Alaska - Calgary september 2011

Reisverslag Canada-Alaska 2011
Word – 110,5 KB 460 downloads

We vonden zo’n goede aanbieding van CruiseCanada (camperverhuurbedrijf) en Condor (luchtvaartmaatschappij, € 420,- retour rechtstreeks!) dat we zijn gestopt met de voorgenomen klussen in huis (alle deuren schilderen). We wilden nog altijd een keer heel graag in deze periode richting Alaska gaan omdat daar dan onder andere de zalmtrek op gang komt en je hier en daar schijnt te struikelen over de grizzlyberen die er achter aan rennen. En we vonden de mogelijkheid om een camper van Whitehorse naar Calgary te brengen met 75% korting, en dat laten we uiteraard niet schieten!!  

 
Dag 1 : Woensdag 31 augustus
We zijn om zeven uur opgestaan en drie kwartier later zaten we in de auto op weg naar Frankfurt am Main. Iets voor twaalven komen we bij Holiday Airpark aan waar we de auto de komende vakantie parkeren, stipt om twaalf uur worden we netjes naar de luchthaven gebracht door de shuttlebus van de parking. We checken gelijk in en lopen even te zoeken naar een McDonalds maar die kunnen we niet meer bereiken omdat we al door de pascontrole zijn gegaan. We nemen de metro naar terminal 2 en daar kunnen we wel nog wat bij Burger King even wat eten. Om twee uur gaan we in de rij staan voor de boarding. Het vliegtuig vertrekt om tien voor vier netjes op tijd. Tijdens de 9 uur durende vlucht zijn we goed verzorgd met eten en drinken, en de beenruimte is ook goed, Het vliegtuig zit maar half vol waardoor we aan ligruimte geen gebrek hebben. Helemaal goed!
 
Om tien voor vier uur lokale tijd landen we in Whitehorse, Yukon Canada, aan het einde van de landingsbaan moet het vliegtuig keren om naar de gate te taxiën, zo klein is het. Whitehorse is eigenlijk ook niet meer dan een uit de kluiten gewassen gehucht. We komen als één van de laatste binnen dus we moeten, en dit is het enigste minpunt van de reis, 2 uur wachten voordat we aan de beurt zijn bij de douane, want eerst waren er drie loketten open maar na een half uur nog 2 en weer een half uur later nog maar 1. Het voordeel was dat onze rugzakken al klaar lagen en we snel met de shuttlebus naar het hotel gebracht werden. Om acht uur zijn we nog wat gaan eten bij McDonalds en pinnen we nog wat Dollars bij de bank want alle ATM’s die we onderweg tegen kwamen werkten niet. Om tien uur gaat het licht uit, letterlijk en figuurlijk.     
 
Dag 2 : Donderdag 1 september
Na een onrustige nacht staan we om zeven uur op, het regent en we gaan even lekker douchen. Om tien uur is het weer droog en zijn we wat gaan eten bij Subway, een groot  stokbrood met ei, spek, sla, paprika enz. het was lekker maar nogal duur. Daarna zijn we bij Starbucks koffie gaan drinken want we kunnen de camper pas rond 2 uur ophalen, CruiseCanada had dat bij de receptie van het hotel netjes doorgegeven.
 
Om kwart over één nemen we een taxi naar C.C. we moeten 25,- CAD afrekenen, hier moeten we nog even wachten en om kwart voor twee worden we geholpen door Leo, een Nederlander die hier samen met zijn vrouw de tent runt. Alles verloopt soepel en de camper ziet er ook nog redelijk uit voor zijn leeftijd, we gaan deze namelijk van Whitehorse naar Calgary brengen via een grote omweg door Alaska. Nadat Leo ons nog wat tips en info boekjes had gegeven vertrekken we om half drie, eerst naar de Walmart en Superstore voor boodschappen en daarna rijden we via Hyw 1 richting het noorden.
 
Na 160 km gereden te hebben gaan we de Haines Hyw op. We willen namelijk grizzly beren gaan spotten in Haines, die in deze tijd van het jaar achter de zalmen aan gaan. Een spectaculaire ervaring waar we beiden erg naar uit kijken. Nu maar hopen dat ze er ook echt zitten want de zalmtrek is pas net op gang gekomen. We hebben onderweg nog een beetje regen gehad maar gelukkig komt de zon ook af en toe tussen de wolken door. De bomen, hei, en andere struiken beginnen al te verkleuren, prachtige geel, rood en paarse herfstverkleuringen.
 
We zien bij Kathleen Lake onze eerste Bold Eagle van de vakantie, wat een machtige beesten zijn dit toch. Na 60 km besluiten we te stoppen om te overnachten, net voor de Million Dollar Falls campground is een gravelweggetje dat leid naar een riviertje waar we met de camper vrij kunnen staan. Het is al acht uur als we beginnen met het avondeten en als we hiermee klaar zijn pakken we onze rugzakken uit en gaan we om kwart voor elf slapen. Allebei lekker moe.
 
Dag 3 : Vrijdag 2 september
Vandaag is het (hopelijk) berendag! Na een eerste onrustige nacht in de camper zijn we om kwart over zeven opgestaan, het is koud, bewolkt en het waait behoorlijk. Na het ontbijt vertrekken we en rijden we verder in de richting van Haines +/-160 km. Het word mistig en het miezert een beetje. We rijden de grens over van Yukon naar British Columbia, 10 km voor de top van Haines Summit zien we dan onze eerste grizzly beer die jeuk heeft aan z’n gat en zich zit te schuren tegen een boom aan. Na een tijdje gaat hij verder met wortels zoeken en uitgraven. We hebben tijdens de afgelopen vakanties al behoorlijk wat beren gezien, maar het blijft elke keer toch weer een geweldig moment!
 
Als we de top van Haines Summit en de wegwerkzaamheden gepasseerd zijn, klaart het een beetje op. We hopen dat het weer morgen beter is als we terug rijden, want dit is één van de mooiste wegen die we ooit hebben gereden, maar toen lag er een pak sneeuw en was het kraakhelder blauw. Rond half elf zijn we bij de U.S. border, hier even door de pascontrole en een visakaart invullen en voor 12$ kunnen we zelfs zonder RV inspectie doorrijden. Onderweg stoppen we nog twee keer, genieten van de prachtige vergezichten en zien we een handvol Bold Eagles.
 
In Haines aangekomen pinnen we gelijk wat dollars en rijden dan door, we willen op de Chilkoot Lake & Campground overnachten, deze ligt 16 km vanaf Haines. Net voor Chilkoot Lake zit er een lange vistrap in de rivier, omgeven door allemaal rotsblokken. Het is gelijk raak, we zien al wat auto’s staan en ja hoor, mama grizzly beer met twee cubs zitten te vissen in het riviertje! We zijn door het dolle heen, wat een geweldig moment, hier hebben we lang naar uit gekeken. Marcel pinkt zelfs een traantje weg want dit heeft ie al vanaf kinds af aan zo graag ooit willen aanschouwen. Wat zijn we dan toch bevoorrecht dat we dit samen kunnen doen. De lekkere zalmpjes komen hier met 10.000’den voorbij gezwommen om te paaien in het meer en de bijbehorende stroompjes. We parkeren de camper en volgen ademloos het vlak voor onze ogen plaatshebbende schouwspel. Na een tijdje hebben de beren er genoeg van en steken vlak voor de camper de weg over om het bos in te gaan.
 
Rond 11 uur ( de klok is hier 1 uur terug gezet) rijden we naar de campground en zien nog twee volwassen zeearenden die ook smullen van de vele zalmkarkassen, de beren eten namelijk vooral de kuit en de vette huid op en de rest blijft achter. We vinden een leuk plekje langs het meer om te overnachten. Helaas zijn er geen enveloppen meer om te betalen en gebruiken we een oud kaartje van de vorige kampeerder om dit plekje vast te leggen.
 
We besluiten terug te rijden naar de vistrap maar er zijn even geen beren meer te bekennen. We rijden verder en gaan bij de T-splitsing linksaf de brug over en zien hier een aantal mensen op zalm vissen, deze weg loopt dood en we rijden ‘m helemaal af, onderweg zien we nog acht jonge zeearenden. Aan het einde keren we en rijden terug naar de brug en gaan hier even staan om noodle soep klaar te maken. Maar hier komt niks van terecht, want er komt een visvrouw uit Minnesota naar ons toe en zegt dat er weer een paar beren in het water zitten te jagen. We besluiten te gaan kijken en zien mama beer met drie cubs, we kunnen een paar uur genieten van de beren. Vooral één jong was zeer actief met het proberen te vangen van zalm, een ander vond het leuk om zich helemaal in te strijken met een dode zalm. Wat een schouwspel. De vier beren staken ook weer op dezelfde plek de weg over als de vorige drie om het bos weer in te gaan. Het is hier één groot wildlife park want we zien ook nog een paar zeehonden bij de brug in zee zwemmen die achter zalm aangaan, en we zien ook nog wat ijsvogeltjes rondvliegen. Tis net een aflevering van Discovery, maar we zitten er toch echt middenin!
 
We besluiten om langs het weggetje te blijven staan, kunnen we eindelijk aan onze noodlesoep beginnen, we horen dat rond zeven uur de beren weer terug komen voor het avondmaal. Hebben we eindelijk ook wat tijd om dit verhaaltje te schrijven, het is drie uur en het regent weer een beetje, maar dat deert niet. Om half zes warmen we de spaghetti van gisteren op, en de rest van de tijd zijn we bezig met beren spotten. We zien de beide mama beren met hun 2 en 3 cubs weer en aan de overkant van de rivier zien we ook nog een grote mannelijke grizzly beer die later weer word weggejaagd door een man die op de vistrap zalmen zit te tellen. Omdat de beer ook over de vistrap liep om makkelijk een zalmpje te vangen en te dichtbij kwam, werd hij weggejaagd. De vistrap is een soort hekwerk over de volle breedte van de rivier met wat loopplanken eraan bevestigd, in het midden zit een gat en staat een stoeltje waar de man zit met twee jachtgeweren en een teller om hier de zalm te tellen die alleen maar door dit gat naar het meer kunnen zwemmen, de teller staat nu al op 65.000 stuks.
 
Als we rond half acht terug rijden naar de campground, zien we mama beer met de drie jongen bij de monding van het meer op een paar meter onder ons in het water, ze zit letterlijk in het water te vissen. Eén van de jonge cubs komt nog even stiekem naar boven tegen het talud,  door het hoge gras hadden we hem niet zien aankomen en stond hij opeens drie meter van ons vandaan. Da’s toch ff schrikken en een goede waarschuwing, want het blijven natuurlijk wel kolossale wilde dieren die als ze willen je met één mep doden. Na een tijdje heeft mama beer genoeg van al die pottenkijkers en besluit te vertrekken, ze loopt met haar jongen over de campground het grote, donkere berenbos in. Hmm… dat wordt vannacht niet buiten plassen…
 
Waarschijnlijk hebben we vandaag tussen de 9 en 13 verschillende grizzly beren gezien, elk 2 á 3 keer, geweldig. Het is inmiddels al na achten, donker en Marcel is doodmoe van alle excitement en wil gaan slapen en dromen over nog meer knuffelbeertjes.
 
Dag 4 : Zaterdag 3 september
We zijn om zes uur opgestaan, even koffie klaargemaakt en gelijk weer naar de vistrap gereden. Het was meteen raak, een vrij jonge beer en die dikke, vette papa beer van gister zaten tegen het hekwerk van de vistrap te smikkelen. Even later kwam mama beer met haar drie jongen en na een tijdje ook de mama met de twee jonge cubs. De twee mama’s kwamen elkaar vlak voor de camper nog tegen, eentje liep via de weg en de andere door de rivier met haar jongen. Dit was een leuk schouwspel omdat de jongen bang en toch nieuwsgierig waren en ze rechtop gingen staan om elkaar beter te kunnen zien.  
 
Na nog een Duitse vrouw voorzien te hebben van koffie, ze was vanaf Anchorage helemaal hier naartoe gereden om de beren te zien (1200 km!), is het dan toch tijd om afscheid te nemen van deze bijzondere plek. Wie weet komen we ooit nog eens terug, want dit was toch wel een hele indrukwekkend ervaring. Maar we moeten verder en het ruige noordwesten van Alaska wacht op ons.
 
Om acht uur zijn we vertrokken, we tanken in Haines nog even wat benzine en rijden dan richting het noorden, we moeten eerst de Haines Hyw weer terug rijden, het regent en de grensovergang naar Canada passeren we probleemloos. Als we richting Haines Summit rijden word het weer iets beter, de wolken zitten wat hoger waardoor de herftskleuren mooier tot uitdrukking komen. Circa acht km voorbij de Summit komen we onze grizzly van gisteren weer tegen die nu de weg over steekt.
 
Bij Haines Junction tanken we de camper vol en gaan de Alaska Hyw op richting het noorden, na circa3 0 km steekt er ineens een lynx de weg over, die hadden we nog nooit gezien! Bobcats hebben we ooit elders in Amerika zien lopen, maar een lynx is dan toch net weer even wat anders, geweldig! We zijn hier ook nog even gestopt bij een meertje waar veel watervogels moeten zitten en een wolvenpack is uitgezet, maar helaas zien we geen van beide. We rijden verder in de richting van de grens, een heel stuk langs het prachtige Kluane Lake en overal om ons heen verkleuren de bomen en struiken geel, oranje en rood, het is nog steeds bewolkt maar als we bij de Canadese grens zijn trekt het weer open.
 
Tussen de Canadese grens en de U.S. border zit een strook van 30 km, hier zien we nog een dikke, luie bever in het zonnetje liggen bij z’n burcht. De zon komt weer meer tevoorschijn en we besluiten om na de grensovergang bij de tweede campground te overnachten. Onderweg zijn we nog even gestopt bij Tetlin National Wildlife Refuge Visitor Center maar deze was net gesloten (16:30 uur).
 
Als we op de nagenoeg verlaten campground aankomen kunnen we mooi vlak aan het meer staan waar de zon nu nog prachtig overheen schijnt, met op de achtergrond de besneeuwde toppen van de Nutzotin en de Mentasta Mountains welke deel uitmaken van Wrangell-St.-Elias-Nationalpark en Tetlin National Wildlife Refuge. Marcel maakt kippenborst klaar en de rest van de avond genieten we van de rust.
 
Dag 5 : Zondag 4 september
Om twintig over zes staan we op en na overheerlijke eggs en bacon vertrekken we rond 8 uur om eerst in Tok benzine te tanken en boodschappen te doen bij Three Bears waar we vorig jaar ook al geweest waren. Het zonnetje schijnt en er zijn weinig wolkjes in de lucht. Met een volle tank en ijskast vervolgen we de Alaska Hyw richting Delta Junction, deze 108 mile route is grotendeels saai. In Delta Junction dumpen we de vuilwatertank bij een tankstation en vullen we de water- en benzinetanks weer.
 
We verlaten de Alaska Hyw en rijden de Richardson Hyw op naar Paxson. We ruilen de dennenbomen en gekleurde loofbomen in voor lage toendra begroeiing, het is een mooie weg met vele mooie vergezichten. Het laatste stuk rijden we door een dal met een riviertje afkomstig van een gletsjer, veel rotsen zijn begroeid met lage struiken die oranje, rood en geel verkleuren.
 
In Paxson gaan we rechtsaf de Denali Hwy op, dit is een 134 mile lange grotendeels onverharde gravelweg. De eerste 22 mile zijn geasfalteerd maar wat ons opvalt is dat er veel auto’s rijden, binnen 5 minuten hebben we al net zoveel auto’s gezien als vorig jaar op de hele route. Het landschap is supermooi maar jammer dat het regent en bewolkt is.
 
Al rijdend word ons duidelijk dat we niet alleen maar dagjesmensen tegen komen maar ook veel jagers. We zien steeds meer 4x4 trucks en campers met Quads langs de weg staan en iedereen is gekleed in schutkleuren. Bij Wrangell Mountian Viewpoint stoppen we, er staan wat trucks en campers geparkeerd en we zien mensen met een verrekijker de toendra afzoeken, we spotten een Quad met twee mannen in de toendra die terugkomen. Door de verrekijker zien we dat ze veel moeite hebben om vooruit te komen omdat ze een grote mannetjes Moose hebben geschoten. Als de Quad bij de parking is zien we dat deze het gewicht van de Moose nauwelijks kan dragen. Zien we toch nog eindelijk een grote mannetjes Moose, alleen niet in één geheel. De jagers worden gefeliciteerd door verschillende mensen. We zien op een andere Quad op de parking ook nog een Kariboe hoofd liggen. Als we verder rijden zien we steeds meer jagers links en rechts van de weg en als we bij Tangle Lake campground aankomen staat deze ook helemaal vol met jagers, het vorig jaar stond hier bijna niemand.
 
We wilde hier overnachten maar besluiten door te rijden, als we bij McLaren Summit zijn klaart het even op en komt het zonnetje voorzichtig tevoorschijn. We besluiten om hier te overnachten zodat als morgen het weer beter is we een stukje terug willen rijden om van het uitzicht te genieten en foto’s te maken. De camper is een nogal grijs geworden van alle modder. Na het avondeten kippenborst met potato’s, sour cream en een smerige mushroomsaus gaan we om kwart over negen slapen.
 
Dag 6 : Maandag 5 september
Zeven uur opgestaan en na het ontbijt een kleine pantoffelwalk gemaakt door de toendra, het is gelukkig droog en het zonnetje laat zich voorzichtig zien door de wolken. Het is vannacht wel koud geweest, de verwarming sloeg constant aan. Als de zon op de toendravlakte schijnt word alles gelijk fel oranje, prachtig! Hopelijk is het wat rustiger op de weg na het weekend met al die jagers en dagjesmensen.
 
We rijden eerst een stukje terug omdat een heel mooi stuk gisteren in de wolken en mist zat en we dit uitzicht niet willen missen. Na een paar mile keren we weer en rijden de McLaren Summit weer op. Als we naar beneden rijden zien we bij de eerste bocht een female Moose tussen de struiken staan, gelukkig leeft deze nog wel. We rijden verder en stoppen bij een oversteek van de McLaren River, hier maken we ook wat foto’s en kijken even bij Crazy dog Kennel, hier kun je voor 20,-$ p.p. een hondensledentour doen. Niet gedaan want zoiets moet je toch echt doen als er een dik pak sneeuw ligt.
 
We rijden verder richting Cantwell, onderweg stoppen we geregeld voor foto’s te maken van het mooie landschap en zien we 3x Kariboes, in totaal 7 stuks. We lopen ook nog even naar het prachtige Alaska Range Viewpoint en eten onderweg nog Blueberry’s die hier overal in overvloed aanwezig zijn. Aan het einde van de Denali Hyw besluiten we richting Anchorage te rijden omdat Denali N.P. veel te druk is en we daar eerder zijn geweest. We overnachten op Byerslake Campground waar we vorig jaar ook gestaan hebben, hier arriveren we om vijf uur en warmen hier gelijk het avondeten van gisteren op.
 
Van de camper is het lampje van de richtingaanwijzer links achter defect en loopt één van de linker achterbanden leeg (dubbellucht), deze hebben we nog bij het Visitor Center opgepompt, en ook konden we daar even bellen met Cruise America. Morgenvroeg kunnen we daar nog even de band oppompen en dan moeten we naar Trapper Creek rijden om benzine te tanken en de band en verlichting te repareren.
 
Dag 7 : Dinsdag 6 september
We zijn om kwart voor zeven opgestaan, even snel koffie gedronken en boterhammen gegeten en toen naar het Visitor Center om de band op te pompen. We moeten 35 mile rijden naar Trapper Creek, onderweg zijn we nog even gestopt bij Denali Viewpoint South milepost 134.7. Hier heb je een mooi uitzicht op Mount McKinley die nu helemaal in de zon staat, gisteren konden we hem helemaal niet zien door het slechte weer.
 
In Trapper Creek aangekomen tanken we eerst benzine bij Tesoro en vragen waar we de band kunnen laten repareren, de pompbediende kijkt even voor ons op internet en zegt dat we nog 14 mile door moeten rijden naar Talkeetna. Voor de zekerheid rijden we nog even terug naar de tradepost en ook hier krijgen we te horen dat we naar milepost 98 moeten. Hier aangekomen vragen het nog even bij een tankstation en deze zegt dat we nog een ½ mile verder moeten rijden naar Alaska Mountain Magic, dit is een zaak waar ze veel quad’s en snowmobiles verkopen. Het is inmiddels half tien en we moeten een half uur wachten tot de zaak open gaat. Om half elf is het ventiel gerepareerd en betalen we 15,-$ en zijn we on the road again, net voor Willow gaan we linksaf en nemen we de Hatcher Pass Road.
 
Dit is een hele mooie gravelweg door Alpine gebied en Goldmining, de bergen zijn hier nu groen, geel en rood verkleurd en overal zie je mensen blueberry’s plukken, op de top eten we even noodle soep. Als we weer naar beneden rijden komen we langs The Old Independence Mine Buildings wat nu een skioord is. Vanaf hier verlaten we weer de lage begroeiing en krijgen we weer bomen te zien. We rijden naar de Glenn Hwy richting Anchorage en gaan hier verder via de Seward Hwy richting Homer. Het eerste stuk gaat langs de Turnagain Arm hier moeten Beluga’s zitten, maar het regent flink en er staat een straf windje de golven zijn een beetje hoog. Op een gegeven moment word Marcel erg opgewonden en denkt dat hij een Beluga heeft gezien, en ja hoor als we verder rijden zien we tussen milepost 85 en 82 zeker nog eens 6 Beluga’s, ik denk dat we er een stuk of 10 in totaal gezien hebben. We proberen nog wat foto’s te maken maar met dit weer lukt dat niet en er zijn ook bijna geen mogelijkheden om te stoppen langs de rivier. Bij Portage gooien we de benzinetank weer vol en kopen we ons eerste wijntje deze vakantie.
 
We rijden de bergen in en het lijkt wel of het hier al dagen regent, de rivieren staan erg hoog en er zijn veel watervallen. We besluiten om naar Russian River campground te rijden want in deze rivier moet ook veel zalm zitten en dan dus ook grizzly beren. Bij Tern Lake Junction gaan we de Sterling Hwy op. Het begint wat minder te regenen, we rijden Cooper Landing voorbij en +/-10 mile verder is de campground, we rijden eerst een ronde over de campground want het is hier erg druk iedereen wil namelijk zalm vissen hier. Ondanks de drukte besluiten we hier te overnachten, na een plekje gevonden te hebben lopen we via een houten trap/pad naar de Russian River, het is inmiddels droog.
 
Het meurt hier naar rotte vis en ja hoor er ligt heelveel dode zalm aan de zijkanten van de rivier, er zitten hier ook veel meeuwen op het water die hier hun deel mee pikken. Na een paar minuten komt er een man op ons af en waarschuwt ons voor een mama grizzly beer met 1 cub die hij zojuist hier tussen de varens had gezien. We besluiten het er niet op te wagen en keren om en sloffen terug naar de camper. We gaan het eten bereiden want het word al laat en om half acht zitten we lekker aan de spaghetti met sourcream en hot salade. Morgen willen we nog een korte wandeling maken langs de rivier. Na één bekertje wijn zijn we gaan slapen om half tien.     
 
Dag 8 : Woensdag 7 september
We zijn een beetje duf en pas om kwart over 8 opgestaan. Na het ontbijt parkeren we de camper op de parking naast de campground en gaan we de 2,3 mile lange wandeling maken naar de Lower Falls van de Russian River. Om 10 uur vertekken we en zijn we om circa kwart over 11 bij de Lower Falls. Het miezert de hele tijd terwijl de zon schijnt we hebben de poncho’s aan maar we zijn natter onder de poncho dan de poncho aan de buitenkant.
 
We zien via een overlook veel zalm zwemmen die proberen een waterval op te zwemmen, af en toe zie je er één omhoog springen. We proberen langs de overlook omlaag te klimmen zodat we wat dichter bij de waterval kunnen komen, we moeten oppassen want het is erg glad en modderig hier. Na een ½ uur lopen we nog even 600 yrd naar een vislocatie, het pad is erg modderig en gaat over rotsblokken, we moeten goed oppassen dat we niet vallen. Om 1 uur zijn we terug bij de camper, we douchen even en dumpen de vuilwatertank en vullen de schoonwatertank hier.
 
Om drie uur vertrekken we en rijden terug in richting van Anchorage, we willen weer op de Williwaw campground gaan staan en de wandeling naar de gletsjer maken. Maar het is hier gewoon noodweer, het blijft maar regenen en alles staat onder water, de campground en de toegang naar de cruise afvaart terminal voor  het bezichtigen van de Portage gletsjer is afgesloten. We besluiten op een gravelparking voor de toegang tot de terminal te gaan staan. We hebben onze eigen waterval langs het raam van de camper. Voordat we hier naartoe reden hebben we nog even een stuk van de Turnagain Arm afgereden langs de rivier en hebben we nog een stuk of 8 Beluga’s gezien waarvan één heel dichtbij. Jammer dat je langs deze weg niet kunt stoppen om leuke foto’s te maken. Het is zes uur en we gaan eten, spaghetti met een pittige salade en de andere helft van de fles wijn. Om half tien vallen de oogjes weer toe.
 
Dag 9 : Donderdag 8 september
Vanochtend om half acht opgestaan, het regent nog steeds maar gelukkig wel een stuk minder en het zicht is ook beter. Na het ontbijt vertrekken we, vandaag gaan we de Glenn Hwy rijden, deze weg hebben we nog niet gereden en moet zeer de moeite waard zijn. We rijden langs Turnagain Arm en proberen nog wat Beluga’s te spotten maar helaas is het eb, ook bij Cook Inlet zien we ze niet, er zitten wel wat Bold Eagles op een zandbank. Als we Anchorage voorbij zijn tanken we de benzinetank vol bij het goedkoopste tankstation voor 3,699 $ / gallon en de zon schijnt ook weer.
 
We rijden Glenn Hwy op, het eerste gedeelte is niet zo interessant maar na Palmer worden de uitzichten overweldigend. De herfst heeft ook hier al toegeslagen en hele berghellingen zijn geel-oranje gekleurd. We stoppen om de paar mile om er foto’s van te maken en van het uitzicht te genieten. Aan de rechterkant hebben we uitzicht op de Chugach mountians en vanaf milepost 101 zien we de Matamiska Glacier, dit is de grootste gletsjer waar je met de auto bij kunt komen. We maken hier veel foto’s en vanaf een recreation site maken we een korte wandeling naar een uitkijkpunt op de Glacier. 300 feet verder is een toegangsweg naar de Glacier en een campground en we rijden deze weg af tot aan de slagboom en vragen binnen wat het kost.
 
De bezichtiging kost $20,- en de campground $15,-. We vinden dit te duur en keren, bij milepost 112 zien we Dall Sheep +/- 16 stuks aan de linkerzijde op, hoe kan het ook anders, Sheep Mountain staan. Een stukje ervoor heb je een berg die er net zo uitziet als Artist Pallet in Death Valley, met allerlei soorten kleuren. Als we verder rijden verschijnt er aan de rechterkant een grote toendravlakte tussen de weg en de bergen met in de verte een enorme gletsjer. Aan de linker kant heb je toendra wat hoger ligt, de omgeving is prachtig. We zien hier veel huisjes met grote 4x4 trucks, snowmobiles, campers en quad’s en ja hoor we zien 3 quad’s rijden en op de middelste lag een groot Moose gewei. Toch jammer, maar hier gaat het er nou eenmaal anders aan toe.
 
We twijfelen of we nog een levende Moose bull te zien krijgen deze vakantie. We willen bij milepost 137,6 op een kleine campground gaan staan, maar we denken dat ook deze vol zal staan met jagers. Als we bij de campground aankomen staan er gelukkig maar 2 campers en vinden we een leuk plekje om te staan aan het water. Het is al zes uur en we krijgen voor de derde keer spaghetti maar nu met potato’s en salade.
 
Dag 10 : Vrijdag 9 september
Zoals elke ochtend is Roy om zes uur wakker, is een kwartier rumoerig waardoor Marcel humeurig wordt en Roy maar gaat puzzelen totdat Marcel wakker wordt en opstaat, ca half acht, Roy gaat dan wel vervolgens lief een lekker spek omeletje en een bakkie koffie maken. Na dit vaste ochtendritueel is het kort opfrissen en de reis voortzetten. Na wat startproblemen, de motor accu is waarschijnlijk leeg, rijden we eerst de Glenn Hwy een stukje terug naar de Matanuska Glacier. Dit doen we omdat dit een geweldig mooi stuk route is en het een mooie zonnige dag is. De felgele, rode en groene herfstkleuren van voornamelijk berken zijn nu nog mooier. Onderweg stoppen we regelmatig, zien zowaar een female Moose, en stoppen ook nog even bij Sheep Mountain voor wat foto’s van de gekleurde rotsen en de ca. 15 Dall Sheep te maken. Bij de gletsjer draaien we om en rijden de Glenn Hwy naar Glennallen en verder naar Tok. Een prachtige route, de kleuren van de bomen in combinatie met de besneeuwde bergketens zijn echt adembenemend mooi. We zien weer veel jagers, de meeste met quad’s op de truck mee of met een vreemdsoortig off road voertuig op rupsbanden. Het is duidelijk dat hier de way-of-life heel anders is dan bij ons. Hier leeft men veel meer van de natuur. Dat zie je ook terug in de mensen, veel ruiger, kleiner en gezetter. In Tok gooien we de tank weer vol en doen we boodschappen voor de komende dagen. Er zitten hier ook stekelvarkens maar die zien we alleen dood op de weg liggen tot nu toe. Onderweg naar Tok zien we een tweede grote female Moose de weg oversteken.
 
De omgeving blijft prachtig, veel heuvels op, heuvels af en schitterende vergezichten over geel / oranje valleien en toendra vlaktes. In Tok geven we onze laatste U.S. $ uit want morgen hopen we de Canadese grens te halen. Na Tok slaan we bij Tetlin Junction af richting Chicken. De weg leidt ons naar de Top of the World Hwy waar we morgen overheen willen. De komende 2 dagen zitten we in afgelegen gebied, hopelijk zien we hier wat meer wildlife. Een paar mile voor Chicken zijn we op een gravel turnout gaan staan om te overnachten. Een groot deel van het eerste stuk van deze Taylor Hwy gaat door een gebied wat in 2004 is afgebrand. Hier en daar staan wel al weer fel geel gekleurde berken, met name langs de weg, zodat het soms net lijkt of er een geel lint door de zwart bruine heuvels is getrokken, heel apart om te zien.
 
Het is nu kwart over acht en hebben net lekker kip met potatoes en kaassaus klaar gemaakt. We staan hier op een leuk plekje tussen de heuvels beschut. Het ziet er naar uit dat het ook vanavond weer koud gaat worden, onderweg hebben we nog een grote zwem kraanvogels gezien. We zijn om elf uur gaan slapen. 
 
Dag 11 : Zaterdag 10 september
Na lekker geslapen te hebben op de boxspring zijn we om kwart over zeven opgestaan. Vannacht nog even naar de bijna volle maan gekeken en gehuild als een wolfje maar geen reactie gekregen. Tijdens het ontbijt hebben we een mooie opkomst van de zon. Gisteravond hebben we voor het slapen gaan de motor nog maar even gestart zodat we vanochtend geen problemen hebben met starten. Het is vannacht ook maar net boven de 0° Celsius geweest. Om kwart voor acht vertrekken we richting Chicken en de grens met Canada, eerst rijden we nog door het in 2004 afgebrande gebied, je kunt de weg voor je goed volgen door de geel verkleurde berkenboompjes die langs de weg staan. Voor Chicken word het asfalt weer ingeruild voor gravel en krijgen we meer bochten en het landschap word weer wat groener. In Chicken, een goudzoekers- en R.V.-park, stoppen we even en maken weer wat foto’s. We zien hier veel oude goudzoekers spullen staan zoals trucks, graafmachines enzovoorts en een drijvende fabriek. Als we verder rijden komen we na een paar mile een Golddigger tegen die helemaal in zijn eentje met een shovel, een spuitkanon en zeef goud aan het zoeken is, hij woont in een R.V. trailer. Het is ook wat drukker hier, we zien jagers die we overal in Alaska tegen komen maar dit zijn lokale mensen. We gaan de bergen in en komen nu in de buurt van de grens met Canada, Yukon territoir. Door dit gebied trekt eind herfst ook de Cariboe kudde die dan uit de bergen/heuvels komen en naar lager gelegen terrein gaan, ze worden dan gevolgd door de wolven. Een paar honderd meter voor de grens stoppen we bij een uitkijkpunt om ze te zoeken, het is hier koud, we zien ze niet en rijden naar de grens, we moeten een paar vragen beantwoorden en mogen, nadat we nog een mooie stempel (afbeelding van een oud goudzoekend mannetje) in ons paspoort hebben gekregen, doorrijden.         
 
We rijden nu verder over de Top of the World Hwy naar Dawson City en het is wel duidelijk waarom de weg deze naam heeft gekregen, je kijkt uit over alle heuvels en vlaktes links en rechts om je heen en je hebt vele vergezichten in dit teletubbie landschap en toendra gebied. We stoppen vaak om foto’s te maken van het landschap met de vele kleuren. Als we in Dawson City aankomen zien we de stad al liggen vanaf een heuvel. Als we beneden aankomen moeten we wachten op het gratis pontje welke ons overzet over de Yukon River. We bezoeken het stadje en maken er een stadswandeling, hier staan nog veel (nep)huisjes uit het goudzoekers tijdperk en in de Yukon River ligt één van de 250 stoomboten die in die tijd op en neer voer naar Skagway, deze kun je ook bezoeken.
 
De zon schijnt volop en het is warm vergeleken met vanochtend, we tanken 40 liter benzine voor 1,57 $ CAD/l en rijden verder in de richting van Carmacks over de Klondike Hwy. De eerste paar kilometer rijden we langs rotsige heuvels die ontstaan zijn door de goudzoekers die ook hier nog steeds actief zijn. Je merkt dat het hier warmer is want zelfs de bomen zijn hier hoger, wat weer andere geel, oranjerood en groene herfstkleuren weergeeft in het zonlicht dan op de Top of the World Hwy. De weg is geasfalteerd maar heeft wel veel vorstschade.
 
Na 117 km vanaf Dawson City stoppen we bij Clear Creek en gaan hier langs het riviertje staan om te overnachten. Het is al zes uur en we warmen het eten van gisteren op met potato’s en salade met nepkaas. Na het eten zijn we nog even het bos ingelopen voor een korte wandeling en komen we nog uit bij een jagers huisje langs een riviertje. Avonds hebben we nog gerummikubt.    
 
Dag 12 : Zondag 11 september
Na het spek-met-eieren-ontbijt rijden we om kwart voor tien verder richting Carmacks over de Klondike Hwy om daar benzine en water te tanken en de vuilwatertank te ledigen. De weg ernaar toe is grotendeels saai. Alleen bij Pelly Crossing heb je een mooi uitzicht over de vallei en de Yukon River en het stadje, na Pelly Crossing zagen we onze eerste cinnamon black beer. En 29 km voor Carmacks heb je ook een mooi uitzicht over de Yukon River, hier maken we een korte wandeling van2 kmrondtrip naar een uitkijk platform bij de Yucon River genaamd Five Finger Rapids. Hier zagen tijdens de wandeling nog een leuke eekhoorn die zich rustig liet fotograferen.
 
Kwart voor twee zijn we in Carmacks en vullen we alles bij en dumpen het afvalwater. Helaas hebben ze hier geen propaan maar we hebben nog ¼ tank. We rijden 2,6 km terug en gaan de Campbell Hwy op naar Ross River en Watson Lake, deze weg is tot Ross River verhard maar je moet wel oppassen voor de putholes. Na 60 km zien we een visarend zitten op een nest gemaakt op een elektriciteitpaal. Langs deze weg moet de hoogste intensiteit zitten van wildlife in heel Yukon, maar wij verwachten er niks van aangezien het jachtseizoen aan de gang is. Aan het einde van Little Salmon Lake pauzeren we even en eten noodle soep. Rond 4 uur rijden we verder naar Ross River waar we willen overnachten. Vanaf Faro word de weg onverhard en het landschap ruiger, we komen maar een handjevol auto’s tegen en een watertruck die de weg nat sproeit om het stof tegen te gaan. We besluiten om bij Ross River op Lapie campground te gaan staan, alleen de camphost is aanwezig en we pakken het mooiste plekje aan het kabbelende riviertje. We maken spaghetti klaar en eten dit buiten op bij een heerlijk kampvuur, het hout is hier gratis, we genieten van de stilte en om elf uur gaan we slapen bij volle maan. Mooie plek zo midden op de ruige toendra.  
 
Dag 13 : Maandag 12 september
We staan om kwart voor negen op en het is steenkoud, buiten schijnt het zonnetje en het heeft licht gevroren vannacht, waarschijnlijk één van de eerste nachten hier en de blaadjes beginnen nu ook te vallen. Rond tien uur rijden we van de campground en gaan in Ross River benzine tanken zodat we de rest van deze onverharde weg zonder service op ons gemak kunnen afrijden. We zitten nu op 365 km van de in totaal 583 km dus hebben nog behoorlijk wat gehobbel voor de boeg, één voordeel hebben we, het zonnetje schijnt nog steeds en de lucht is mooi blauw. We maken veel foto’s onderweg van de verschillende landschappen en we zien gelukkig niet veel jagers hier. Er is weinig verkeer zodat onze voorruit ook gespaard blijft van steenslag, gelukkig is de weg vrij hard en er liggen weinig steentjes die schade kunnen veroorzaken.
 
Bij Finlayson Lake Viewpoint kilometer 233 stoppen we even om naar kariboes te speuren maar daar schijnt het nog te vroeg voor te zijn (nov-april), wel zien we wat trekroutes van de kariboes aan de overkant tegen de heuvels. Onderweg hebben we veel ptarmigan hoenen gezien en een wezelachtig beest zo groot als een kat. We rijden verder en de weg word wat ruwer en het gravel word losser. Bij Frances Lake campground stoppen we bij de bootramp en eten we daar wat noodle soep en boterhammen. Het is al half drie als we verder rijden naar Boya Lake campground langs Hwy 37 (Cassair Hwy) dit is nog 218 km en als we 10 km hebben afgelegd is het bos links en rechts van de weg verwoest door brand, zo ver als we kunnen kijken, pas na 60 km rijden we weer door groen/geel bos.
 
De weg is hier erg stoffig en dat merken we ook binnen in de camper, er hangt een behoorlijke stoflucht, waarschijnlijk komt het via de wielkasten en de beluchting van de verwarming naar binnen. We zetten de raampjes van de portieren open om zoveel mogelijk frisse lucht binnen te krijgen en zoveel mogelijk stof kwijt te raken. De laatste 100 km voor Watson Lake zijn niet zo interessant. We rijden langs wegwerkzaamheden waar ze met mega zandtrucks de weg aan het verbreden en verhogen zijn, we moeten hier flink gas geven om door het losse gravel te rijden. Een stukje verder komen we een road truck tegen die niet afremt we krijgen wat steentjes tegen de camper maar gelukkig hebben we geen schade en blijft de voorruit heel. 52 km voor Watson Lake rijden we weer over asfalt.
 
In Watson Lake aangekomen bezoeken we het Sign Post Forest bij het Visitor Center, hier staan ca. 10.000 sign borden afkomstig van over de hele wereld. Na dit bezoek rijden we verder aan het einde van de weg gaan we rechtsaf en rijden we de Alaska Hwy nog 20 km af tot aan Junction 37, hier tanken we benzine maar helaas hebben ze geen propaan meer het was op. We rijden de Cassair Hwy op en moeten nog 85 km tot aan de campground, na een paar km rijden we weer door verbrand bos en dit is waarschijnlijk afgelopen zomer afgebrand. Om acht uur bereiken we de campground maar het is druk hier vergeleken met vorig jaar, we vinden toch nog een mooi plekje aan het water. We warmen het avondeten op en maken nog wat foto’s en om negen uur is het alweer donker, het is volle maan maar deze verdwijnt al snel achter de wolken.     
 
Dag 14 : Dinsdag 13 september
We zijn om acht uur opgestaan, vannacht heeft het even geregend, gelukkig is het hier niet zo koud als in Alaska maar het zonnetje komt nog niet door de wolken. Rond negen uur rijden we weg en als we Goodhope gepasseerd zijn zien we een aantal Stone Sheep langs de weg, het is lekker rustig op de weg, we komen vrijwel niemand tegen. We stoppen bij Gnat Pass Summit om kariboes te spotten maar ook hier zien we ze niet. We rijden verder zuidwaarts en de geel, oranje en rode herfstkleuren veranderen in groen en bloemen, we zien veel poep op de weg liggen maar wildlife ho maar.
 
Circa 70 km voorbij Bell II moeten we stoppen bij wegwerkzaamheden, ze zijn een brug aan het repareren die 1½ week geleden was beschadigd door hevige regenval. 46 km voor Bell II moeten we weer stoppen, het is nu half drie en we moeten wachten tot vier uur tot de Pilotcar ons komt ophalen en voor ons uit gaat rijden. Dit is de laatste rit voor vandaag dus we hebben geluk, anders hadden we of moeten wachten tot morgenvroeg of we hadden honderden kilometers moeten omrijden. De Pilotcar is op tijd en we vertrekken samen met een aantal campers, road trucks, auto’s en 4x4 trucks, één van die trucks had twee Moose geweien er op liggen. We sluiten als laatste aan in de colonne, de eerste paar kilometer rijden we normaal over de asfaltweg en is er niks aan de hand in dit mooie gebied.
 
Maar hoe verder we afdalen, hoe meer we kunnen zien dat er veel water van de bergen is gekomen, we rijden lawinegebied in en we passeren een aantal keren plekken waar aardverschuivingen zijn geweest, werklui zijn hier volop bezig om de honderden kubieke meters aan grond, modder en rotsblokken af te voeren, het lijkt wel of de halve berg omlaag is gekomen. Bij Bell II is het eind van deze opruimwerkzaamheden, gelukkig want we moeten hier ook tanken.
 
Als we verder rijden, zonder propaan getankt te hebben want de werktijd zat erop van de pompbediende, moeten we nog 94 km tot de Meziadin Junction naar Stewart, hier willen we op de campground gaan staan waar we vorig jaar ook hebben gestaan. De weg is mooi, er staan nog veel bloemen in bloei en het gras is nog sappig groen, dat betekent zwarte berentijd! Na circa 35 km is het dan ook raak, we zien in korte tijd 3 Black Bears en tot aan de campground in totaal 6 stuks. Op de campground is nog genoeg plek, we besluiten nog even naar een vistrap te rijden 10 km zuidwaarts. Onderweg stoppen we nog bij twee bruggen maar we zien hier geen beren, we rijden tot 300 meter voor de Nass River bridge en hier rijden we een logging road in, deze volgen we ca. 1 km en dan moeten we nog een paar honderd meter lopen door het bos en komen we uit bij een vistrap/waterval. Ook hier zien we geen grizzly of zwarte beren, wel zien we een paar flinke grote zalmen tegen de waterval op springen. We blijven goed om ons heen kijken of er toch geen beren zitten, maar helaas. We besluiten om langs deze logging road te overnachten, plek genoeg want het lijkt wel of hier ooit een campground is geweest. Het is half acht als we het eten van gisteren weer opwarmen, na het eten haalt Roy nog even de siervelg van het achterwiel want we zijn de sierdop/moer al verloren en de siervelg word alleen nog tegengehouden door het verleng stukje van het ventiel waarvan er al één aan het doorschuren is. ‘s Avonds hebben we nog wat gerummikubt.        
 
Dag 15 : Woensdag 14 september
Vanochtend om kwart over acht opgestaan, het is bewolkt en een beetje mistig. Na de bacon en eggs rijden we rond negen uur eerst terug naar de Meziadin Junction. Onderweg stoppen we nog bij twee bruggetjes waar zalm moet zitten, helaas zien we alleen veel zalm maar geen beren. Bij de kruising naar Stewart gaat het ook niet goed, de weg is afgesloten in verband met aardverschuivingen en blijft nog dagen dicht. Dus we moeten nog een derde keer terug komen om daar de Hyder gletsjer en de zalm en beren te zien. Jammer maar helaas, we kunnen er ook niks aan doen dat het hier zo geregend heeft en er zoveel landverschuivingen zijn geweest hierdoor. We balen allebei wel.
 
We keren om en rijden circa 95 km zuidwaarts, na 1 uur rijden zien we onze eerste zwarte beer van vandaag, een stukje verderop slaan we de Nass Forest Service road in. Dit is een 50 km lange gravelweg, dit wordt weer stofhappen maar gelukkig valt dat mee want ze zijn de weg met grote shovels weer glad aan het maken en hier gebruiken ze grond die van de zijkanten afkomstig is en die is nat. Als we bij New Alyansh weer de verharde weg op gaan, zien we nog net een vos het bos in verdwijnen, onderweg hadden we alleen één grote specht gezien. We besluiten verder langs de Nass River te rijden naar (Kincodith) Gingolx, dit is een indianen reservaat, de weg ernaar toe staat niet op de kaart of Tomtom.
 
We komen eerst langs de lavabeds en rijden dan langs de bergen omhoog en weer omlaag, we zien langs de weg dat het water de afgelopen dagen heel hoog heeft gestaan en er veel bomen in de rivier zijn mee gesleurd. Ook is de oever op veel plekken beschadigd door het water. We komen langs een indianendorpje en steken hier de rivier over zodat we aan de overzijde langs de baai verder kunnen rijden. De weg heeft veel scherpe bochten en steile afdalingen, als we op zeeniveau zijn zien we op het water veel eenden, Canadese ganzen, reigers en een jonge bold eagle, ze zitten bij de monding van een riviertje in de baai waar we zojuist overheen waren gereden. We rijden deze hele mooie kustweg nog ca. 20 km verder af totdat we in het dorpje Gingolx aankomen. Hier wandelen we even doorheen en rijden dan weer terug en onderweg  zien we veel bold eagles, er hangt hier een rotte vislucht, we zien alleen nog wat resten liggen maar geen levende. Als we bij de lavabeds zijn, waar 2000 indianen zijn omgekomen tijdens de uitbarsting, slaan we af richting Terrace over de Nisqa’a Hwy.  
 
Na een paar honderd meter zien we een oude zwarte beer over de lavabeds lopen en we kunnen goed zien dat hij zijn beste tijd heeft gehad. Deze weg slingert door de bergen naar Terrace, we merken dat we bij de bewoonde wereld komen, het word drukker op de weg en de weg word breder. In Terrace doen we boodschappen en tanken de camper vol met alle nodige vloeistoffen en propaan. Dit is vanaf de Alaska Hwy / junction 37 de eerste mogelijkheid voor ons om propaan te tanken. Het is al zeven uur als we verder rijden richting Prince George, eerst nog even over een one lane brug en we stoppen na 16 km bij een campground langs de Yellowhead Hwy. We gaan gelijk eten klaar maken en als de campground host komt, krijgen we te horen dat we de laatste gasten zijn voor dit seizoen, morgenvroeg gaat de gate dicht tot volgend voorjaar, hebben we nog geluk gehad anders hadden we nog 150 km moeten rijden naar de volgende campground, we betalen het standgeld en krijgen te horen dat we voor morgenvroeg negen uur van de campground moeten zijn. Om tien uur gaat bij ons het licht uit.
 
Dag 16 : Donderdag 15 september
Acht uur staan we op en om negen uur rijden we na een kort ontbijt van de campground, het is zwaar bewolkt en af en toe valt er een druppel regen. We rijden richting Jasper, het word een rijdag en hopelijk zien we nog wat wildlife en mooie uitzichten over het landschap. Na 3 uur rijden zien we een dikke, vette zwarte beer in een soort weiland staan tussen wat huisjes, we rijden de bergen in door agrarisch gebied, het is een beetje saai. Om half drie tanken we in Vanderhoof en kopen nog wat veels te bittere zwarte chocolade en 2 large koffie. Als we verder rijden komen we door Prince George een grote stad met veel industrie. Langs de Fraser River zien we nog een natte coyote, en om half zeven stoppen we in McBride en warmen het eten van gisteren op, rond 7 uur rijden we verder, we moeten nog 80 km tot aan Mount Robson Meadows campground. Onderweg zien we nog een groep herten langs de weg, het begint al te schemeren en we zien ook nog een grote velduil op een paal zitten. Het is acht uur en pikdonker als we op de campground zijn, het is er best druk en veel plekken zijn bezet.
 
Morgen willen we uitslapen en gaan we als het weer het toelaat een wandeling maken. Vandaag heeft het vanaf drie uur geregend en hierdoor waren veel bergen niet goed zichtbaar. En in het donker rijden door de bergen als het regent met al die tegenliggers en Marcel aan het stuur, is het net als een lot in de loterij, maar we zijn wel zonder kleerscheuren aangekomen. Na het rummikubben zijn we gaan slapen.
 
Dag 17 : Vrijdag 16 september
We zijn om half negen opgestaan, de eekhoorns zijn hier volop bezig nootjes en eikeltjes aan het verzamelen voor de wintervoorraad. We vertrekken om tien uur naar de parking voor een wandeling naar Lake Kinney, het is een makkelijke wandeling van 7 km langs de Robson River en Falls naar de campground van Lake Kinney. Het regent af en toe en soms komt de zon tevoorschijn, onderweg maakt Marcel nog wat macro foto’s van allerlei mosjes, besjes en bloemen. Bij het meer rusten we even uit en praten we nog even met een Zwitser. Als we teruglopen naar het begin van het meer komt het zonnetje weer tevoorschijn en 100 meter verder loop je weer in de regen. Na 2,5 km lopen zien we Mount Robson bijna uit de wolken komen we blijven nog een tijdje staan maar de top blijft in de wolken. Om kwart over twee zijn we terug bij de camper en eten we spicy chicken noodle soep, voordat we vertrekken vullen we nog even de watertank en gaan we bij het Visitor Centre langs voor internet maar dat hebben ze niet.
 
We rijden de Yellowhead Hwy 10 km terug en het zonnetje schijnt lekker, we stoppen bij Rearguard Falls Provincial Park picnic area en lopen hier naar een waterval waar laat in de zomer King Salmon migreren. We zien ze echter niet, er zijn er ook maar weinig die het tot hier halen. We rijden terug naar Mount Robson visitor center en gooien hier de benzinetank vol want in Jasper zal het wel duurder zijn. Als we verder rijden zien na een paar km al onze eerste zwarte beer van vandaag, ook hebben we mooi uitzichten op het landschap en de bergen om ons heen. We komen bij de ingang van Jasper N.P., hier vragen we welke campgrounds open zijn, we krijgen gelijk te horen dat Pocahontas campground weer dicht is in verband met een cougar aanval op een hondje op de campground terwijl er mensen waren, dit houd dus in dat dit poesje niet meer mensenschuw is.
 
We besluiten naar Snarring River campground te rijden en daar een plekje vast leggen en dan de Maligne Medicine River Road  af te rijden naar Maligne Lake want hier moet veel wildlife zitten. Als we bij de campground aankomen is deze gesloten, we rijden 1 km verder en vinden een parking in de bocht langs de weg hier gaan we vanavond dan maar staan want terug rijden naar Jasper en daar op een dure campground gaan staan hebben we geen trek in. Als we weg rijden zien we in de verte een coyote. Het is vijf uur als we beginnen aan de Maligne Medicine River Road, halverwege komen we in een bearjam terecht, we zien een mama black bear met 2 cubs. Roy maakt veel foto’s maar bijna allemaal zijn ze onscherp, hij moet maar eens een cursus gaan volgen “hoe moet ik beren fotograferen”. Aan het einde van de weg zien we nog een Moose staan misschien wel dezelfde als we afgelopen mei hebben gezien. Het word al donker en we zien geen beestjes meer als we terug rijden naar de parking bij de campground. Als we hier aankomen maken we geen avondeten klaar maar noodle soep en een salade, de klok is hier ook weer 1 uur vooruit gezet. We rummikubben nog tot elf uur voor het licht uitgaat. 
 
Dag 18 : Zaterdag 17 september
We zijn om kwart over negen opgestaan en het heeft gesneeuwd in de bergen om ons heen waarschijnlijk de eerste keer, we rijden om half elf terug naar Jasper om daar even internet op te gaan we doen dit bij een videotheek. Het is bewolkt maar de zon laat zich af en toe zien, we tanken nog benzine en dumpen Poeh’s shit, dan rijden we via Hwy 93A naar Mount Edith Cavell, via de Edith Cavell road, ca. 12 km slingerend naar boven. We maken hier een korte wandeling naar een hanging glacier met een geweldig mooi uitzicht, het is hier wel druk en er komt zelfs een bruidspaar naar boven voor hun bruidsfoto te maken met de zeer sexy bruidsmeisjes. We zien hier zelfs onze eerste Pika en als we terugrijden en de Hwy 93A op rijden, zien we na3 kmonze eerste zwarte beer van vandaag, deze zit helemaal onder het gele stuifmeel van de bloemen en plantjes die hij hier aan het eten is. Aan het einde van Hwy 93A bij de Athabasca Falls gaan we rechtsaf de Icefields Parkway op richting Banff N.P. We komen tweemaal in een bearjam terecht, de eerste grizzly loopt maar een paar meter vanaf de weg en de tweede ver weg over de vlakte angs de boomgrens. Op een andere vlakte zien we nog een Moose, we rijden verder en we gaan bergop en het begint te sneeuwen en behoorlijk ook! We stoppen bij Tangle Falls en maken hier nog wat kerstfoto’s. Als we bij het Icefield centre zijn is het zicht zeer slecht en zien we de Glacier niet, we rijden door en gaan op Wilcox Creek campground staan. Het stopt na 20 minuten met sneeuwen en we gaan spaghetti klaar maken met een salade.
 
Net voor het eten worden we nog gestoord door een gestoord Hollands stel die onze camperplek claimen. Deze hebben we weggejaagd nadat de man een beetje agressief werd en gezegd dat ze eerst de campground regels moeten lezen bij de entree. Na het eten hebben we nog een deel van de Wilcox Pas gelopen, je gaat eerst door berenbos en daarna loop je langs een richel en kun je aan de overkant van de valley drie glaciers zien liggen, prachtig en spectaculair uitzicht. Om acht uur zijn we terug bij de camper, het is nu redelijk druk op de campground. Het word zeker koud vannacht en we gaan nog even rummikubben voor het slapen gaan.  
 
Dag 19 : Zondag 18 september
Oh oh wat was het koud vannacht! Roy is om half negen opgestaan en heeft de motor gestart en de verwarming aangezet. Na het ontbijt sneeuwt het weer een beetje en rijden we 6 km naar de parking van de Parker Ridge trail. Het is een steile korte wandeling van 2,5 km omhoog naar een uitzicht op een Glacier we lopen over een modderig pad naar boven en gaan dan linksaf ca. 300 meter doorlopen en vanaf hier kun je mooiere foto’s maken van de Glacier en het Lake met de valley. Wederom een prachtig uitzicht. Rond half 1 zijn we weer beneden, het was koud daarboven en het sneeuwt nog steeds. Als we verder rijden begint het zonnetje te schijnen, we stoppen onderweg nog om foto’s te maken en we zien nog een Mountain Goat tegen een berghelling. Bij de Bow Summit stoppen we om naar Peyto Lake te wandelen maar het is er erg druk en de bewolking hangt zeer laag, we besluiten door te rijden naar Mosquito Creek campground 16 km verderop. We moeten daar helaas de camper een beetje schoonmaken en onze spulletjes inpakken want morgenavond vliegen we weer terug naar huis. Misschien gaan we om zes uur nog even terug naar Peyto Lake, dit doen we uiteindelijk niet want het regent alweer en om half zeven zijn we pas klaar met opruimen en poetsen. We hadden nog brandhout, 2 gallonwater, 1 pot spaghettisaus en een blik tomaten over. Dit hebben we aan een man gegeven die ook op de campground stond met zijn auto en waarschijnlijk een tentje. Het zal wel weer koud worden vannacht, maar eerst nog even lekker gedoucht en spaghetti gegeten met een grote salade, hierna gaan we Rummikubben, het regent de hele avond.
 
Dag 20 : Maandag 19 september
Vanmorgen om kwart over zeven opgestaan, het was frisjes vannacht het heeft tot kwart voor zeven geregend, we maken het ontbijt klaar en ruimen de camper verder op en als we op een gegeven moment door de beslagen ramen naar buiten kijken, zien we dat het in de bergen om ons heen behoorlijk wat sneeuw is gevallen. Jammer dat we nu terug moeten naar huis. Het is mistig en bewolkt en om tien voor negen vertrekken we voor het laatste deel van de route via de Icefields Parkway naar Calgary. Onderweg maken we nog wat foto’s en zien we nog een grote bold eagle. Na een tussenstop bij Johnson Canyon rijden we via de Hwy 1 scenic byway verder. Als we de autoweg oprijden naar Calgary zien we de Mountain Range achter ons mooi in de sneeuw liggen bij een blauwe hemel. We stoppen nog even bij een rest area en smeren alle boterhammen die we nog hebben met pindakaas en Turkey worst. Even verderop zien we nog een Bull Elk langs de Hwy in een weiland staan, jammer dat we het fototoestel al ingepakt hebben want het was een mooi exemplaar.
 
In Calgary aangekomen gooien we de benzine en propaan tank vol en dumpen het afvalwater en wassen we de camper, daarna rijden we naar Cruise Canada, daar moeten we even wachten er zijn 2 klanten voor ons. Dan word de camper geïnspecteerd en worden de extra gereden km’s en de bonnetjes ingeleverd en verrekend met de borg. We krijgen nog 414 $ CAD terug van de 500 $ CAD borg via de credit card. De baliemedewerkster belt een taxi en even later zijn we op weg naar de luchthaven waar we om 14:30 uur aankomen, hier moeten we nog 5 uur wachten. We zoeken een rustig plekje, drinken wat koffie, eten wat broodjes en kijken wat aapjes. Het vliegtuig vertrekt op tijd, we zitten weer op 42H en K en er zijn ook nog 7 middenrijen vrij in het vliegtuig waarvan we er al snel één bezetten, hebben we weer lekker veel ruimte! De vlucht verloopt soepel en we hebben zelfs kunnen slapen, we krijgen te horen dat we iets eerder landen in Frankfurt en staan al om één uur bij de lopende band voor onze rugzakken die ook nog eens vrij snel kwamen en na 20 minuten stonden we buiten te wachten op de shuttle bus die 10 minuten later kwam en om kwart voor twee stonden we weer bij onze auto. Die startte meteen en om half zes, nadat we in Venlo nog even hadden getankt, waren we thuis. Alleen bij Boxtel hebben we even in de file moeten staan maar verder is de hele reis soepel verlopen. Op naar de volgende vakantie!

Km gereden: 7026 km
Totaal tolkosten: 0 €  
Totaal liters: 1567 l
Verbruik: 4,48 km/l
Totaal tankkosten: 1425 €
Gem. benzineprijs: 0,909 €