Road die we vervolgens weer terug in het park volgen, zien we bij een historisch gebouwtje, midden op de grasvlakte tussen de buffalo, ineens weer een coyote opduiken en een stukje verderop blijkt er zowaar een nest pups onder een schuurtje te zitten. We zien één van de puppies z’n koppie nog even naar buiten steken, maar helaas ging het allemaal te snel voor een goede foto. Wel leuk om te zien en ook hier staat wederom een hele horde mensen te fotograferen. In de ene staat worden ze afgeschoten, hier zijn ze een bezienswaardigheid. Raar land is het toch.
 
We vervolgen de weg via Moose en het Craig Thomas Discovery Visitor Centre. Hier pauzeren we even, bekijken alle leuke items in dit mooie gebouw, en hebben zowaar een erg goede wifi verbinding, dus alles wordt weer geupdate. Na een parkpas te hebben gekocht volgen we de Teton Park Road. We stoppen diverse malen om te genieten van de prachtige omgeving, de Teton Mountain pieken zijn werkelijk waar schitterend om te zien. Het weer blijft goed, alleen krijgen we tijdens de lunch op een parking een flinke hagelbui op ons neer met behoorlijke knikkers. Overal om ons heen zien we wel wildlife, vooral Elk en pronghorns. We volgen nog even een onverhard hobbelpad naar de Snake River en zien dat een stuk van een bos is afgezet vanwege ‘bear danger’. Waarschijnlijk een beer die daar jongen heeft gekregen. Na dit gehobbel rijden we naar de Signal Mountain Campground en vinden een dusdanig leuk plekje dat we besluiten te blijven. We maken avondeten en gaan daarna nog wat rondrijden, eerst de Signal Mountain Road op, het schijnt hier prime bear habitat te zijn, maar meer dan verschillende soorten eekhoorns zien we niet. Wel heb je bovenop een prachtig uitzicht en in de verte zien we tientallen Elk liggen aan de oever van de Snake River. We rijden nog even het stukje tussen Jackson Lake Junction en Moran Junction en zien hier bij de Jackson Lake dam vissende pelikanen en de Elk van dichtbij. Ook denken we bij één van de vele turnouts in eerste instantie bevers te zien, maar als we beter kijken, hebben ze gewoon een staart en zijn het dus beverratten. Ook leuk deze zo bezig te zien. Achter de Teton pieken gaat langzaamaan de zon prachtig onder, we tuffen terug naar de campground en maken het niet laat. Morgen willen we wat hikes gaan doen in dit prachtige gebied.   
 
Dag 19 : Zondag 1 juni
Teton verkend, mooie wandelingen naar Hermitage point (16 km), weinig gezien. Wel prachtige omgeving. Terug gereden naar Meadow Teton view.
 
Dag 20 : Maandag 2 juni
Teton verkend, wandelingen gemaakt naar o.a. Inspiration Point. Geslapen op Colter Bay CG.

Dag 21 : Dinsdag 3 juni
Van Teton naar Yellowstone. Zuidoosten verkend, 4 grizzly’s gezien op onder andere de weg richting East Entrance. Geen mooie weg vanwege het vele verbrande bos. Beland op de drukke Bridge Bay CG.
 
Dag 22 : Woensdag 4 juni
Vandaag moet het dan gaan gebeuren. We staan om 05:00 op van deze veels te drukke CG en rijden na even een snelle opfrisbeurt vrijwel direct weg. We willen op tijd in de Lamar Valley zijn en vanaf hier is het toch nog wel bijna 1,5 uur rijden. Het is prachtig zo, Yellowstone bij opkomende zon. We gaan over de Dunraven Pass heen en overal om ons heen zien we in de valleien de stoom van de geisers. Op Roy z’n camera hebben we een functie ontdekt waarmee we tegen de zon in nog haarscherpe foto’s kunnen maken, dit levert dan ook geweldig mooie plaatjes op. Als we de Valley binnen rijden gaan we op een turnout staan en dan is het kijken maar. Al heel snel zien we op een heuveltje voor ons een paar wolfachtige verschijningen liggen, en even later opstaan. We zijn helemaal buiten zinnen, maar het blijken achteraf toch ‘enkel’ coyotes te zijn geweest. Toch was dit vrij uniek, een roedel van 5 coyotes samen, dus we zijn toch blij. Op dezelfde plek zien we een moeder Pronghorn met twee kalfjes, die zich steeds verstoppen, erg aandoenlijk om te zien. En… op dezelfde plek horen we echt wolvengehuil, geweldig!
 
We proberen de coyotes te blijven volgen de vallei in, maar op een gegeven moment zijn we ze kwijt. In de verte zien we bij de Slough Creek CG een hoop mensen staan met grote telescoopkijkers, dus we gaan even polshoogte nemen. En ja hoor, er moeten aan de overkant, tegen de bergen aan, echte wolven zitten. We kijken met ze mee en heel even zien we dan snel een wolf door het beeld schieten. Ver, ver weg, maar we hebben onze eerste wolf gezien, eindelijk! We zijn helemaal happy, dit smaakt naar meer! We babbelen wat met de mensen om ons heen en de meeste zijn echte die-hards die hier elke ochtend heel vroeg staan, alles kent elkaar en praat in hun eigen wolventaaltje. De één heeft nog een sterker verhaal dan de ander en het is erg leuk om het allemaal aan te horen.
 
Op een gegeven moment zijn de wolven uit beeld, en besluiten we naar de Tower CG te gaan om te kijken of we een plekje kunnen vastleggen voor de komende dagen. Dit kan gelukkig en het is nogeeneens zo’n slechte plek, een beetje scheef, maar met een dikke steen onder één van de voorbanden lukt het aardig. Na een snelle hap, gaan we weer richting de vallei. En ja hoor, dit keer is het echt raak, rond 10 uur zien we dan echt drie grijze wolven rennen, toch op nog wel wat afstand, maar dit keer kunnen we zelfs wat foto’s maken. Machtig mooi! Even later zien we nog een glimp van een andere donkere wolf redelijk dichtbij, alleen dit was voorbij voordat we het wisten. Het rare is dat het ene moment je ze ziet, en dan zijn ze ineens weg. Het is hier ook erg glooiend met hier en daar bosjes, dus het blijft lastig ze goed te volgen.
 
We blijven een tijdje op deze plek staan, gaan op een heuveltje zitten om ons heen kijkend en opeens ziet Marcel een dikke grizzly beer uit het bos komen, met twee cubs. Tijd voor een bearjam! Binnen 5 minuten staan er dan ook 50 auto’s en we lopen af en aan om iedereen aan te geven wat er te zien is, erg leuk. Er verschijnt zelfs een tweede volwassen beer en de cubs worden door moeders de boom ingejaagd. Het is een erg leuk schouwspel wat een tijdje duurt.
De rest van de dag rijden we de vallei op en neer, we zien wat beren, een visarend nest met paps en mams, 100’den buffalo, velen pronghorn, een wolf/coyote waarvan niemand er echt uit komt wat het nu is, etc. etc. Het is een prachtige omgeving, een dierentuin zonder hekken. We blijven dan ook lang rondrijden en pas tegen de avond gaan we richting CG. Daar drinken we nog een biertje en vallen dan moe maar voldaan snel in slaap.       
 
Dag 23 : Donderdag 5 juni
Vandaag is het weer beesjes-dag en we staan dan ook om 5:45 op. We hebben het vandaag best koud gehad, maar vanaf deze CG is het maar 10 minuten rijden en dan zit je alweer in de Lamar Valley, dus het is het allemaal meer dan waard. We zijn nog steeds helemaal happy vanwege het zien van de wolven gisteren, maar we willen meer! We rijden dan ook direct naar de Slough Creek en daar staat alweer een horde fanatiekelingen. De rangers en de wolfmen (Rick en de nieuwe) staan er ook bij en het schijnt dat er aan de overkant boven tegen de toppen aan, zo’n 5 wolven rondrennen. We zien ze niet direct, maar op een gegeven moment is er weer consternatie, zien we wat wolven achter wat Elk aan gaan en vervolgens gaan zowel het zwarte alfa mannetje als het grijze alfa vrouwtje (vormen een paar) samen lekker bij elkaar liggen in het zonnetje, prachtig vol in beeld. Zo blijven ze zeker een half uur liggen en het is een adembenemend mooi gezicht. We mogen gelukkig hier en daar door andere hun telescoopkijkers kijken, anders zie je ze nauwelijks. De rangers praten aan één stuk door en vertellen allemaal leuke weetjes en feitjes. Het is koud, maar wat is het hier toch schitterend.
 
Nadat de wolven opgestaan zijn en uit het beeld verdwijnen, rijden we een stukje terug naar het begin van de Valley, waar de moeder Pronghorn zit met de twee calfs. Al gauw merken we op dat we een kalf missen, en iemand vertelt ons dan ook dat zojuist een zwarte wolf één van de kalveren heeft gedood, alleen er verder niets mee deed en weer vertrokken is, jammer genoeg hebben we dit net gemist. Het is een triest maar mooi schouwspel om te zien, maar de moeder Pronghorn weet niet wat ze moet doen; het dode kalf beschermen tegen de raven, of haar levende kalf tegen een coyote die er wel trek in heeft. Ze rent dan ook de ene keer hard achter de coyote aan, en de andere keer verjaagd ze de raven. We aanschouwen dit een tijdje, en de moeder lijkt dan toch het dooie kalf op te geven, gevolgd door het snel kaalplukken van het kadaver door de raven. Zo gaat het hier nou eenmaal. Marcel vertelt dit even later ook nog eens in alle geuren en kleuren enthousiast aan een passerend stel, alleen had even niet gezien dat er op de achterbank 3 kleine meisjes zaten die speciaal gekomen waren om de twee schattige kalfjes weer te zien. De gezichtjes werden dan ook snel bleek en moeders moest ze sussen om ze niet in huilen te laten uitbarsten. Het was erg grappig om te zien. Tja, zo leren ze tenminste jong hoe het er in real life aan toe gaat.
 
Na deze live National Geographic scene, besluiten we nog een poging te wagen de Beartooth Highway op te rijden. Het is erg mooi weer, helder, het is inmiddels alweer 10:00 en het lijkt een goed moment daar voor. We hobbelen rustig naar boven en de sneeuwwanden worden alsmaar hoger. Er ligt echter lang niet zoveel als een paar jaar geleden, maar dat heeft weer als voordeel dat we op de top wat korte wandelingetjes kunnen doen. De uitzichten zijn schitterend, we zien nog een dozijn witte mountaingoats vlak bij ons en we kijken een tijdje naar de extreem skiërs en snowboarders die op de paar hellingen die nog vol liggen, bijna recht naar beneden gaan. Na deze prachtige ‘must do’ route afgelegd te hebben, blijven we nog een tijdje in de Lamar Valley hangen, maar veel zien we niet meer. Op de terugweg babbelen we wel nog even met de nieuwe jonge wolfman, zien we nog wat pronghorns achter een coyote rennen, en spotten we een grote mannetjes bighornsheep, waar we vrij dichtbij kunnen komen. We houden netjes afstand naar de diverse beesjes, en we zijn daarom blij met onze extra grotere zoomlens voor de Nikon, want anders is het erg lastig goeie foto’s te maken van alle wildlife. Het is alweer bijna donker als we op de CG aankomen, drinken nog een biertje en vallen weer tevreden in slaap. Het was een erg geslaagde dag.    
 
Dag 24 : Vrijdag 6 juni
Vandaag kiezen we ervoor om wat anders te gaan doen dan beesjes kijken. Er is nog zoveel meer te zien en het is qua weer niet echt heel mooi dus een goeie dag om een beetje rond te rijden en de geisers en diverse watervallen te bezoeken. We staan dan ook wat later op, 08:15, en rijden na een rustig ontbijtje eerst even naar de overkant, bezoeken de Tower Fall, en dan richting zuid wederom over de mooie Dunraven Pass. Onder Canyon Village lopen we diverse trails naar de Lower en Upper Falls, sommige zijn best steil om weer terug te lopen, maar meer dan de moeite waard. Het mooiste punt blijft toch bij de Lower Falls bij de ‘Brink’ waar je aan de rand van de waterval staat, je kijkt recht naar beneden naar waar het water neer dondert en je hebt een prachtig uitzicht over de gele canyon. Vanaf daar tuffen we rustig verder zuid, bij de Hayden Valley zien we niet veel meer dan de gebruikelijke beesjes, we bekijken wat mudpools, dumpen het afvalwater bij de campground in Bridge Bay, rijden langs het Lake, en vervolgen de weg naar Old Faithful. Onderweg hebben we een paar flinke regenbuien, maar 5 minuten later schijnt de zon weer. Zo gaat het op en neer, het is erg mooi om te zien hoe de lucht er steeds anders uit ziet. De ene kant is het blauw, de andere kant donkere, zware wolken, dan weer zon er tussen in, een prachtig schouwspel. Bij Old Faithful zien we nog een coyote van vrij dichtbij en lopen we een rondje rondom de beroemde geiser. We hebben het allemaal al eerder gezien, maar het blijft toch een machtig beeld deze geiser te zien uitbreken, gadegeslagen door hordes andere toeristen. Na deze ‘must do’ en een wandeling rondom de prachtige Prismatic Spring met z’n mist, hobbelen we weer rustig verder richting Madison, Norris en terug naar Canyon Village. Daar zoeken we bij de Hayden Valley een turnout met een mooi uitzicht en warmen het avondeten op. We turen een tijdje over de vlaktes, maar behalve wederom het standaard assortiment beesjes, zien we weinig spectaculairs. Het blijkt wel dat er aan het eind van de vlakte af en toe een grizzly moeder met cubs tevoorschijn komt, maar wij zien ze niet. Als het begint te schemeren rijden we dan ook langzaam weer terug naar de Tower CG, weer over de Dunraven Pass, en onderweg hebben we een prachtig zonsondergang met schitterende gele, rode en roze kleuren. De CG is wederom vol, we drinken nog een biertje en duiken op tijd weer het bed in. Morgen laatste volle dag, helaas.
 
Dag 25 : Zaterdag 7 juni
Vandaag dus helaas de laatste hele dag hier in het park. We staan weer vroeg op, 5:50, en rijden direct weer naar de Slough Creek lookout. Onderweg zien we al weer snel de moeder zwarte beer met cub die maar blijven rondhangen in de directe omgeving van de Tower Fall. Het is nog vroeg maar er staat toch alweer een rij auto’s en kijkende mensen. Bij het binnen rijden van de Lamar Valley hangt de mist nog prachtig laag en zo met de opkomende zon is het wederom een schitterende ochtend. Bij de Slough Creek aankomend horen we dat er een uurtje geleden twee wolven waren die achter een Elk aanzaten, we zien ze helaas niet meer. Wel zien we aan de overkant tegen de berghelling weer een grizzly. We zijn maar gestopt met turven want op een gegeven moment weet je echt niet meer of je deze al gezien had. We zitten inmiddels al op zeker 20+ beren en 5 tot 8 wolven. We rijden nog even verder de Valley in maar hier hangt nog dikke mist, dus we rijden weer terug naar de Slough Creek, wandelen daar wat en horen vervolgens dat ze 5 minuten geleden de zwarte alfa male wolf weer hebben gezien. Weer net gemist, tja zo gaat dat hier, you have to be at the right place at the right time. Na het ontbijtje, eieren met spek, rijden we nog een paar keer op en neer voordat we een vaste plek kiezen om even een tijdje stil te staan. We hebben namelijk al een week niet aan het verslag gewerkt en dat moet nou toch echt gaan gebeuren.     
 
De rest van de dag komen we door door de Lamar vallei up and down te rijden.
We zien helaas geen wolven meer, maar wel nog twee zwarte beren en een coyote. Later op de dag rijden we nog even de onverharde Blacktail Plateau Drive, niet heel spectaculair, maar we zien wel een mannetjes elk met een groot gewei van dichtbij. Als we in de avond nog één keer de Lamar vallei op en neer rijden blijven we nog een tijdje bij de Slough Creek lookout staan, hopende de wolven weer te zien, maar helaas helemaal niets. Wel is het een prachtige plek, zien we twee bevers vlijtig bezig met hun burcht en zowaar een prachtig gevecht tussen een visarend, die net een dikke vis uit het water haalde, en een volwassen zeearend die de vis vervolgens afpakte. Bij het terug rijden naar de campground zien we nog even een ranger die ons weet te vertellen dat zojuist een zwarte female black wolf de weg overstak. We staan even stil, kijken wat rond, zien niets, maar horen vrij dichtbij wel ineens prachtig coyotegehuil met wat geblaf, gevolg door kortstondig wolvengehuil. Terug bij de CG drinken we nog een biertje en zetten we de klok op 5 uur… morgen de laatste kans om iets echt spectaculairs te zien…
 
Dag 26 : Zondag 8 juni
Vandaag moet het dan gaan gebeuren. Roy wordt om 4:50 wakker door wat lichte regen en we besluiten op te staan. Dat gaat niet van harte, maar het besef dat het de ‘last chance’ is geeft de doorslag. Om 5:10 rijden we van de CG, we zijn nog geeneens de eerste die vertrekken, en om 05:30 zijn we bij de Slough Creek lookout. Daar staan, zoals elke ochtend, alweer een aantal echte fanatiekelingen te wachten. De wolven hebben ze nog niet gezien, dus dat geeft hoop. Het is behoorlijk frisjes en we zijn dan ook goed ingepakt, handschoenen aan, muts op, zo wisselen we elkaar af met af en toe een bakkie koffie. Als Roy net weer in de camper zit en Marcel met één van de vaste gasten babbelt, krijgt deze een oproep dat aan de oostkant van de vallei, twee wolven een groot mannetjes Elk hebben gedood en van het karkas aan het eten zijn. Dus… inpakken en wegwezen!!!
 
We vliegen als een idioot, samen met een paar andere auto’s, door de vallei, ontwijken tig buffalo’s, rijden voorbij de Pebble Creek CG en zien in de verte al een meute auto’s staan. Als we aankomen zien we voor onze ogen hetgeen waar we voor kwamen; een wolf relatief dichtbij bij een zojuist gedode prooi, gretig de stukken vlees afscheurend en naar binnen slokkend. Wat een machtig schouwspel. We zoeken wat mensen op die we inmiddels kennen en kunnen door hun telescooplenzen meekijken. De eerste die van het karkas eet is een zwart alfa vrouwtje. Af en toe kijkt ze op, recht de camera’s in, verbluffend om te zien, met ogen die dwars door je heen kijken. Ze propt zich helemaal vol, waarschijnlijk voor de pups die ze heeft. Op gepaste afstand zit een zeearend te wachten op zijn beurt, en de raven proberen ook wat te stelen.

Nadat het zwarte vrouwtje klaar is, gaat de zeearend er met een lap vlees vandoor en komt heel voorzichtig een grijs mannetjes wolf tevoorschijn. Deze is nog indrukwekkender om te zien, het is een flinke jongen die nadat ie gegeten heeft lekker gaat liggen zodat we ‘m goed kunnen bekijken. Iedereen is stil en fluistert, het is een prachtig beeld om te zien. Vooral Marcel knijpt z’n ogen af en toe eens goed dicht om door te laten dringen wat wij hier aanschouwen, de kans dat wij dit ooit nog eens gaan zien is klein. We genieten met volle teugen. Na een tijdje is het mannetje alle aandacht daar aan de overkant zat, staat op en gaat liggen suffen achter een struik.

Wij babbelen nog wat na en dan is het echt tijd om te gaan. We nemen afscheid van een aantal mensen die we de afgelopen dagen wat vaker hebben gesproken, en met tranen in de ogen verlaten we deze magische plek. We willen blijven, we willen niet weg! Maar ja…
 
Een stukje terug, ter hoogte van de Slough Creek, gaan we op een verharde turnout staan om bij te komen van deze geweldige ervaring en nemen we wat uitgesteld ontbijt. Buiten is het prachtig. Het zonnetje begint weer goed door te komen, de ochtendmist trekt weg, overal om ons heen zien we kuddes bizons en wat pronghorns, en op een bergrand zien we nog een aantal bighornsheep lopen. Het is lekker rustig, heel af en toe komt er maar een auto voorbij, en op een gegeven moment stopt zowaar een Nederlands stel die al 2 jaar in Boston wonen en maakt Marcel een babbeltje met de vrouwelijke helft. Totdat de mannelijke helft ineens heel droogt opmerkt: “hee een wolf”. Staat er zowaar op 20 meter afstand van ons ineens een zwarte wolf ons te bekijken!!! Nog niet bijgekomen van de vorige ervaring was het even niet helemaal duidelijk wat te doen. Dus werd als eerste Roy er snel bijgeroepen want die zat in de camper het dichtst bij de camera.
 
Enfin, Roy naar buiten, wolf loopt langs, vele foto’s gemaakt, Marcel van z’n à propos, Nederlands stel is hier net en denkt dat dit de gewoonste zaak van de wereld is en vergeet bijna foto’s te maken, wolf is even uit zicht, komt dan weer in zicht met een pronghorn kalf in zijn/haar bek, en verdwijnt dan definitief achter een bosje. Denken we alles gehad te hebben gebeurd dit voor onze ogen… wat een ochtend.   
 
Ook dit laten we even bezinken en dan is het nu toch echt tijd het park uit te rijden. Onderweg zien we nog één zwarte beer, we zien vele Elk met calfs bij de Mammoth Hot Springs en passeren even later met weemoed het bordje ‘you are leaving Yellowstone’. Wat een geweldige aantal dagen zijn dit geweest, dit hadden we van tevoren niet durven dromen. We hebben meer dan 10 verschillende wolven gezien en een dikke 20+ zwarte en grizzly beren inclusief cubs. Daarnaast een handvol coyotes, we hebben het wolvengehuil gehoord, dramatische maar fascinerende scènes voor onze ogen gezien, maar bovenal genoten. Wat een prachtig gebied is het toch, als je er maar de moeite voor neemt en niet enkel doet wat het gros van de toeristen doen. Wie weet, hopelijk tot een volgende keer!
En dan is het weer de drukte in van het dagelijkse leven. We nemen de snelweg richting Bozeman, tanken eindelijk weer eens relatief goedkoop, gaan de McDonalds in voor de wifi en een snelle hap en gaan boven Deer Lodge de 90 af. We willen binnendoor naar Calgary en rijden naar een plek aan een riviertje in een bos tussen Seeley Lake en Condon waar we tijdens een vorige vakantie hebben gestaan. De weg er naar toe is erg mooi, over glooiende, groene heuvels heen met enkel ranches om ons heen en we zien zowaar nog wat pronghorn en twee coyotes. Op de plek aangekomen staat er verder niemand, we zetten de RV mooi naast de rivier, we genieten nog even van de stilte en enkel de bosvogels, eten wat, werken het verslag bij, en vallen tevreden, zeer tevreden mag ik wel zeggen, na een laatste wijntje, in een diepe slaap. Soms zijn er van die dagen die nauwelijks te overtreffen zijn, dit was er één van.
 
Dag 27 : Maandag 9 juni
Vandaag laatste volle dag, we hebben niet echt haast dus blijven wat langer liggen. Rond 8 uur wordt het dan toch tijd om op te staan en we doen rustig aan bij het ontbijt. We tuffen vervolgens verder over de mooie wegen door Montana. Het is een prachtig gebied, overal om je heen zie je in de verte de besneeuwde toppen van de Rockies, rij je dan weer door groene valleien met kabbelende riviertjes en dan weer door prairielandschap. De ‘Going to the Sun road’ in Glacier NP was nog niet open, dus we rijden er met een boog omheen, ook geen straf. In Babb tanken we nog voor de laatste maal binnen USA om de cash dollars kwijt te raken, $ 3,99 / gallon, oeps, da’s veel, maar ja dat is de gok die je maakt. Achteraf hadden we beter aan de westzijde van het NP kunnen tanken waar de gallon $ 3,49 kostte. Ach ja, duur blijft het toch. We komen probleemloos de grens over met Canada na wat vragen beantwoord te hebben en vervolgen dan een prachtige route langs het Waterton Lakes NP. Het is werkelijk waar schitterend hier en we zijn in staat zo weer naar Alaska te rijden. Canada blijft toch het land van de onmetelijke ruimte en het ziet er allemaal minder rommelig uit dan in de USA. In Pincher Creek doen we nog wat noodzakelijke laatste boodschappen en rijden dan over de wederom erg mooie B-weg 22 door prairielandschap langs grote ranches naar het Chain Lakes Provincial Park. Vlak ervoor zien we zowaar nog een mooie coyote rare sprongen maken in de berm, waarschijnlijk achter een prairiehondje aan want daar zit het hier vol mee. De CG is ruim, met lage begroeiing. Er staan 3 andere RV’s, that’s it. Het zonnetje schijnt lekker, af en toe wat wolken, maar het is heerlijk zo. We maken de laatste avondmaaltijd klaar en dan… langzaamaan inpakken maar. Morgen is het echt voorbij en wordt het een vermoeiende dag. Soms zou je willen dat je zo even een dag of twee kan overslaan, want zo lang gaat het duren voordat we echt weer thuis in ons bedje liggen.
 
Dag 28 : Dinsdag 10 juni
Vandaag camperinlever- en vliegdag. We doen rustig aan, hobbelen naar Calgary naar de carwash waar we nu voor de derde keer komen en tanken de propaantank vol bij de Husky. Daarna naar CA en alles gaat daar soepel. Omdat we de camper tot morgen gehuurd hebben, kunnen we ‘m lekker laat inleveren. Er wordt eigenlijk nauwelijks naar de camper gekeken, en de afrekening gaat ook vlot. We pakken in, nemen de taxi naar het vliegveld, hangen daar een paar uur rond en via de wifi kunnen we internetten. Om 10 uur ’s avonds vliegen we dan eindelijk met BA eerst naar Londen. We zitten in het midden en hebben, hoera hoera, 3 stoelen voor ons tweetjes. Na een laat diner kijken we wat filmpjes en proberen dan wat te slapen. Dat is dan wel weer een voordeel van zo’n nachtvlucht, op een gegeven moment val je vanzelf wel in slaap. We slapen allebei dan ook zo’n 4 uur en dat is toch erg prettig meegenomen. In Londen gaat ook alles soepel en hoeven we niet al te lang te wachten. In Amsterdam komen de rugzakken als één van de eerste van de band, en staan we binnen drie kwartier na landen al in de trein. In Den Bosch pakken we de taxi en om half 9 pm zijn we thuis. Nog even wat eten en we voelen ons best redelijk. Morgen meteen weer aan het werk en zo rap mogelijk in de dagelijkse routine komen. Het zit er weer op, maar we hebben weer wat geweldigs om op terug te kijken!!! Het is alleen weer veels te snel gegaan… 
 
Uiteindelijk heeft de camper voor bijna 4 volle weken € 156,- totaal gekost, incl. de 9.400 km die we gereden hebben. Oftewel nog geen 3 euri pppd. Absurd! Tja op deze manier kunnen we nog heeeelveeeel van dit soort trips gaan maken. OK, de kosten voor de brandstof zijn een beetje de pan uitgerezen met een gemiddelde van US$ 3,63 / gallon en een verbruik van 11,93 miles/ gallon (totaal € 1.318), maar dat mag de pret niet drukken, het ticket was ook een aanbieding. En… de ervaringen waren onbetaalbaar! Dus… op naar de volgende trip!!!
 
Km gereden: 9387
Totaal liters: 1851   
Verbruik: 5,07 km/l (11,93 m/g)   
Totaal tankkosten: 1318 €
Gem. brandstofprijs: 0,71 €/l (3,63 US$/g)