Oost-USA april 2005

Reisverslag Oost USA april 2005
Word – 78,0 KB 264 downloads

Dag 1 : donderdag 31 maart

Op Schiphol vertrokken met de KLM 641 om 14:10 uur. Helaas  hadden we circa 50 minuten vertraging i.v.m. een defect aan de laaddeur van het vliegtuig, hierdoor kwamen we pas om 15:35 uur in New York aan, lokale tijd. Esther stond ons bij de gate al op te wachten. Ze heeft een stoere SUV 4x4 Ford Explorer en dat heeft ze ook nodig met zo’n enigszins agressieve rijstijl. Pa en Ma hadden ons hier al voor gewaarschuwd... Als we bij haar huis in Westport, Wilton Road, in de staat Connecticut aankomen maken we gelijk kennis met Taschja de 9 jaar oude Husky Collie mix en krijgen we een rondleiding door het huis. We babbelen bij onder het genot van een lekker hapje garnalen, schelpen en iets van peen-hamtaart en een deegpuntje met iets groens erin.

 

Dag 2 : vrijdag 1 april

We staan om kwart over zeven op en krijgen een lekker ontbijt geserveerd, koffie, juice shake en brood met kaas, kalkoen en komkommer erop. Rond half tien zijn we met Esther samen in de SUV de omgeving gaan bekijken, Westport is een leuk lang uitgestrekt dorp langs de zee. Er staan hier nog mooie, oude, houten huizen in Victoriaanse stijl. We wandelen nog even met Taschja over het strand. Hierna hebben we Taschja thuis gedropt en zijn we naar New York gereden. Hier hebben we alle bekende straten rond Centralpark / Manhatten afgereden en de auto geparkeerd bij de vismarkt. We bezoeken lopend Downtown New York en drinken bij Fraunces Tavern koffie. Dit is een Nationaal Historisch Landmark en één van de oudste gebouwen van NY, hier heeft President Washington zijn welvaartsspeech gehouden (1783) tegen zijn troepen. Na de koffie lopen we naar Ground Zero, het is nog steeds een groot gat maar ze waren alweer aan het bouwen en de metro deed het ook al weer. Het is wel indrukwekkend met name vanuit het Financial Building aan de overzijde heb je een goed overzicht over Ground Zero (Marcel heeft ooit in 1991 boven op één van de twee torens gestaan). We lopen terug naar de SUV en rijden in het donker nog over Broadway en door diverse leuk met reclameborden verlichte straten. We besluiten met z’n drieën te gaan eten bij Jekyll and Hyde, dit was erg leuk, het is een spookrestaurant en ze hebben daar zeer lekkere hamburgers, kiprol, drumsticks en salades. Het eten hebben we met een wandeling door Central Park laten zakken. Tegen negen uur rijden we terug naar huis en om half twaalf zijn we gaan slapen en hebben we gedroomd over de reeën, wasberen en eekhoorns die we hebben gezien.

   

Dag 3 : zaterdag 2 april

We staan om zeven uur op omdat Marcel rechtop in bed zat; jetlagje en excited omdat we vandaag de camper op gaan halen en de reis echt gaat beginnen. Na het douchen en ontbijt hebben we om half tien eerst een huurauto opgehaald bij Avis in Westport bij het treinstation. Vervolgens terug gereden naar Esther en de huurauto vol geduwd met onze bagage en camperspullen. Om kwart voor twaalf weggereden om de R.V. op te halen in Metford bij Eddy’s Trailer Sales.  Hier zijn we rond kwart voor één, en na de afwikkeling van de papieren en inspectie van de camper zijn we om kwart voor drie vertrokken. We droppen eerst de huurauto bij Avis op Huntington Station en gaan daarna boodschappen doen bij een grote supermarkt (Waldbaums). We waren allebei dusdanig moe en het was slecht weer dat we besloten om op de parking te blijven overnachten. Het heeft tot middernacht behoorlijk gestormt.  

 

Dag 4 : zondag 3 april

Om half zeven opgestaan en om acht uur weggereden, via de 495 richting New York en toen de 95 op richting Philadelphia waar we de 76 nemen richting Cleveland. Dit is een tolweg die dwars door de Appalachian Mountains gaat. Maar hier komen we ook weer in slecht weer terecht met zware windstoten, regen en sneeuwstormen. De tegengestelde rijbaan was op een gegeven moment ook al afgesloten en er stond een lange file. Er was een ongeluk met een vrachtwagen gebeurd, ook zien we nogal wat sneeuwschuivers rijden. Om acht uur zijn we net over de staatsgrens met Ohio gestopt bij een truckstop, hier maken we eten klaar en we waren allebei moe en besloten om hier ook maar te overnachten.

 

Dag 5 : maandag 4 april

Rond kwart over acht opgestaan en Marcel maakt het ontbijt klaar. Tegen half tien zijn we weggereden via de 76 en de 8 naar Cuyahoga Valley N.P. waar we een stukje lopen bij het Hunt Farm Visitor Centre. Hier zien we eekhoorns, spechten, een muskusrat en een rode kardinaal en ook zien we knabbel en babbel. Iets ervoor was nog een broedplaats voor reigers op Bath Road. Een leuk maar klein NP, niet echt heel bijzonder. We rijden verder over de Riverview road naar de Brandywine Falls met restanten van een oude elektriciteitscentrale / molen. Hierna nog de scenic road gereden en rond kwart over vier naar de 480 richting Toledo gereden. In de verte zagen we de wolkenkrabbers van Cleveland staan. Het was vandaag lekker weer en Marcel is zelfs een beetje verbrand. Op de 80 zien we een prairiehondje en stoppen we rond zes uur om te eten. Om half acht rijden we verder tot net na Portage wat weer net voor Chicago ligt. Hier zijn we op een parking gaan staan en hebben we ook nog getankt.    

 

Dag 6 : dinsdag 5 april

We hebben slecht geslapen met al die ronkende vrachtwagens om ons heen en staan om zeven uur op. Rond kwart over acht rijden we een stukje terug naar Indiana Dunes National Lakeshore. Dit is een zandstrand met duinen en twee staalfabrieken aan Lake Michigan net voor Chicago. We maken hier een flinke strandwandeling en rijden daarna een stuk van de 49 en gaan dan de 80/94 op in westelijke richting, net voor Rock Island zijn we de Mississippi overgestoken en toen rechtsaf in noordelijke richting naar Clinton. Dit is een leuke weg langs de Mississippi, bij Sabula zijn we rechtsaf richting Savanna gegeaan en hier hebben we even gepauzeerd in het zonnetje op een schiereilandje. We rijden verder via de 84 aan de noordzijde van de Mississippi in noordelijke richting en aan het einde rijden we verder via de 20.  Ook dit is een mooie weg door heuvelachtig gebied met veel landbouw en veeteelt. Net voorbij Galena zijn we gestopt bij een RV-camping. We hadden geen water en stroom maar we konden er wel douchen.

 

Dag 7 : woensdag 6 april

Om half acht opgestaan en na het ontbijt boodschappen gedaan bij Walmart en hier moesten we ons legitimeren omdat we alcohol hadden gekocht. Dit kwam omdat ze Marcel jonger inschatte dan 27 jaar. Hij was de hele dag blij en ik zal dit wel de hele vakantie blijven horen. Vanaf Galena zijn we de 20 verder afgereden in noordelijke richting naar Dubuque en hier zijn we de Mississippi weer overgestoken en gaan we via de 52 verder naar Guttenberg waar we de 56 nemen naar Prairie du Chien en steken we de Mississippi weer over. We nemen de 35 en onderweg eten we nog even een hotdog en steken we de Mississippi bij Lansing weer over en gaan we via de 26 naar La Crosse waar we de Hwy 90 opgaan in westelijke richting. We wilde bij Kilen Woods State Park overnachten maar dit park was gesloten i.v.m. werkzaamheden.

We hebben toen maar besloten om bij de Burger King op de parking te gaan staan terwijl McDonalds vandaag 50 jaar bestaat. In Nederland zie je veel dode konijnen liggen langs de weg, hier niet maar wel veel wasbeertjes en stinkdiertjes. We gaan nog even een Whopper eten en daarna aan de rum-cola en ’s avonds tekenen we de gereden route in het KOA-boek in. 

 

Dag 8 : donderdag 7 april

Kwart over zeven opgestaan, het was koud vannacht, kwart over acht zijn we verder gereden over de 90 en zijn we net over de staatsgrens met South Dakota gestopt om te ontbijten. Hier kreeg Marcel opeens last van opruimdrang, alles werd opgeruimd en uitgepakt. Rond kwart over elf zijn we verder gereden en hebben we bij White Lake benzine getankt en na 7 mile verder over de 90 te zijn gereden hebben we de 45 South genomen. Eindelijk zien we levende maar ook dode konijnen langs de weg, ook zien we een paar prairiehondjes. Na circa 25 mile nemen we de 44 in westelijke richting en steken we de Missouri River over, Lewis en Clark zijn hier ook geweest in opdracht van President Jefferson. Net voor Dixon hebben we de eerste Bisons gezien maar deze liepen op een boerderij. Bij Mission zijn we rechtsaf gegaan de 83 op in noordelijke richting en na 20 mile gaan we links de 44 op. Ter hoogte van White River zagen we 2 Pronghorns rennen. Vanaf Cedar Butte werd het een mooie weg door de heuvels en zandduinen, het zag er een beetje Badlands achtig uit. Op de kruising Eagle Nest met Butte zijn we rechtsaf gegaan naar de Hwy 90 Kadoka en rijden we een klein stukje terug naar de Petrified Gardens, dit was niet zo interessant en we keren gelijk weer om en zijn bij afslag 131 naar Badlands National Park gereden. We betalen $ 10,- entree voor 7 dagen en rijden via de Norht West Entrance het park in. We stoppen bij de Big Badlands Overlook, dit was zeer mooi en bij Ben Reifel Visitor Centre hebben we de Badlands Loop Road gereden.

 

We zijn hier op veel plekken gestopt om te genieten van het uitzicht en we hebben veel beestjes gezien: prairie hondjes, roofvogels, blauw vogeltje, mule deer, fretjes en rabbits. Vanaf deze weg zijn we de Sage Creek Rim Road opgereden. Deze is onverhard en geeft een mooi overzicht van het park. We zien veel mule deer en een paar mile voor Sage Creek campground zagen we de eerste Bizons lopen, het was te laat om er nog mooie foto’s van te maken, het was inmiddels 19:30 uur en de zon was net onder gegaan. Hopelijk hebben we morgen meer geluk. Op de campground stond 1 camper en 3 auto’s, lekker rustig dus, maar er lagen wel veel uitwerpselen van Bizons op de kampeerweide. We hebben een mooie sterren hemel en het was muisstil op de campground.      

 

Dag 9 : vrijdag 8 april

Ik, Roy, sta om kwart over zeven op en ga gelijk een stuk lopen, na een paar honderd meter sta ik al oog in oog met 2 Bizons, deze vertoonde weinig interesse in me. Een stuk verderop stonden nog eens 4 Bizons waarvan er 2 wel interesse toonde en deze volgde mij dan ook circa 200 meter totdat er een auto van de campground reed waardoor ze stopte met mij achterna te lopen. Terug bij de camper ontbeten en Marcel heeft nog van een schuurpaal wat haren van Bizons meegenomen. Tegen half tien weggereden, eerst naar Scenic via de 44 hier zien we nog 4 wilde kalkoenen lopen, toen door naar Rapid City. We tanken hier even benzine en gaan dan verder via de 16 en 16A naar Mount Rushmore. We bezoeken hier de 4 uitgehakte Presidenten van de U.S.A., volgens Marcel die hier al eens eerder was geweest is alles behoorlijk verouderd, maar het is wel indrukwekkend en groot. Onderweg naar Crazy Horse Memorial hebben we nog wat Mule deer gezien. Het visitor centre is een groot complex waar van alles te zien en te doen is. Het beeld van Crazy Horse wijst over het land heen als het klaar is, dit gaat nog wel wat jaartjes duren. Ze zijn er in 1948 aan begonnen en word zonder staatssteun ontwikkeld. Vanaf hier zijn we door Custer State Park gereden en zien we veel herten, geiten en bizons.

 

In Hermosa rijden we via de 40 naar White River, hier keren we want we hebben de afslag met de 2 gemist die niet aangegeven stond. Op de terugweg krijgen we last van steenslag en hebben we nu een sterretje in de voorruit. Als we het Visitor Centre voorbij zijn rijden we de 27 op richting Scenic waar we na een paar mile rijden de Sheep Mountain Table oprijden. Deze is 1000 meter hoog en je hebt hier een mooi uitzicht over de Badlands. Na dit bezoek rijden we verder en gaan via de 590 terug naar de campground, toen we daar aankwamen liepen de bizons over de campground en hebben we een mooie zonsondergang met een harde wind. Het avondeten bestaat uit kip met boontjes en een kaassaus en rijst. Het is een prachtige, rustige plek.        

 

Dag 10 : zaterdag 9 april

We staan om kwart over zeven op, het heeft de hele nacht hard gewaaid. Na het ontbijt rond half tien vertrokken via de Sage Creek Rim Road en de Badlands Loop Road terug naar het Visitor Centre (Ben Reifel). Onderweg zien we veel Bizons, Mule Deer, Groundhorns, Prairie Hondjes enzovoorts lopen. Via Hwy 90 rijden we terug richting Rapid City, bij Sturgis getankt en rijden we de 34 circa 4 mile in noordoostelijke richting en nemen dan de 79 noord. We kijken nog even bij Bear Butte State Park naar de campground maar deze was gesloten. Bij Reva rijden we net langs the Geographic Centre of the U.S., de hele weg was net een soort Mongoolse toendra, apart en uitgestrekt. We gaan hier naar Custer Nat. Forest om hier op de Slim Buttes campground te gaan staan, we staan helemaal alleen. Om zes uur maken we het avondeten klaar en na de afwas kwamen er nog vier nieuwgierige kalkoenen langs. Tegen de schemering zat er nog een grote uil op 10 meter afstand van de camper en kwam er aan de achterzijde van de camper nog een grote groep herten langs gelopen. Toen het helemaal donker was hebben we bij kaarslicht de route gepland.     

 

Dag 11 : zondag 10 april

We hebben weer slecht geslapen door de wind en we staan om kwart over acht op en na het ontbijt vertrokken. Eerst de 20 naar Buffalo en hier rechtsaf de 85 naar North Dakota, het is een heuvelachtig graslandgebied voor koeien en bizons. Op deze weg zien we ook heel veel Pronghorns. Bij Amidon gaan we linksaf en na vier mile rechtsaf binnendoor naar Medora, dit is een mooie rode gravelweg, een beetje Badlands achtig. Medora is een toeristische Cowboy stad met veel restaurants en motels. Maar het ziet er uitgestorven uit nu. We rijden door naar het Theodore Roosevelt Visitor Centre, betalen 10 $ entree, lopen even door het museum en rijden dan het park in. Normaal kun je rond rijden maar in verband met wegwerkzaamheden was het achterste stuk afgesloten dus we hebben 2x op en neer moeten rijden. We zien veel bizons lopen maar deze zijn een stuk kleiner dan in de Badlands, we denken dat dit de vrouwtjes zijn met hun kalveren. Verder zien we nog enkele wilde paarden lopen, heel veel Prairiehondjes en Blue Mountain Birds. Het park lijkt een beetje op de Badlands. Helaas was de weg naar de Ranche van Theodore Roosevelt afgesloten, maar we zijn wel bij de Peaceful Ranche wezen kijken. In de zomer kun je hier paardrijden maar nu liepen er veel Bizons rond. We gaan op de Cottenwood Campsite aan de Little Missouri River staan voor te overnachten en hebben we voor vier dagen eten klaar gemaakt.   

 

Dag 12 : maandag 11 april

Roy staat om kwart over zeven op en gaat een uur wandelen, Marcel kon niet wakker worden. Na het ontbijt zijn we om tien uur weg gereden. We rijden verder via Hwy 94 in oostelijke richting, dit was een saaie weg,  grasland en heuvelachtig landschap en het regent. Na Glen Ullin pauzeren we even en bij Medina tanken we de camper weer vol met benzine. Het regent nog steeds en het landschap ziet er uit als landbouwgebied. Marcel was nog steeds duf en futloos en had zijn off-day. Bij Fargo zijn we boodschappen gaan doen (het is droog) en kopen we ook twee slaapzakken die tot - 20°C bestending zijn en deze zijn hier goedkoop. Vanaf Fargo volgen we de 10 en net na de kruising met de 9 zijn we hier voor 9 $ in het Buffalo River State Park in Minnesota gaan staan met elektriciteit, kunnen we het fototoestel en scheerapparaat opladen en hebben we s ’avonds de foto’s bekeken die we tot nu toe gemaakt hebben.

 

Dag 13 : dinsdag 12 april

Acht uur opgestaan, omelet klaar gemaakt en een rondje over de campsite gelopen en we zien nog een Woodchuck. Toen vertrokken richting Park Rapids en hebben we geprobeerd olie te laten wisselen van de camper maar dit kon niet omdat deze niet binnen in de garage paste. We hebben nog gebeld met Cruise America hierover en de ster in de voorruit. We zijn toen verder gereden via de 71 en de 2 naar Grand Rapids. Hier nemen we een kamer in het Super 8 motel om eens lekker te kunnen slapen en douchen. We zijn hier nog bij de Ford dealer geweest voor het verversen van de olie en deze heeeft ons een adres gegeven van iemand die onderhoud doet aan RV’s. s’Avonds hebben we bij Sammy’s pizza gegeten, 2x large, dit was er één teveel. In onze kamer nog tot half één naar Animal Planet liggen kijken. Vandaag zijn we ongeveer 4 of 5 keer de Mississippi overgestoken en zijn we langs Lake Itasca gereden, dit is het beginpunt van de Mississippi. Langs de 71 hebben we nog een bever gezien en veel beverburchten en Marcel heeft ook nog een Amerikaanse arend gezien. En op de één of andere manier is het trappedaal van het toilet stuk gegaan...         

 

Dag 14 : woensdag 13 april

Om zeven uur opgestaan en om half acht naar de RV Service gereden, deze had om half negen plek voor een onderhoudsbeurt. We zijn toen terug gegaan naar het motel om de was uit te wringen en om half negen terug gereden naar de RV Service. Tijdens het onderhoud bellen we met de gehele familie Janssen. Om tien uur zijn we vertrokken na de onderhoudsbeurt en om elf uur zijn we net buiten Grand Rapids gaan lunchen aan het water langs Hwy 169 North. Via deze weg rijden we naar Virgina en hier de 53/ 169 North genomen richting Ely. Hier zijn we op Birch Lake campground gaan staan aan het meer. Er lag nog veel ijs op het meer en rechts van ons zat een Turtle op een rots te zonnen. Boven ons vloog ook nog een zeearend en onderweg hebben we er ook nog zes zien zitten op het ijs in een meertje. We eten de koude large pizza van gisteren op (best lekker). ‘s Avonds  zijn we op campground nummer 12 gaan staan en hebben we nog een kampvuur gemaakt.

    

Dag 15 : donderdag 14 april

Half tien opgestaan en lekker gelanterfantert, om twaalf uur een stukje gaan rijden en zijn we omgekeerd en hebben we nog bij een andere campground gekeken aan de rivier maar dit was niks, toen zijn we terug gereden naar Birch Lake campground en zijn we op nummer 13 gaan staan i.v.m. de wind. We zijn de hele middag bezig geweest met hout sprokkelen en een omgevallen berkenboom in 5 stukken zagen met ons Zwitsers zakmes. We hebben vanmiddag onze eerste echte bever van dichtbij gezien, die lag lekker op zijn burcht te zonnen en toen hij ons zag en we hem riepen kwam hij even naar ons toe gezwommen. ‘s Avonds lekker bij het kampvuur gezeten.     

 

Dag 16 : vrijdag 15 april

Negen uur opgestaan en alles opgeruimd en Marcel met veel moeite uit bed gekregen. Tegen elf uur zijn we weg gereden, rond half twee pauzeren we even langs de 61 bij Grand Marais. Om 15:00 / 16:00 uur tijdzone kwamen we bij de Canadese grens aan. Hier werden eerst vragen gesteld van waar we vanaf kwamen en wat we gingen doen in Canada en hoelang we bleven ect. Toen moesten we naar binnen, eerst naar emigratie dit duurde 10 minuten, en toen konden we met de camper naar de douane, deze werd helemaal doorzocht en toen konden we eindelijk Canada in. Het eerste stuk van de weg was niet spectaculair, veel bomen gekapt langs de weg en Thunderbay was een stinkstad. Pas 30 km voor Nipigon werd het mooi, ruw en bevroren meren langs de Trans Canada Hwy 11/17. Na Nipigon gaan we verder over Hwy 17 en we stoppen bij het gesloten Rainbow Falls Prov. Park om het avondeten klaar te maken; kip in een kaassaus met boontjes, paprika en uien en rijst. We besluiten hier ook te overnachten bij de  toegangspoort van het park welke tussen Rossport en Schreiber ligt.

 

Dag 17 : zaterdag 16 april

Om half tien opgestaan met veel moeite na een zware nacht met het verteren van de kaas en de regen. Om elf uur weg gereden, ter hoogte van Neys Prov. Park zagen we onze eerste Moose lopen en tussen Marathon en White River de 2e. White river is de geboorte plaats van Winnie de Pooh. Hij is dus ook dolblij dat hij weer even thuis is. Hier tanken we nog 20 liter benzine en zijn we doorgereden naar Wawa, hier gooien we de benzinetank helemaal vol en tanken we bij Wabby’s restaurant de watertank vol en hebben we nog even in het Duits met de 77 jarige Duitse eigenaar een babbeltje gemaakt. Van hieruit zijn we de 101 opgereden, deze weg is veel mooier ook omdat het laatste deel van de Hwy 17 veel bos was verbrand. Tussen Wawa en Chapleau zien nog 2x een Moose lopen en een witte arend. In Chapleau zijn we het Chapleau Crown Game Preserve ingereden, dit is een 75 km lange zandweg naar een campground ver in het park. De laatste 10 km waren zeer drassig i.v.m. de dooi van de sneeuw en vorst in de grond. Bij de campground aangekomen was deze gesloten. We hebben op de heenweg een bever gezien die via een duiker onder de weg door kan zwemmen en op de terugweg waren het er twee. Ook zien we renkippen (Patrijzen?). Bij een Bird Picknick Area zijn we gestopt, circa 30 km van Chapleau af, deze lag aan het water en toen we uitstapte zagen we drie bevers en stonden we maar een paar meter van hun burcht af. We weten niet of we hier mogen blijven staan om te overnachten, we nemen het risico maar en we staan ook nog eens in een berenbos.    

 

Dag 18 : zondag 17 april

Om half tien opgestaan, lekker ontbijtje gegeten in de zon en vervolgens zijn we een stuk gaan wandelen. We zien een grote burcht aan de overkant van de weg waar ook veel dikke berkenbomen zijn omgeknaagd. Om half twaalf zijn we gaan rijden en bij Timmins zijn we gestopt om bij Walmart boodschappen te doen en eten we een big-mac. Tegen vier uur rijden we verder, we gaan de staatsgrens Ontario/Québec over via de 101 en zien we tot aan Duparquet alleen een handjevol raven. Hier gaan we rechtsaf en na een paar kilometer weer linksaf naar Destor, vanaf hier word het een zandweg die lijdt naar Parc d’Aiguebelle, bij de ingang zijn we gestopt, de weg in het park lag nog vol sneeuw en was zacht en modderig, we rijden dan ook niet verder en besluiten hier te blijven overnachten. We maken hier voor de tweede keer kip met kaassaus klaar, nu met noedels. We staan nu in Québec dit is Franstalig dit kan nog leuk worden.

     

Dag 19 : maandag 18 april

Marcel kon niet slapen, we zijn om zes uur opgestaan en nemen even afscheid van de lokale Mr + Misses Beaver en de rat en zijn toen om tien voor zeven weggereden. Het heeft waarschijnlijk een graad of 5 gevroren. Om negen uur zijn we gestopt nadat de camper lekker warm was om te ontbijten circa 20 km voor Val-d’Or. Na het ontbijt rijden we verder over de 117 zuidwaards. Deze weg loopt door het Réserve faunique La Vérendrye en hier stoppen we halverwege voor de lunch en maken noodlesoup klaar. We zien veel meren die bijna droog staan onderweg wat een apart beeld geeft met al dat hout en boomstronken. Achteraf blijkt het een reservoir te zijn genaamd Dozios en Cabonga. Bijna aan het einde van het park zijn we een zandweg ingereden en zijn we op Tomasine campground gaan staan aan het einde bij een meertje. Dit meer staat vrij hoog en enkele campsites staan ook onder water. Vanaf twee uur lekker in de zon gelegen en krijgt Roy eindelijk chipjes. Vanavond maken we of 1,8 liter spaghetti of chili con carne klaar. ‘s Avonds maken we nog een kampvuur en kijken we naar de maan en de sterren, het stinkt naar knoflook en verbrande pies als we gaan slapen om half tien. We staan weer helemaal alleen.

 

Dag 20 : dinsdag 19 april

Om half zes even opgestaan om te plassen, het hele meer is weer dicht gevroren en het heeft gemiezerd. We staan om half tien op en maken een ontbijtsoep klaar, het heeft zeker 5°C gevroren. Om elf uur weggereden terug naar de 117 Sud. Na Mont Laurier veranderde het landschap, het werd wat ruwer en we zagen wat meer loofbomen. Toen we voor Montreal de 15 op gingen werd het landschap een beetje Oostenrijk achtig (ski gebied). Voor de rivier Fleure Saint Laurent nemen we de 40 Nord richting Québec, we komen in een aantal zandstormen terecht en we zien hier ook veel dode Woodchucks langs de weg liggen. Bij Yamachiche afrit 167 was een Detour, de Hwy 40 was afgesloten en we werden via de provinciale weg 138 geleid. Voor ons zat een gefrustreerde Canadees die schijnbaar nog nooit in een file had gestaan. Bij de oprit 187 konden we weer de 40 op en zijn we er bij afslag 229 weer afgegaan en gaan we verder over de 138. We zien leuke boerderijen staan en duizenden ganzen en eenden. Rond kwart over zeven kwamen we in Québec aan, we rijden eerst een stuk door de stad en hebben toen een parking gezocht en gevonden 35 $ CD voor 24 uur. We maken eerst het avondeten klaar en hierna zijn we door het oude gedeelte van de stad gelopen en het citadelle (172 jaar oud). Dit was ooit de oudste meest noordelijke nederzetting en ook de Cathedrale Notre Dame de Québec (1678) is de oudste ten noorden van Mexico. In het huidige Parc des Champs-de-Bataille is de plek waar de Engelse troepen van de Fransen hebben gewonnen in 20 minuten, daarom spreken de meeste Canadese nu Engels. De houten promenade geeft een mooi uitzicht over de St. Laurent rivier en Château Frontenac (1892), het meest gefotografeerde hotel in het noorden. Om elf uur zijn we gaan slapen.   

 

Dag 21 : woensdag 20 april

Om negen uur opgestaan, omeletje klaar gemaakt en rond half elf zijn we een stadswandeling gaan maken door het oude gedeelte. Het is een mooie stad, wel veel toeristen en soms waan je je in Frankrijk. We hebben de Notre Dame des Victoires bezocht. Deze staat op de plek waar de eerste ambtswoning in Canada stond voor 1688. Deze kerk ligt aan Place Royale, het oudste stadsdeel van Noord Amerika, Quartier Petit Champlain. Rond twee uur zijn we met de RV naar Parc de la Chute Montemorency gereden, hier ligt een waterval van 83 meter hoog en 30 meter breed. We zijn hier met de kabelbaan naar boven gegaan en over de loopbrug boven de waterval gelopen, entree was 8 $ CD en de kabelbaan 8 $ CD P.P. retour. Ook hebben we nog een gedeelte van de houten trappen genomen die naar de waterval leid, deze was eigenlijk nog afgesloten i.v.m. de sneeuw die er nog lag. Om half vijf zijn we in spitsuur terug gereden naar Québec, hier steken we de St. Laurent rivier over naar Levis en nemen de 20 Est. Rond zeven uur komen we aan in Rivière-du-loup waar we boodschappen hebben gedaan en 8% Canadees bier hebben gekocht (Unibroue Maudile) en we nemen een motelkamer bij Day’s Inn 93 $ CD om eens lekker te douchen en te scheren. De autoweg houd hier ook op en de weg wordt weer volgens de kaart mooi.

  

Dag 22 : donderdag 21 april

Roy is om kwart voor negen opgestaan en alleen gaan ontbijten. Marcel is met veel moeite om half tien opgestaan, heeft zeker te weinig bier gehad gisteravond. Ik heb mijn moeder gesproken en alles was goed en Marcel heeft poe en moe Janssen gebeld maar deze waren niet thuis, maar heeft wel even met Sandra gesproken. Ook hebben we Interpolis gebeld i.v.m. de ster in de voorruit maar deze is niet verzekerd omdat het een huurauto is. Telefoonkosten 82 $ CD, slik. We doen nog even boodschappen in Rivière-du-loup en rijden om elf uur weg. We volgen de 20 verder in oostelijke richting en na een paar kilometer werd de autoweg weer een provincialeweg met weer leuke huisjes en boerderijen en een heuvelachtig landschap met links van ons veel water. Onderweg zijn we nog gestopt bij een Ford dealer om te vragen wat een voorruit kost en dit was iets minder dan 400 $ CD inclusief montage en tax. Nadat we het plaatsje Matane waren gepasseerd werd het landschap ruwer en ruiger met meer rotsen. Bij Grande Vallée hebben we nog de oude rood geschilderde houten overdekte brug gefotografeerd. Na Madeleine zijn we door de heuvels geleid en met de ondergaande zon was dit een heel mooi uitzicht (groen, geel en rood). In Rivière-au-Renard zijn we gestopt bij Motel Auberge Restaurant en Herberg Calibou. We hebben hier voor 65 $ CD een kamer genomen. Het motel ligt vlak aan het water vooraan in het dorp zodat je een mooi uitzicht hebt over het dorpje, haven en heuvels met het verlichte kruis. We warmen nog even snel het avondeten op in de camper en gaan dan lekker badderen en uitrusten op de kamer. Morgen gaan we het Parc National de Forillon bezoeken, het is niet groot maar het moet wel heel mooi zijn.    

 

Dag 23 : vrijdag 22 april

Roy staat om kwart over acht op en is alleen gaan ontbijten. Om tien uur zijn we weggereden en na een half uur rijden zijn we gestopt en maken we een 2,5 km lange wandeling langs de kust en een tour van 600 meter bij de haven van Parc National de Forillon. Hier zien we ook nog een zeehondje. Om twaalf uur zijn we verder gereden, bij Percè stoppen we om naar Rocher Percè te kijken (een doorboorde rots in de zee). Hier komen in de zomer samen met het eiland Bonaventure dat enkele kilometers verderop ligt circa 50.000 Jan-van-Gent vogels broeden maar ook veel meeuwensoorten en aalscholvers, deze waren er reeds al aan het broeden. Nadat we deze fascinerende en spectaculaire kustlijn hebben bezocht zijn we in één ruk doorgereden naar Pointe-a-la-Croix. We waren op zoek naar een camping maar deze zijn tot 15 mei of zelfs tot 1 juni gesloten. Toen we bij een camping gingen kijken kwam de eigenaar naar ons toe, we maken even een babbeltje en we mogen voor 15$ CD overnachten en gebruik maken van het dumpstation. Toen snel een plekje gezocht en spaghetti a la Marcel klaar gemaakt. Na het eten zijn we naar een grote bever burcht gelopen die circa 1 km verderop ligt, de dam die ze gebouwd hebben is circa 300 meter lang en anderhalve meter hoog, het pad loopt langs het meer en twee bevers zwommen met ons mee toen we over het pad liepen.

 

Dag 24 : zaterdag 23 april

Vanochtend ben ik om kwart over negen opgestaan, ik dacht laat ik Marcel verrassen en maak een romantisch ontbijtje klaar. Omeletje gebakken, verse sinaasappelsap, kaarsjes aangestoken, thee gezet, alles mooi klaar gezet op tafel, krijg ik op mijn donder dat ik teveel beweeg en herrie maak in de camper. We hebben de halve dag niet meer met elkaar gesproken, alleen het hoognodige zoals de route. In Parc Kouchibouguac kwam gelukkig de conversatie weer een beetje op gang. We maken hier een strandwandeling in een lagune, nadat we via een houten bruggetje naar een ander strand liepen zagen we op de terugweg een Moose staan aan de rand van het bos. Het park ziet er zeer verzorgd uit, maar er zijn niet zo heel veel wandelroutes door dit berengebied. Onderweg zien we nog een visarend, wat eenden en eekhoorntjes. Na dit bezoek zijn we naar Shédiac gereden, helaas was Parlee Beach Prov. Parc gesloten. We zien onderweg nog twee ontplofte bevers langs de weg. In Moncton zijn we op de parking bij WalMart gaan staan om te eten en te slapen. we hebben hier ‘s avonds wel even last van jongeren die hier met hun gepimpte auto’s en sportuitlaten over de parking crossen.

 

Dag 25 : zondag 24 april

Kwart voor tien opgestaan, de jeugd heeft tot drie uur vannacht over de parking gescheurd, toen begon het te regenen en om zeven uur kwamen de eerste auto’s weer om boodschappen te doen. Om elf uur zijn we weggereden en gaan we via de Hwy 114 richting Fundy N.P.  Onderweg stoppen we bij Hopewell Rock en maken we een kleine wandeling van circa 1 km langs de baai, je hebt hier een eb en vloed verschil van 14 meter! We spreken ook nog even een Canadees echtpaar die net in Moncton zijn komen wonen. Toen door naar Fundy N.P., hier zijn we onder bij het zwembad op de parking gaan staan rond kwart over twee. Marcel maakt even soep klaar. Het water begon snel te zakken in de baai, we zijn toen over het keienstrand dat nu vrij kwam te liggen gaan wandelen. Het water trekt zich hier 12 tot 14 meter terug in hoogte, dit is bijna onvoorstelbaar maar met het blote oog zichtbaar, zo snel gaat het. Rond kwart over vier zijn we verder gereden, eerst door het park over de 114 in dichte mist (zicht 50 meter) naar Hwy 1 zuidwaards, dit is een mooie heuvelachtige weg door bosgebied en weilanden. Onderweg zien we nog een zeearend en een plat vosje langs de weg. We stoppen net voor St. Stephen en gaan hier op de camping Oak Bay staan (20 $ CD). We waren de eerste bezoekers dit jaar dus we konden een leuk plekje uitzoeken aan het water waar echter om half acht ‘s avonds geen water meer staat. We maken snel een omelet klaar want we hadden geen zin om te koken, het was al laat. Marcel smeert nog wel even de picknicktafel in met spek in de hoop nog wildlife te zien.

 

Dag 26 : maandag 25 april

Het heeft de hele nacht geregend, rond één uur vannacht was het weer vloed. We rijden rond half elf weg. In Charlotte net voor de grens met de U.S. zijn we nog bij een Ford dealer en twee Carglass bedrijven gestopt i.v.m. de ster in de voorruit. We bellen nog met Cruise America hierover en het was beter dat zij de voorruit vervangen, hier kost het 225 $ CD en bij hun 165 $. Tegen half twaalf, na het beantwoorden van enkele vragen aan de grens, mogen we zo oversteken en dit was nieuw voor ons, normaal worden we helemaal gecontroleerd door U.S. Costums. We rijden verder over Hwy 1 zuidwaarts richting Acadia N.P. Dit is een mooie weg met veel oude huisjes en een heuvelachtig landschap met veel invloed van de getijden van de zee. Bij het park aangekomen zijn we gelijk naar het Visitor Centre Hulls Cove gereden. Hier kregen we alle informatie en bekeken we een leuk filmpje van 15 minuten over het park.

 

Vanaf het Visitor Centre zijn we de Park Loop Road op gereden, deze weg gaat om de hoogste noordoostelijke gelegen berg (466 meter) van Amerika. We rijden langs zandstrandjes en ruwe rotsformaties in zee en bij Thunderhole is zeer goed te zien en te horen hoe het water tegen de rotsen slaat. Je ziet hier ook overal leuke watervallen, stroompjes en beekjes, je kunt hier circa 250 mile wandelen over paden waar geen auto’s mogen komen. De weg loopt verder langs twee grote meren en aan het einde van de Park Loop Road rijden we de Cadillac Mountain Road op die naar de top van de berg loopt. Als we boven aankomen zitten we bijna in de wolken, het waait erg hard en het is koud. We maken hier een kleine wandeling waar we onze vriend de ontplofte Beaver tegen kwamen maar na nader niet toegestaan onderzoek bleek het geen bever te zijn maar een stekelvarken. Na deze ontdekking waren we wel toe aan een warme maaltijd, Marcel heeft mij toen uitgenodigd om seafood te gaan eten in Bar Harbor. Dit hebben we toen gedaan bij Gerry’s. We hebben ons vol gegeten aan garnalen, zalm, kreeft en Mexicaanse pizza en hebben het weggespoeld met enkele Corona’s. Tegen acht uur zijn we vertrokken om in het park op Blackwood Campground te overnachten. Helaas kwamen we door een omweg in het donker aan en konden we geen leuke plek meer zoeken omdat er nog meer mensen op de campground waren. Onderweg hier naar toe hebben we nog enkele Deer gezien.  

 

Dag 27 : dinsdag 26 april

Om zes uur werden we gewekt door werklui die hier bezig zijn met werkzaamheden op de campground. We staan om kwart voor acht op en rijden gelijk terug naar de top van Cadillac Mountain, het zonnetje schijnt namelijk en er is geen wolkje te bekennen zodat we mooie foto’s kunnen maken. We ontbijten hier even en om negen uur vertrekken we uit het park en gaan we via de Hwy 3 naar Ellsworth en hier nemen we de ALT 1 naar Bangor waar we Hwy 95 naar Gardiner nemen, hier gaan we over op Hwy 295. Onderweg nog even het dakraam vast moeten zetten met Duke tape. Op dit moment zit er iemand achter het stuur kwark met cruesli te eten terwijl hij met 50 mph langs wegwerkzaamheden rijdt. We tanken onderweg nog, de creditcard van Roy deed het niet meer bij het afrekenen maar die van Marcel gelukkig nog wel. Hierna zijn we in één ruk doorgereden naar Westport waar we om kwart over zes en na 6847 miles (10440 km) afgelegd te hebben aankwamen bij het huis van Esther. Zij was niet thuis maar komt morgenavond terug van een korte vakantie in Aruba. Toen we het huis binnen gingen bleek deze niet op slot te zitten de voordeur stond open. Gelukkig geen inbraak. Marcel maakt het avondeten klaar en ik heb de camper uitgeruimd en gedeeltelijk gepoetst en daarna nog lekker gedoucht en op de bank tv gekeken, wat hebben ze hier veel tv zenders!

 

Dag 28 : woensdag 27 april

We staan om kwart over acht op en gaan de camper verder poetsen tot half één in de middag. Tegen half twee rijden we met de camper en de auto van Esther naar Metford om de camper in te leveren. Tegen vier uur waren we bij het verhuurbedrijf, we moesten eigenlijk 165 $ betalen voor de voorruit min de kosten van de olieverversing, maar omdat het verhuurbedrijf dacht dat wij de camper twee dagen eerder terug brengen dan geboekt was, kregen wij 150 $ terug. Hebben wij geluk gehad. Tegen zes uur waren we weer bij Esther, we warmen het eten op van gisteren en draaien nog even drie wasjes en kijken tot half elf tv. Toen kregen we de eerste in 4 weken aangekondigde thunderstorm en die was dichtbij ook nog.

 

Dag 29 : donderdag 28 april

Roy staat om kwart over acht op. Esther is vannacht terug gekomen van haar vakantie. Marcel ligt ook nog lekker te ronken. Ik ben op de bank Amerikaanse tijdschriften gaan lezen. Esther kwam even om negen uur naar beneden om in haar agenda te kijken hoe laat ze moest beginnen met werken en is weer terug gekropen in haar bed. Om tien uur stond Marcel op en 15 minuten later Esther ook weer. We drinken even samen koffie en Esther is toen om half twaalf vertrokken voor een vergadering bij haar nieuwe werkgever. Wij zijn toen met haar Ford Explore naar WalMart gereden en hebben daar even boodschappen gedaan. Om twee uur waren we terug en zijn we samen met Esther in haar nieuwe auto, een Audi A4 cabrio 1.8T 6v, naar de kennel gereden om Tashja op te halen, die was helemaal happy. Op de terugweg zijn we nog even bij Joe’s gaan lunchen. Bij terugkomst thuis is Esther gelijk weer gaan slapen en hebben wij op haar laptop de vakantie foto’s die we gemaakt hebben bekeken. We maken nog een klein hapje klaar, mushroomnoedels, daarna is Roy zich gaan scheren en douchen en zijn we gaan slapen.

 

Dag 30 : vrijdag 29 april

Roy staat om tien over zes op omdat Tashja aan de deur stond te janken omdat ze der behoefte wilde doen buiten. Ik ben toen maar tv gaan kijken totdat die twee wakker werden. Om half een hebben we de trein genomen naar Grand Central Station waar we rond kwart voor twee aankwamen. Van hieruit zijn we naar The Empire State Building gelopen en hebben we twee uur in de rij gestaan om met de lift naar boven te gaan en van het mooie uitzicht te kunnen genieten over New York City, helaas was het een beetje heiig. Toen we weer beneden waren hebben we Esther gebeld en die is toen even langs geweest en heeft ons toen met haar nieuwe speeltje afgezet bij een Metro Station waar we met de Metro naar Brooklyn Bridge zijn gereden. We zijn de brug overgelopen en zijn daarna nog langs de City Hall gelopen en hebben we bij Red restaurant (Mexicaans) wat gegeten, dit ligt bij de vismarkt op Fulton St. Hier hebben we na wat strubbelingen weer met Esther afgesproken en zijn we in een bar wat gaan drinken. Tegen twee uur s’ nachts waren we weer thuis.

 

Dag 31 : zaterdag 30 april

We zijn om kwart over negen opgestaan en na de douche alles ingepakt en zijn we om elf uur met Esther naar Milford gereden waar we bij de Silvermine Taverne zijn gaan lunchen. Lekkere maiscornsoup en een thenderlion met aardappelpuree en een spinazieomelet gegeten en als toetje truffelchocolaat en appeltaartprut, allebei erg lekker. Om twee uur waren we weer thuis en is Esther weer gaan slapen, wij zijn op de bank gaan liggen en hebben tot half zes tv gekeken. Toen nog even koffie gedronken en om zeven uur heeft Esther ons naar JFK Airport gebracht waar we om kwart over acht aankwamen en we bij de Depart Gate afscheid hebben genomen van Esther. In de vertrekhal nog even een Big Mac verorbert en toen nog anderhalf uur moeten wachten voor boarding. In het vliegtuig een  Boeing 747 werden we verrast, we hadden namelijk stoelnummer J-2 en K-2 toegewezen gekregen en dit blijkt Businessclass te zijn dus we konden lekker languit liggen!

 

Dag 32 : zondag 1 mei

Om kwart over twaalf in de middag landen we op Schiphol en werden we door Poe en Moe opgehaald. ‘s Avonds  zijn we nog met z’n allen, ook Pat en San, in de stad wat gaan eten en was de vakantie afgelopen. Op naar de volgende!