Frankrijk - Spanje juni 2015

Dag 1 : Zaterdag 6 juni 2015.
Marcel had al twee dagen vrij en we zouden eerst vrijdag al vertrekken, maar het was vrijdag 33 graden dus nog maar even genieten van de Hollandse zomer en rustig de camper inruimen. Vandaar vandaag aanrijdag! We zijn voor de middag klaar en tuffen dan langzaamaan richting Zuid. De eerste paar honderd kilometer schiet het lekker op en is het verder niet echt boeiend. De Spanjaarden hebben de laatste week van onze vakantie ook vrij, vandaar dat we besluiten eerst via de westkant van Frankrijk richting het noordwesten van Spanje te gaan, richting Picos de Europe, om daarna een beetje de Pyreneeën kriskras te verkennen en via de oostkant van Frankrijk weer terug. Maar zover is het nog lang niet! Eerst maar eens Nederland uit via Antwerpen-Gent-Lille naar Frankrijk, en daar via Amiens naar Rouen waar we een plekje voor de avond willen zien te vinden in het dal van de Seine.

 

Vanaf Rouen pakken we de mooie route D982 en vervolgen de weg zuidwaarts langs de Seine, het weer is prachtig en de omgeving en de huisjes die er staan erg mooi. Het is duidelijk weekend want het is best druk en sommige dorpjes zijn nogal toeristisch. We gaan een aantal camperplaatsen af die we middels een van internet geplukte verzameling POI's op de TomTom hebben geïnstalleerd, maar het is overal erg vol. In Jumièges rijden we nog even langs een plekje waar we een paar jaar geleden, ook in juni, helemaal alleen stonden. Helaas, de destijds met grind verharde vlakte is nu omgetoverd tot een betaalde camperplek, en het staat hutje-mutje vol. We rijden dus door en steken even verderop (gratis!) de Seine over met een pontje, gaan nog een aantal plekken af, maar ook deze staan nagenoeg vol. Dit hadden we niet helemaal verwacht. Maar ja, tis weekend en erg mooi weer dus wel begrijpelijk.

 

Uiteindelijk zien we langs de mooie D65 een plek aan een bospad en parkeren daar Toos. Na wat chinees opgewarmd te hebben, besluiten we toch hier niet te blijven. Er moeten mooiere plekken te vinden zijn en we hebben het vermoeden dat we op privé terrein staan. We vervolgen verder de D65 en komen uit in Vieux-port. Een prachtig mooi dorpje met traditionele Normandische huizen uit de 17de eeuw. Kleine boerderijtjes opgebouwd uit hout, leem en riet en planten op het dak, het ziet er Hobbit-achtig uit, erg leuk. We maken wat foto’s en op een gegeven moment staan we bij een huisje waar net een ouder echtpaar naar binnen wil gaan. Moeders staat er op dat we meelopen en zo krijgen we een korte rondleiding door een boerderijtje heen. Alles is erg klein en het keukentje en de openhaard zien er geweldig schattig uit. Middels handen en voeten en ons gebrekkige Frans begrijpen we een beetje van de uitleg. Het oudere stel is in ieder geval zichtbaar trots en wij hebben er ook weer een leuke ervaring bij.

  

Achter de kerk in deze plaats was overigens een mogelijkheid om heel mooi te staan met de camper op een grasveld aan het water, echter er stond een kleine feesttent (bruiloft?) dus maar niet gedaan en weer wat verder getuft. We rijden uiteindelijk een rondje door dit mooie gebied (Naturel des boucles de la Seine Normandie, Foret de Brotonne), slaan op een gegeven moment een pad in wat leidt naar een open plek in het bos, vinden het allebei wel prima, en besluiten hier te blijven staan. Het is inmiddels ook al 9 uur ’s avonds. Het is een leuke, rustige plek en we horen alleen maar de vogels fluiten. We Rummikubben een potje, drinken een biertje en gaan rond 11 uur slapen terwijl een paar uilen buiten het bos onveilig maken.     

 

Dag 2 : Zondag 7 juni 2015.
Na toch een frisse nacht, Marcel had per ongeluk de dakramen vol open laten staan, starten we langzaam op en drinken een bakkie koffie lekker buiten in het zonnetje. Weer alleen maar vogels om ons heen, zo begint het vakantiegevoel langzaamaan wel binnen te dringen. Na het ontbijt poetst Roy de camper wat en begint Marcel aan het verslag. We luieren nog wat in de zon, krijgen gezelschap van wat wandelaars en mountainbikers, bekijken de kaart en vervolgen rond de middag de weg naar Zuid, richting het dal van de Loire bij Blois.

 

Als we van de camperplek wegrijden, geeft TomTom aan dat we eerst rechtdoor moeten dwars door het bos, na een paar honderd meter kunnen we niet verder, maar we eindigen wel bij een erg mooie open plek met bankjes en een grasveld. Tja als we dat hadden geweten hadden we daar nog mooier kunnen staan, nou ja eventueel voor een volgende keer.

 

We rijden terug naar Rouen, passeren een aantal maal de Seine en vervolgen de route richting Zuid over niet-tolwegen. Dat betekent nogal wat rotondes maar ook vooral veel leuke Franse dorpjes. Rond een uur of vijf bereiken we Blois en we proberen het eerst maar eens aan de oostkant van de Loire, daar is een aantal kilometer verderop een plek waar je met je camper mag staan. Het is redelijk druk en we verwachten er niet al te veel van, maar als we even later aan komen rijden blijkt het een prima plek te zijn om te overnachten. Een redelijk groot, rustig grasveld aan de oever van de Loire, waar officieel vier campers mogen staan. Genoeg ruimte voor iedereen en we zoeken een plekje lekker in de zon, dicht bij het water en vinden het allebei wel best zo. Stoeltjes naar buiten en genieten van het mooie weer. Er staan nog drie andere campers maar we hebben alle ruimte. Er is zelfs een klein strandje bij waar kano’s kunnen worden opgepikt want bij het grasveld is ook een kanoverhuurder. Leuke plek, lekker rustig, hier blijven we. Na het avondeten lopen we nog een stuk door het dorpje heen (Saint Dyé Sur Loire) en volgen we nog een eindje de Loire. Het is prachtig weer en het is een leuk klein dorpje met allemaal oude gerenoveerde huisjes waar bij sommige informatieborden staan. Blijkbaar is dit ook een populaire fietsroute (GR3), je kunt hier een parcours afleggen van 400 km langs de Loire die je langs allerlei kastelen voert. Terug bij de camper zitten we nog even buiten, drinken een biertje, op een gegeven moment wordt het toch wat fris en gaan we binnen Rummikubben en rond 11 uur gaan de oogjes toe onder het luid gekwaak van tientallen kikkers.

 

Dag 3 : Maandag 8 juni 2015.

Het is een rustige nacht geweest, wel weer een beetje fris gehad, en we starten lekker sloom op. Roy loopt nog even naar de Boulangerie maar die is helaas gesloten. Het is weer prachtig weer en na nog even in het zonnetje gezeten te hebben tuffen we langzaam verder. Eerst langs één van de grootste kastelen in het Loire-dal; Chambord. Indrukwekkend en absurd groot, we rijden er een rondje om heen, we zijn niet zo van het gebouwen bezichtigen. Vervolgens rijden we een mooie route westwaarts langs de Loire richting Tours. Onderweg verrijzen hier en daar kastelen, het is wel een mooi gebied maar best druk. Net na Tours slaan we van de dijk af waar we nu al een tijdje overheen rijden en komen bij een grasveldje uit aan het water. Daar lunchen en zonnen we wat en zoeken uit hoe de route verder gaat. Al dat geslinger door dorpjes is voor even leuk maar we willen toch ook wat kilometers maken, vandaar dat we vanaf Tours naar Poitiers nog even over de alternatieve parallelweg langs de tolweg rijden, maar na Poitiers de snelweg N10 pakken (wel tolvrij) naar Bordeaux. Zo’n 30 km boven Bordeaux gaan we op zoek naar een slaapplek van de snelweg af. Veel leuke weggetjes zien we niet op de kaart dus we gokken het er maar op en rijden eerst naar wat meertjes. Dit blijken echter zandafgravingen te zijn waar we niet bij kunnen. Op de camperplaatsen-poi staat een plekje aangegeven in Laruscade bij een meertje, Lac des Vergnes. Daar aangekomen ziet het er best leuk uit, alleen het is even niet meteen duidelijk waar nu de camperplek is. Er is een soort parkje waar volgens de TomTom de camperplek zou moeten zijn, maar er staat een bord, en open slagboom, dat het privé terrein is. Er staan wat bankjes maar verder ziet het er nogal verwaarloost uit. Marcel vraagt even aan iemand hoe het zit en blijkbaar mag je er inderdaad niet meer staan. We zetten Toos maar vlak bij de slagboom op een stukje grasveld aan het water, lekker in de zon en maken het avondeten klaar. Daarna lopen we nog een rondje door het dorp, veel is er niet te beleven. Terug bij de camper besluiten we deze een stukje terug te zetten bij een informatiebord met een ruime parking waar dan waarschijnlijk de camperplek nu is. Na een biertje en nog even buiten gezeten te hebben is het alweer bedtijd.     

 

Dag 4 : Dinsdag 9 juni 2015.

Omdat het de afgelopen dagen zo dwars door Frankrijk wel leuk was maar we nu toch echt richting de bergen willen, besluiten we vandaag wat tolwegen te nemen en willen we in de buurt van de Picos de Europa uitkomen. We volgen dan ook de tolweg van Bordeaux via Biarritz naar San Sebastian en Bilbao. In totaal toch zo’n € 34,- aan tol voor een relatief klein stuk. Het voornemen om op de terugweg naar huis alleen maar tolwegen te nemen moeten we nog maar even bezien. Boven Bilbao gaan we van de snelweg af en duiken weer het binnenland in, op zoek naar mooie, groene slingerweggetjes. Volgens de kaart zijn die er genoeg, via Otxaran slingeren we dan ook westwaarts naar Ramales en Veguilla. Het is een prachtig groen gebied met hier en daar wat bergpassen die we overgaan, niet heel hoog, rond de 1.000 meter, maar wel met schitterende vergezichten. Bij het beklimmen van de Portillo de la Sía (CA 665) komen we in de wolken terecht en zien hooguit 5 meter voor ons. De paarden en koeien lopen hier los dus het is oppassen. Het is ook al dusdanig laat aan het worden dat we besluiten hier een plekje te zoeken en we belanden uiteindelijk een paar kilometer onder de top op een grasveld. We zien niet waar we uitgekomen zijn, zo mistig is het, maar dat merken we morgen wel. We maken eten klaar, drinken weer eens een biertje, doen een spelletje en dan is het alweer bedtijd.

 

Dag 5 : Woensdag 10 juni 2015.

We worden wakker door de bellen van de paarden die om de camper heen staan te grazen. Het ziet er een stuk beter uit en buiten is het prachtig. We hebben een schitterend uitzicht over de vallei onder ons en achter ons verrijzen ruige rotsformaties. Na het ontbijt tuffen we langzaam verder door dit schitterende gebied en na elke bocht wordt het zowaar alleen maar mooier. Via de zeer mooie pas Puerto de las Estacas de Trueba, slingeren we verder westwaarts via Vega de Pas naar de N623. Die volgen we een stukje noordwaarts, we steken door naar de A67 en volgen die naar de A8, die we volgen tot aan de afslag naar de Picos. De weg naar Potes is prachtig, mooi door een nauwe kloof de rivier de Deva volgende. Het is wel duidelijk dat we niet de enige zijn, de ene na de andere Hollandse caravan of camper komen we tegen, da’s dan weer jammer. In Potes lopen we even een rondje maar voor ons is dit te toeristisch. We staan wel een uurtje op het centrale plein vanwege de gratis wifi zodat we het één en ander weer even kunnen updaten. Vervolgens nemen we de CA185 naar de Picos toe. Aan het eind van deze mooie weg beland je bij een kabelbaan in een schitterende omgeving, omgeven door hoge, ruige pieken. Helaas mag je op de parking niet blijven overnachten, zodat we na een tijdje een 10 km terugrijden waar een parking is redelijk van de weg afgelegen. Daar maken we avondeten klaar, maar omdat het na het eten pas 7 uur is en mooi weer, besluiten we terug naar de parking bij de kabelbaan te rijden en daar een paar uurtjes door te brengen met wandelen en vogeltjes kijken. Er zit hier van alles, met name de (lammer?)gieren die rond de pieken cirkelen zijn indrukwekkend. Morgen willen we de kabelbaan naar boven nemen en vanaf daar schijnt een wandeling te zijn van 15 km terug naar de parking. Tegen de avond rijden we terug naar het plekje en krijgen we nog bezoek van een Nederlands camper die, ondanks dat het een behoorlijke grote parking is, zijn camper op 2 meter afstand van ons zet. Sommige dingen zullen we nooit begrijpen. Rond half 11 gaan we slapen, we zijn best moe van al dat geslinger.

 

Dag 6 : Donderdag 11 juni 2015.

Vannacht een paar keer wakker geworden door de regen en in de ochtend ziet het er ook niet al te best uit. We rijden rond 10 uur naar de kabelbaan maar het blijft maar regenen en we besluiten een tijdje op de parking door te brengen met allerlei bezigheden; Roy probeert de verrekijker te maken (een lensje was los) en Marcel werkt het verslag bij. Rond het middaguur besluiten we verder te gaan rijden, dat is dus terug eerst naar Potes, want het blijft maar regenen. We willen de komende dagen om de Picos heen rijden dus zijn, zoals het er nu naar uit ziet, over een paar dagen weer terug in Potes. Hopelijk is het weer dan beter en kunnen we alsnog naar boven. 

 

Over prachtige slingerweggetjes vervolgen we de route westwaarts naar Caín de V. M.n. het deel tussen Cordiñanes en Caín loopt over een smal weggetje door eerst een prachtig bos en even later een schitterende kloof. Het is hier werkelijk waar geweldig. We parkeren in Caín waar de weg ophoudt en lopen alvast een deel van de route naar Camarmeña welke we morgen grotendeels willen gaan afleggen. Dit schijnt namelijk een adembenemend mooie wandeltocht te zijn. De eerste kilometer bekijken we alvast en we volgen de rivier die hier door de kloof meandert. Onderweg zien we een aantal malen waterspreeuwen de snelstromende beek induiken en moeten we de talloze zwaluwen ontwijken die soms vlak voor onze neus achter de beesjes aan zitten, boven ons cirkelen de gieren. We gaan een heel stuk door nauwe, lage tunnels heen die uitgehouwen zijn in de rosten langs de bergrivier, het ziet er allemaal geweldig uit. Dat smaakt naar meer, morgen de rest!

 

We lopen langzaam terug genietend van de omgeving en rijden met Toos een paar kilometer terug naar een inham langs de weg. Daar willen we in eerste instantie overnachten, maar in principe mag het niet want het is geen officiële parking en we staan hier in een nationaal park. Na een tijdje hier naar de talloze gieren gekeken te hebben rijden we toch nog een paar kilometer verder terug, daar is wel een officiële parking met bankjes er bij. Er zijn een vijftal plekken waar je mooi kunt staan, er is een waterbron en er blijkt zelfs een bezienswaardigheid te zijn; een soort fuik waar men vroeger de wolven in jaagden. Zielig maar ja, vroeger was vee het belangrijkste wat men bezat en de wolf was de vijand. Nu zouden we er heel graag één zien maar er leven er hier in het hele park zo’n 50 en de kans is minimaal dat je er één tegen komt. Na een flesje Spaanse Rioja vallen we tevreden in slaap op deze mooie plek.

  

Dag 7 : Vrijdag 12 juni 2015.

Vandaag is het wandeldag! We ontbijten wat en rond half 11 zijn we weer terug in Caín. De route is in totaal 13,5 km one way naar Camarmeña, da’s te veel heen en terug voor ongeoefende Kaaskoppen, maar op 10 km is het hoogste punt van de route en dat wordt vooralsnog de target. Meteen bij het begin van het pad is het goed raak, circa 30 gieren zitten tegen de berghelling aan de overkant van het water te smikkelen van een, denken we, geit. Het beesje is nog niet zo heel lang dood (omlaag gevallen?) want nog vrij intact en het is alleen maar ruzie tussen de gieren op de plek des onheil. Duidelijk is de rangorde te zien, de volwassenen, sterke gieren eerst, de kleinere staan te wachten, en de kraaien/raven staan weer wat verderop. We aanschouwen het schouwspel een tijdje en het ziet er behoorlijk indrukwekkend uit. We krijgen een beetje Yellowstone-Lamar vallei-wolven-verscheuren-hert-gevoel, en dat zowaar in Europa. Rustig aan lopen we verder, wederom door de tunnels en nu verder de kloof in. De gehele trip is moeilijk te omschrijven. We staan talloze malen stil om te filmen en foto’s te nemen. We passeren enkele bruggetjes waar je geen last van hoogtevrees moet hebben, we lopen over 2 meter brede paadjes met ravijnen langs ons en ontzagwekkende honderden meters recht omhoog gaande bergwanden aan de andere kant, we zien overal gieren, een drietal wilde zwijnen, talloze soorten vogels, aandachtvragende knuffelgeiten, een 100 jaar oud afwateringskanaal waar je zo in zou willen springen zo helder, immense vergezichten door de kloof enzovoorts enzovoorts enzovoorts. Dit hadden we absoluut niet verwacht... kortom, uiteindelijk redden we de 2x10 km toch nog vrij gemakkelijk in 5 uur en zijn we het er beide over eens dat dit een wandeling is die in de top 5 komt van mooiste ooit tot nu toe!

 

We zijn rond half 4 weer terug in Caín, willen daar een hapje gaan eten maar helaas is overal de keuken net dicht. Dus besluiten we maar weer Toos in te springen en een stukje te gaan rijden. We slingeren nog een paar uurtjes door prachtig gebied om de West-Picos heen en belanden uiteindelijk via Covadonga (mooie neoromaanse basiliek, veel gelovige mensen, bedevaartsoord, iets met een Madonna-beeld en een koninklijke graftombe in een Heilige Grot) bij de meren Lago de Enol en Lago de la Ercina in het noordwesten van de Picos. Alleen… we zien weer niks, hooguit 10 meter voor ons. We rijden een volledig verlaten grote parking op bij Lago de Enol, volgens de bordjes mogen we er niet staan, maar we gokken het er maar op. Na diner en Rioga wijn vallen we voldaan in slaap. Het was een mooie dag.

 

Dag 8 : Zaterdag 13 juni 2015.

We staan vroeg op in de veronderstelling dat het best wel weer snel kan gaan dicht trekken, het is nu zo om 8 uur namelijk redelijk helder. We zitten boven de wolken en het ziet er erg mooi uit. Na een snel ontbijtje rijden we verder bergop naar de parking bij Lago de la Ercina en doen daar een wandeling van circa 6 kilometer die ons om de twee meren heen brengt. Mooi maar lang niet zo bijzonder als gisteren. Aan het eind van de wandeling bij de parking aangekomen wordt het opvallend drukker, dit hadden we enigszins ook wel verwacht. Spanjaarden en weekend is altijd een drukke combi. We blijven dan ook niet al te lang meer en besluiten in Cangas de Onis wat boodschappen te gaan doen. Onderweg komen we hordes mensen tegen die wandelen, rennen, authentiek verkleed zijn enzovoorts. We snappen het ff niet meer. In Cangas de Onis blijkt uiteindelijk één of ander feest aan de gang te zijn en bij het tankstation vernemen we dat er ook nog een survival run momenteel gaande is van zo’n 75 km dwars door de bergen. OK dat verklaart het één en ander.

  

Volgens onze kaart zijn er vier wegen die wat dieper tot in de Picos leiden, en de laatste die we nog niet gehad hebben gaat via Las Arenas en Poncebos naar Tresviso. Dit weggetje staat niet als groen (dus mooi) aangegeven op onze Michelin-kaart, maar is uiteindelijk wederom prachtig. Wel weer hier en daar erg smal en slingerend maar de omgeving is schitterend. Onderweg kruisen we een aantal malen de 75 km run die gaande is en daardoor is het best druk langs de route. Ook grappig is dat we een aantal malen over de route van de run heen rijden en mensen langs de kant staan te applaudisseren… We rijden helemaal naar Tresviso wat niet zoveel voorstelt, draaien daar om en enkele kilometers terug bij een waterpunt pauzeren we en genieten van het uitzicht en de rust. Na de late lunch rijden we naar een parking enkele kilometers terug, aanschouwen de run een tijdje die hier een stop heeft, Marcel is meteen weer helemaal in-love met een witte Akita Inu, we besluiten hier niet te overnachten en rond 6 uur terug te rijden naar Las Arenas. Daar is namelijk een officiële camperplek, maar daar aangekomen is die vanwege alle festiviteiten stampvol dus maar weer verder tuffen. Na nog een uurtje of twee geslingerd te hebben over mooie binnendoorweggetjes zijn we het uiteindelijk zat voor vandaag en parkeren Toos langs de CA 182 vlak voor het dorpje Carmona. Het is niet een bijster leuke plek, we staan 20 meter van een doorgaande maar rustige weg, maar we hebben geen zin verder te rijden. We eten wat stokbrood met chorizo, knoflooksaus en olijven, drinken een wijntje, werken het verslag bij en rond 11 uur gaan de oogjes toe. Morgen maar eens kijken wat we gaan doen. We hebben de Picos in ieder geval gedaan en dat beviel meer dan goed, wat een schitterend indrukwekkend gebied en omgeving!

 

Dag 9 : Zondag 14 juni 2015.
Op internet had Marcel iets gevonden over een Badlands-achtig natuurgebied ten zuiden van Pamplona, de Las Bárdenas Reales, zo’n 375 km rijden, en dat wordt dan ook ons doel voor vandaag. We willen namelijk langzaamaan richting de Pyreneeën gaan om daar de laatste 1,5 week door te brengen, en dit brengt ons weer enigszins in de juiste richting. De eerste 200 km slingeren we weer over groene weggetjes door het mooie landschap en pittoreske dorpjes, de laatste 175 km gaat wat meer over grote wegen. Tomtom leidt ons via Reinosa langs de Rio Ebro naar Miranda, vervolgens naar Logroño en Calahorra en via wat binnendoorweggetjes naar Arguedas. Daar kijken we nog even op een officiële camperplek, maar deze staat al redelijk vol en veel zin om er tussen te gaan staan heeft met name Marcel niet. We hebben namelijk al een klein deel door de Bárdenas gereden over gravelwegen en genoeg leuke plekjes gezien om vrij te staan, en we zagen een hop (vogelsoort)! We rijden dus de Bárdenas weer in en vinden uiteindelijk een plateau net buiten het park, want binnen het gebied mag je niet staan, met een prachtig uitzicht over een vlakte met geërodeerde rotsformaties. Met wat fantasie lijkt het net alsof we weer even terug zijn in de Badlands, South Dakota. Alleen in plaats van tussen de buffalo staan we nu tussen de schapen, geiten, zwaluwen en leeuweriken. Het hele gebied is een halfwoestijn van ca. 42.500 hectare, door Unesco uitgeroepen tot biosfeerreservaat. Nagenoeg alle wegen bestaan uit gravelweggetjes maar zijn goed berijdbaar. Morgen gaan we het gebied verkennen, nu genieten we nog even van de zon die tegen de avond overgaat in wat regen en onweer met spectaculaire luchten om ons heen.

 

Dag 10 : Maandag 15 juni 2015.
Na een rustige nacht rijden we vandaag door de Bárdenas heen. Er is een loop van zo’n 75 km over onverharde paden die we, na het visitor centre bezocht te hebben, helemaal doen. Sommige stukken zijn wat saai maar soms is het echt net alsof we weer in de Badlands van South Dakota staan vanwege de vergelijkbare rotsformaties. Het zit hier vol met m.n. kleine vogels (veel kuifleeuweriken) maar we zien ook een aantal grote roofvogels waaronder één hele mooie zwart, witte met een geeloranje kop, thuis maar eens opzoeken wat dit was (Egyptische gier). Toch wel weer bijzonder dat we zoiets in Europa aantreffen, het is een leuk tochtje door een apart landschap. Het weer is goed, niet tè warm en we hobbelen zo een paar uur rond, stoppen meerdere malen, maken wat wandelingetjes etc. Na het rondje voltooit te hebben hobbelen we nog eens 20 km over een onverhard pad via de noordoost kant het park uit.

 

We willen vandaag bij de gierenkloof van Hoz de Lumbier eindigen. Na zo’n 1,5 uur door mooi, groen landschap gereden te hebben over binnendoorweggetjes komen we in Lumbier aan. De kloof staat goed aangegeven en er is een parking bij waar je ook drinkwater kunt tanken. Je mag er helaas niet overnachten dus na de wandeling wordt het nog een plekje zoeken. De wandeling door de kloof is niet heel lang, zo’n 3 km in totaal heen en terug, maar wel spectaculair. Je loopt over een oud traject van een spoortje en gaat door twee lange, donkere tunnels. Tegen de wanden van de kloof aan zitten overal gieren, ik denk dat we er meer dan 50 gespot hebben. De meeste hebben nesten en de jongen zien er al vrij groot uit. We nemen er de tijd voor, het zijn indrukwekkende beesten. Terug op de parking maken we eten klaar en tegen de avond lopen we nog een keer door de kloof. Het is nu een stuk koeler en daardoor zie je ook minder gieren opstijgen en rondcirkelen, de meesten zitten dieper in hun grotten zodat we er nu niet zo heelveel zien. Het is duidelijk dat je de kloof het beste in de middag kan bezoeken wanneer het warm is. Rond een uur of 10 rijden we Lumbier in, even langs een niet aantrekkelijke camping, en eindigen op een parking bij een zwembad, prima plek. We drinken nog een biertje, de politie komt langs maar kijkt alleen maar even, en dan gaan de oogjes alweer toe.

 

Dag 11 : Dinsdag 16 juni 2015.
Na een rustig ontbijtje hobbelen we weer verder, vandaag willen we de Pyreneeën in, te beginnen met de Valle de Hecho. Het is maar zo’n twee uurtjes rijden en rond 1 uur komen we er dan ook al aan. Dit is een prachtig gebied waar veel wandelmogelijkheden zijn. De weg er naar toe is soms erg smal, maar eenmaal door de kloof en het bos kom je in een prachtige afgelegen vallei uit. We hobbelen helemaal door tot aan het eind van het onverharde pad tot waar je niet meer verder mag, en maken daar wat lunch klaar tussen de bergkoeien. Jammer genoeg regent het en ziet er het er niet naar uit dat het droog gaat worden vandaag. Na de lunch rijden we een stukje terug naar een plateau met bankjes waar we wat pauzeren, maar het blijft regenen dus we doden de tijd met wat spelletjes op de smartphone en het verslag bijwerken. Je mag hier niet blijven overnachten, misschien dat het zo buiten het seizoen geen probleem is, maar we willen geen gezeik. We rijden nog iets verder terug naar een bruggetje over de rivier waar ook wat gebouwen staan die ooit deel uitmaakte van een recreatiegebied. Het ziet er nu allemaal enigszins verwaarloost uit. Jammer want je zou hier iets heel moois van kunnen maken. We gaan op een onverhard plateau staan, meer een groot grasveld wat een officiële parking is, maken avondeten klaar, wandelen nog wat en gaan op tijd naar bed. We staan hier als enige in de prachtige vallei, je hoort alleen het stromen van de rivier en de vogels.

 

Dag 12 : Woensdag 17 juni 2015.
Vandaag wandeldag want het is opgeklaard! Na een snel ontbijt pakken we de twee heuptassen in met eten en drinken, we hobbelen weer helemaal naar boven tot aan waar je niet meer verder mag, parkeren Toos en beginnen een tocht richting een meer (Ibón de Astanés) 10 km verderop hoog gelegen in de bergen. De wandeling zou zo’n 8 uur moeten duren, het is 10 uur als we vertrekken. Na een tijdje gestegen te hebben over een vrij makkelijk pad, eigenlijk nog een weggetje, met uitzicht over een prachtige vallei met overal koeien, paarden, roofvogels en een schitterende waterval aan het eind, komen we aan bij een berghut en kijken uit over een meer dan geweldig mooie vlakte; de Aquas Tuertas. Wat is het hier schitterend!!! Een immens grote vlakte zo in het hooggebergte met een meanderend beekje er door heen, door alleen maar bergtoppen omringd en versiert met tienduizenden gekleurde bloemen en overal vogeltjes. Het lijkt wel bijna een paradijsje zo mooi. Op de vlakte is zelfs een ‘dolmen’ (hunebed, grafmonument) aanwezig met wat info, helaas staat er niet bij hoe oud maar het zal ongetwijfeld enkele duizenden jaren oud zijn.


We vervolgen de route langs de vlakte en staan vaak stil voor foto’s, filmpjes en rond te turen met de verrekijker. We zien zowaar een hertachtige (later begrijpen we dat het een pyrenese gems is) tegen een bergtop en op de vlakte een grote donkere vos die achter de dikke marmotten aan zit waarvan je regelmatig de alarmroepen hoort. Verder zit het vol met tapuiten, roodstaarten, verschillende soorten gieren, valken, arenden, groenlingen en nog veel meer soorten vogels. Het is echt een adembenemend mooi gebied. Aan het eind van de vlakte steken we de beek over en vervolgen het pad naar het meer. Echter, we hebben geen goede kaart, we hebben enkel een foto gemaakt van het informatiebord beneden in de vallei. Het is wat puzzelen omdat de route nauwelijks staat aangegeven, maar we gaan goed, totdat we besluiten bergop een shortcut te nemen en daarna zijn we het spoor bijster. We blijven klimmen over koeienpaden en weiden waar überhaupt geen paden zijn en lopen naar een piek waar vanaf we hopen het meer te zien ter oriëntatie. Dan ineens zien we een pyrenese gems (Isard), en vervolgens een hele bende, een stuk of 10 à 15. Prachtig om te zien, je ziet ze zelden, alleen in echt hooggebergte, en daar bevinden we ons nu dan ook. Ze ruiken en horen ons en maken zich langzaam uit de voeten. We zijn dan wel verkeerd gelopen, maar waren we goed gegaan dan hadden we dit gemist!

 

We keren om, vinden het juiste pad weer, volgen het weer een tijdje, totdat we op een kleine vlakte komen en de route flink steil verder zien gaan, het is inmiddels 3 uur en de zon begint flink te branden. Omdat we niet 100% zeker ervan zijn dat we goed zitten (achteraf bleek van wel) en we nog een heel eind terug moeten, besluiten we om te keren. Jammer maar helaas, dan toch nog maar een keer terug. Op de terugweg zien we op de vlakte nog een tweede vos, deze is een stuk lichter van kleur. Om 5 uur zijn we moe maar voldaan terug van deze geweldige wandeling van toch weer ruim 20 km. Onderweg zijn we 5 andere wandelaars tegen gekomen, verder hadden we het rijk alleen, enkel in gezelschap van de overweldigende natuur.

 

We hobbelen terug naar de parking, maar na het eten worden we vergezeld van een Spaans camperbusje met moeder, twee kids en irritante hond die blaft tegen alles wat langs komt. Marcel is dat al snel beu en we besluiten toch op de mooie plek in de vallei zelf bij de bankjes te gaan staan overnachten, het is inmiddels al half 10 en controle of iets dergelijks is er hier niet. Sterker nog, we vragen ons af of men zich echt hier aan het voorbereiden is op het vakantieseizoen, want wat er staat aan huisjes is of vervallen of zwaar gedateerd, de camping die er blijkbaar ooit was bestaat niet meer, en er is een soort jeugdcampus wat er ook niet bepaald uit ziet alsof men er ieder moment in kan trekken. Is het dan toch de crisis waar het land mee te kampen heeft (gehad?) dat dit soort gebieden niet meer bijgehouden worden? Wij vinden het verder wel prima want zo hebben we bijna de gehele vallei alleen voor onszelf. 

 

Dag 13 : Donderdag 18 juni 2015.
Na een toch best koude nacht, worden we wakker door nogal wat auto’s die over het grindpad naar boven rijden. Het is een straalblauwe hemel en wanneer de zon achter de bergen tevoorschijn komt warmen we eindelijk wat op. In de tussentijd is er toch nogal wat verkeer de vallei verder ingegaan, een hele groep oudjes die blijkbaar een lange hike gaan maken, wat militairen voertuigen, een politiewagen, wat boeren etc. Wat een drukte ineens… die na een uur ook ineens weer over is. Blijkbaar zijn er nogal wat mensen gedropt die gaan wandelen. We ontbijten weer rustig in het zonnetje en aan het eind van de ochtend verlaten we dan dit prachtige gebied. We komen zekers nog een keer terug, al is het alleen al voor de wandeling naar het meer te voltooien!

 

Een paar jaar geleden hebben we aan de Franse kant van de Col du Pourtalet gestaan, in een bergweide met een bergbeek, wat bruggetjes tussen de loslopende schapen en koeien, dat wordt het doel voor vandaag. Het is maar iets van 130 km dus we doen rustig aan en slingeren over binnendoorweggetjes naar de Col toe. Onderweg zien we zowaar een grote marter (of bunzing) die even stil bleef staan kijken op de weg, hadden we ook nog niet gezien en dit was een flinke! Op de Col passeren we de grens, rijden een paar kilometer naar beneden en komen bij de bergweide uit. Er staan twee campers, wat auto’s en verderop is het wat drukker omdat er een aantal helikopters af en aan vliegen spullen de bergen in te brengen. We parkeren Toos bij een bruggetje langs het water en gaan lunchen. Marcel krijgt vervolgens last van een megadip, heeft het dan weer koud, dan weer warm, heeft nogal pijn z’n benen, ogen en is flink verbrand op z’n koppie door gisteren, dus gaat even wat liggen slapen. Tegen de avond is iedereen inclusief de twee campers vertrokken, en hebben we bijna het rijk alleen, één nieuwe camper komt er bij staan, verder is het uitgestorven. Het is jammer genoeg te fris om buiten te zitten dus we werken het verslag bij, doen wat spelletjes, drinken een biertje en dan is het alweer bedtijd. Morgen verder de Franse Pyreneeën in!

 

Dag 14 : Vrijdag 19 juni 2015.

Vandaag starten we langzaam op en tegen de middag gaan we weer wat rijden. Einddoel vandaag is Gavarnie, en om precies te zijn Vallée d’Ossoue. Een prachtige, afgelegen vallei waarvan de (slechte) gravelweg eindigt bij een stuwmeer. Daar hebben we ooit eerder heerlijk vrij gestaan en we willen daar dan ook wat wandeltochten gaan ondernemen. We slingeren over de mooie Col d’Aubisque naar Argelès-Gazost en vervolgens naar Gavarnie. In Gavarnie zoeken we naar een grotere supermarkt maar die is er niet, wel wat kleine winkeltjes. We slenteren wat rond, de Cirque blijft erg mooi maar het dorpje zelf is vreselijk toeristisch. Snel weg hier! Voordat we naar het stuwmeer rijden, gaan we eerst nog slingerend omhoog door een wintersportgebied, maar erg mooie route, naar de Port de Boucharo. Daar doen we een korte wandeling maar ook hier is het nogal toeristisch. Tijd om de rust op te zoeken! We rijden de Vallée in en de laatste paar kilometer zijn toch wel erg slecht van de onverharde weg, voor een grotere camper lastig te doen, maar het is en blijft een prachtige omgeving vol met roofvogels en marmotten . Bij het stuwmeer aangekomen staan er best wat auto’s van wandelaars, vanaf hier zijn er namelijk een aantal prachtige hikes te maken. We lopen zelf wat rond, parkeren Toos, krijgen gezelschap van een grote groep Franse hikers die hun tentjes pal achter Toos opzetten, we zitten lekker in de zon een tijdje, maken eten klaar en doen nog een avondwandeling over de vlakte bij het stuwmeer. We zien dat er een aantal sneeuwvlaktes liggen op het pad wat we morgen willen gaan volgen, dus tis even afwachten of dat een succes gaat worden. De hikers die we zien vertrekken hebben uitgebreide uitrusting bij, afwachten dus maar. Rond half tien wordt het wat rustiger rondom ons heen, iedereen is gaan slapen, wij doen nog een spelletje, flesje wijn erbij en slapen maar.

 

Dag 15 : Zaterdag 20 juni 2015.

Als we wakker worden is iedereen om ons heen al weg, we hebben er niks van gemerkt. Het is wederom een prachtige zonnige dag en we besluiten een hike te gaan doen. We pakken de heuptasjes in en vertrekken uiteindelijk nog best laat, pas rond half 12. We zijn ooit hier naar de Refuge de Bayssellance gelopen, maar met de herinnering dat we toen helemaal kapot waren is het maar de vraag of we dat gaan halen. We zien wel, we lopen gewoon die richting op en merken het wel. Na een half uur zijn we de vlakte van het stuwmeer over en weer een half uur later na een klimmetje staan we bovenaan een prachtige waterval. We zijn inmiddels twee kleine sneeuwvlaktes gepasseerd, maar door de warmte is de sneeuw zacht en er loopt een spoor van voorgangers overheen, dus het gaat allemaal wel.

 

Na 1,5 uur moeten we toch een redelijke sneeuwvlakte overbruggen (le Pont de Neige) die hier blijkbaar volgens info altijd ligt, oftewel eeuwige sneeuw/ijs. Ook dit gaat stapvoets maar is te doen. Vanaf hier wordt het toch even doorbijten voor ons niet geoefende bergwandelaars. Maar het tempo ligt laag en we staan regelmatig stil om te genieten van het overweldigende uitzicht. Overal om ons heen zijn watervallen, ruige besneeuwde bergtoppen, dikke marmotten, de Ossoue-gletsjer, de meest prachtige bergflora, diepblauwe lucht enzovoorts, kortom, het is de inspanning meer dan waard.

 

Toch nog onverwacht snel staan we ineens voor de grotten van Russel, een graaf uit eind 19de eeuw die het hier zo geweldig vond dat hij een aantal schuilgrotten liet uithakken. We zijn dan inmiddels beland op 2500 meter hoogte (begonnen op 1800) en vanaf hier is het nog een dik half uur naar de Refuge toe. In de verte zien we de echte berggeiten de gletsjer bedwingen, maar da’s met onze non-uitrusting niet te doen. We voelen ons eigenlijk allebei nog best prima en besluiten derhalve naar de Refuge toe te lopen, onderweg komen we nog een verdwaalde Spanjaard tegen die de weg naar de berghut maar niet kon vinden dus die namen we even op sleeptouw, hij zat er behoorlijk door heen. Na een half uur nog echt even flink doorbijten bereiken we dan eindelijk de berghut, allebei nu toch wel moe. We rusten daar een tijdje uit, lunchen lekker in het zonnetje, vullen de waterflessen en besluiten zowaar toch nog een half uurtje door te lopen naar een richel verderop met een formidabel uitzicht over het hele gebied. Ook daar pauzeren we even, maar het is inmiddels over half vier en we besluiten langzaamaan af te gaan dalen, we zitten nu op zo’n 2800 meter hoogte. De terugweg kost een dikke 2 uur en het is behoorlijk oppassen met alle losse stenen en sneeuwvlaktes die we nu afdalend moeten oversteken. Maar we redden het en zijn er eigenlijk best een beetje trots op dat we dit zonder echt heelveel moeite hebben volbracht. Terug bij Toos zitten we nog een tijdje lekker in de zon, bijna iedereen om ons heen vertrekt en het avondritueel ziet er weer nagenoeg hetzelfde uit; eten klaarmaken, beetje lopen nog, wijntje, spelletje en tevreden slapen. Mooie dag vandaag!

 

Dag 16 : Zondag 21 juni 2015.

We merken allebei bij het opstaan dat we het vandaag rustig aan moeten gaan doen, de beentjes doen toch wel wat zeer en vannacht daardoor allebei ook een onrustige nacht gehad. Vandaag willen we St. Lary-Soulan bereiken waar we een vergelijkbaar mooi afgelegen gebied weten. We slingeren de Col du Tourmalet over, wielrenners ontwijkende en lama’s op de top die hier absoluut niet in het landschap passen, vervolgens gaan we de Col d’Aspin over die veel leuker is vanwege de loslopende koeien die er bovenop staan en die wel in het landschap passen, en we bereiken rond 3 uur St. Lary. We besluiten op zoek te gaan naar een camping want na 2,5 week mag er wel een keer gedoucht worden. Die vinden we al snel in de dorpscamping die op 5 minuten wandelafstand van het centrum rustiek gelegen is. Simpel maar rustig en prima voor een dagje, er staan maar een aantal andere gasten en we kunnen de beste plek zelf uitzoeken. Na Toos neergezet te hebben lopen we naar het centrum, zitten een tijdje voor de toeristenoffice want daar hebben we gratis Wifi, doen lekkere boodschappen in de Carrefour die zowaar op zondag open is in de hoofdstraat, struinen terug naar de camping en gaan aan de BBQ. Daarna lekker lang warm douchen en suffen, inmiddels twee flessen wijn later en teveel vlees gevreten. Ach ja wat moet je anders op een camping in Frankrijk. We zitten tot half 11 buiten op deze langste dag van het jaar, het is ontzettend rustig, je hoort alleen de vogeltjes, koeienbellen, kerkklokken en heel af en toe loopt er een verdwaalde campinggast langs, maar het is echt een prima plek om te onthouden.

 

Dag 17 : Maandag 22 juni 2015.

Vannacht allebei nogal warm gehad waarschijnlijk door teveel aan rode wijn. We staan daardoor redelijk vroeg op en na een rustig ontbijtje verlaten we deze prima plek en rijden naar de nieuwe, grote Carrefour aan de rand van het dorp. Daar slaan we lekker eten en drinken in voor de komende dagen die we in de Vallée du Rioumajou willen gaan doorbrengen. Deze vallei komen wij al zo’n 20 jaar en Marcel al zo’n 40 jaar. De herinneringen zijn dan ook talloos, van het kleine plaatsje aan het begin waar we de watertanks kunnen vullen (Tramezaïgues), de telefooncel waar we 40 jaar geleden al oma en opa belde, het smalle weggetje naar boven, het restaurantje bij het stuwmeer waar we een aantal malen heerlijk hebben gevreten, en de uiteindelijke vallei met z’n bergbeek, bergweiden, bergkoeien, bruggetjes en prachtige omgeving. Via de smartphone leggen we alles op video eens een keer goed vast, tja tijden veranderen.

 

Hier in de vallei verandert echter niet veel, al mag je niet meer overal zomaar ‘wild’ staan, zijn er maar een achttal plekken waar een camperovernachting is toegestaan en vallen m.n. de vele bordjes op met verboden, informatie en bewegwijzering. We stoppen eerst nog even bij het bruggetje aan het eind van de verharde weg waar de familie Janssen tientallen jaren geleden al stond, en hobbelen vervolgens verder omhoog over het onverharde pad naar Hospice de Rioumajou, gelegen aan het eind van de vallei. Daar lunchen we een tijd lekker in het zonnetje, lopen een stukje en rijden vervolgens weer naar onderen, gaan daar nog een tijd relaxen en parkeren Toos vervolgens op de camperplek. We staan helemaal alleen, heerlijk! Tijd voor wederom een BBQ in het bos daar waar je met tenten mag staan, aan de overkant van de camperplek. Alleen als we net bezig zijn begint het toch wat te regenen, met later bliksem en onweer er bij en eindigen we met de BBQ bij de camper. De rest van de avond brengen we voornamelijk binnen door met wat lekkere versnaperingen want het blijft miezeren. Tegen de schemering maken we nog een korte wandeling, het is prachtig zo net na de regenbui, zien een hert en vele vogeltjes en verder is het compleet geheel uitgestorven. Wat is dit toch een mooie plek!

 

Dag 18 : Dinsdag 23 juni 2015.

M.n. Marcel heeft nogal last van z’n benen nog steeds van de wandeling van afgelopen zaterdag, we besluiten er dus vandaag een relaxt dagje van te maken. Starten langzaam op en werken het verslag bij waar we al 5 dagen niet meer aan toegekomen waren. Roy loopt in de tussentijd even op en neer naar het restaurantje maar dat ziet er nogal verlaten uit, helaas pindakaas dus geen heerlijk diner daaro, dan maar weer BBQ’en de komende dagen, ook héél vervelend. In de ochtend is het nogal grijs buiten maar rond 1 uur trekt de boel open en maken we een wandelingetje. De rest van de dag wordt lekker suf door gebracht.

  

Dag 19 : Woensdag 24 juni 2015.

Als we in de ochtend wakker worden ziet de lucht er strakblauw uit, wandelen maar! Marcel heeft nog steeds last van z’n benen maar we gaan het gewoon proberen, ff doorbijten. Uiteindelijk maken we de gehele wandeling naar de Port d’Ourdissetou, het ging goed zolang je maar rustig loopt, vooral de eerste 1,5 uur was het toch wel even lastig door het bos heen, maar we hebben de tijd. Er lag vrijwel geen sneeuw meer, slechts eenmaal hebben we een stukje moeten oversteken. Tot halverwege kwamen we nog een zestal andere wandelaars tegen, maar na die ingehaald te hebben, hebben we ze niet meer gezien, waarschijnlijk omgedraaid dus. Boven op de top nemen we alle tijd en genieten van het uitzicht over de Spaanse Pyreneeën heen. Toch hebben we gezelschap, Roy heeft namelijk de as van z’n vader meegenomen en we zoeken een mooi, stil, afgelegen plekje om deze uit te strooien. Het is een bijzonder moment...

 

Hierna hobbelen we langzaamaan weer naar beneden naar Toos en besluiten terug te rijden naar de camping in Saint-Lary, doen wat boodschappen en maar weer BBQ’en. Het is nu iets drukker op de camping, er is ook een dorpsfeest gaande, maar het blijft een prima plek. Moe maar voldaan vallen we in slaap.

 

Dag 20 t/m 22 : Donderdag 25 t/m zaterdag 27 juni 2015.

Deze dagen tuffen we rustig door het midden van Frankrijk terug naar huis. We pakken een klein stukje tolweg, de rest nemen we de tolvrije (snel)wegen. Avond 20 staan we op de mooie Col de la Croix-Morand ten zuidwesten van Clermont-Ferrand en eten een hapje bij het daar gelegen restaurantje: soort omelet met heelveel kaas en aardappelschijven. Dag 21 was het lastig een geschikte camperplek te vinden, eerst rijden we nog een stuk langs de Seine en door champagnevelden bij Chalons-en-Champagne, maken avondeten klaar op een gedoogplek tegenover een camping, tis bloedheet en we staan vol in de zon, toen toch maar doorgereden en uiteindelijk geëindigd tussen de weilanden met konijnen bij een aquaduct bij het plaatsje Condé-sur-Marne. We zitten nog een hele tijd buiten, drinken een wijntje en dan is het alweer voorbij. Het laatste stuk leggen we zaterdag rustig af en rond circa 3 uur zijn we thuis. Het ging helaas weer veels te snel, maar tis een mooie vakantie geweest en we hebben prachtige nieuwe gebieden ontdekt. Op naar de volgende! 

Summary Aantallen
Kilometers gereden 5220
Totale tolkosten € 55
Totale tankkosten € 557
Totale liters 460
Verbruik 11,4
Gemiddelde dieselprijs € 1,21
Reisverslag Frankrijk - Spanje juni 2015
PDF – 108,9 KB 358 downloads